Ministerie van Financiën

De voorzitter van de Tweede Kamer der

Staten-Generaal

Postbus 20018

2500 EA Den Haag

Datum Uw brief Ons kenmerk (Kenmerk)

8 januari VG 2002-00082M 2003

Onderwerp

Project Herbestemming Militaire Terreinen

In zijn brief van 21 maart 2002 heeft mijn ambtsvoorganger aangegeven dat de herbestemming van de gronden en gebouwen waaraan op grond van het Tweede Structuurschema Militaire Terreinen niet langer behoefte is voor militaire doelen, plaats zal vinden onder regie van de Raad voor Vastgoed Rijksoverheid. In die brief is toegezegd dat de Kamer nader zal worden bericht over de projectopzet en over de wijze waarop in de verdere procedure zal worden omgegaan met de middelenafspraak die regelt hoe de verkoopopbrengsten ten goede komen aan het Ministerie van Defensie en de algemene middelen. Met deze brief doe ik de laatste toezegging gestand, mede namens de Staatssecretaris van Defensie en de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij.

Voor het project wordt nauwe samenwerking gezocht met de provincies waarin de objecten liggen. Indien de provincie daaraan wil meewerken, zal onder leiding van de provincie een werkgroep bezien wat - met het oog op de nagestreefde beleidsdoelen en de daarvoor benodigde opbrengsten - de meest gerede bestemming is (een "rode" of "groene" functie) van de vrijgekomen militaire objecten binnen de randvoorwaarden van het ruimtelijk beleid. In deze werkgroep zullen de betrokken departementen gecoördineerd deelnemen en ook onder meer de natuurbeherende organisaties, omdat in veel gevallen de vrijgekomen terreinen een groene bestemming zullen krijgen. Hierbij zal tevens rekening gehouden worden met de visie van andere belanghebbenden, zoals de gemeenten.

Per provincie en voor Nederland als geheel wordt een oplossing nagestreefd die tegemoet komt aan de wensen van alle betrokken partijen en die voor het Rijk in beginsel financieel neutraal is. Daartoe is voor een integrale aanpak gekozen. Deze aanpak houdt in dat de overtollige onroerende zaken van Defensie door Domeinen bij verkoop in hun onderlinge samenhang zullen worden bezien. Hierdoor zal naar verwachting een hogere opbrengst worden gegenereerd dan bij verkoop van de afzonderlijke objecten. Deze extra opbrengst zou in geval van een groene eindbestemming voor aanvullende voorzieningen kunnen worden aangewend, indien en voor zover het Rijk daarvoor kosten zou moeten maken.

Voor het daadwerkelijk realiseren van de nieuwe bestemming zal de desbetreffende gemeente het initiatief moeten nemen door het opstellen van een bestemmingsplanwijziging. De Dienst Domeinen zal volgens zijn wettelijke taken het uitvoerende deel van het project verzorgen en financieel bijhouden hoe het staat met de gerealiseerde kosten en opbrengsten. Hij zal daartoe periodiek aan de Raad voor Vastgoed Rijksoverheid rapporteren. In de rapportages zal onder meer inzichtelijk worden gemaakt, of de ontvangsten voor de rijksbegroting uiteindelijk, na aftrek van gemaakte sloopkosten, niet achterblijven bij geraamde opbrengsten bij verkoop per project.

Een eerste stap van de hiervoor geschetste projectopzet is het verkrijgen van meer inzicht in de te realiseren meeropbrengst bij een geïntegreerde aanpak en in de te verwachten sloopkosten die door die meeropbrengsten zouden moeten worden gedekt. Zodra dat inzicht is verkregen zal worden bezien of daadwerkelijk met het project zal worden begonnen en zo ja, hoe dit zal worden verwerkt in de meerjarencijfers. Tevens zal alsdan worden aangegeven hoe zal worden omgegaan met verschillen in kasritme tussen feitelijke en geraamde ontvangsten. Tot die tijd worden geen verplichtingen aangegaan.

Na drie jaar zal worden geëvalueerd of de financieel neutrale uitwerking voor het Rijk daadwerkelijk gestalte heeft gekregen . Indien een en ander zou leiden tot de conclusie dat dit niet kan worden bereikt, zal op dat moment worden teruggevallen op de benadering die reeds is geschetst in de brief van 3 oktober 2001, die onderwerp van overleg vormde in het algemeen overleg met de vaste commissies van Financiën en Defensie op 6 december 2001.

Het is uiteraard de bedoeling dat de herbestemming van de militaire terreinen slagvaardig geschiedt. Waar nodig kan in overleg met de provincie worden afgeweken van de gekozen procedure.

De staatssecretaris van Financiën,

Steven R.A. van Eijck