Katholieke Universiteit Nijmegen

Oratie prof. Moormann, hoogleraar klassieke archeologie: Iinterieur Romeinse tempel verschilt niet zoveel van ´behangetje´ thuis
Veel geschilderde interieurs van Romeinse tempelgebouwen waren niet specifiek voor de tempel. Ze sloten veelal aan bij het interieur van de huizen en weken niet of nauwelijks af van wat het ´behangetje´ thuis was. De tempel van Elst uit de late eerste eeuw na Chr., die onder de Nederlands-Hervormde kerk is gevonden, biedt daarvan een mooi voorbeeld. Ver van het centrum van de macht (en de mode!), Rome, bleek men dezelfde soorten schildering toe te passen als de Romeinen thuis gewend waren. Dat stelt prof. dr. Eric Moormann, hoogleraar klassieke archeologie aan de KU Nijmegen, in zijn oratie Een goddelijk interieur, donderdag 9 januari 2003.
De studie van religieuze gebouwen en hun aankleding draagt bij aan een dieper inzicht in de geloofswereld van de antieke mens. Archeologie, mentaliteitsgeschiedenis en studie van teksten vormen de basis van dit onderzoek.

Huizen van de god
De Griekse en de Romeinse tempel zijn het huis van de god. Anders dan in onze westerse kerken zijn het geen plaatsen waar gelovigen zich verzamelen om hun godheid te aanbidden: dat gebeurt buiten het gebouw. De inrichting van zo'n monument is dan ook beperkt tot een beeld van de god en geschenken voor hem of haar. De aankleding kan rijk of sober zijn.
De schilderingen op de buitenwand en in de zuilengalerijen rond tempels vertellen iets over wat de bezoeker te zien kreeg van het exterieur. Het interieur zal meestal onzichtbaar zijn gebleven. Moormann licht dat toe met twee voorbeelden: de tempel van Apollo te Pompeii en de tempel voor de van oorsprong Egyptische godin Isis in dezelfde stad.

Meer experimenten voor uitheemse godheid
De tempel van Apollo bevatte in het cultusgebouw zelf imitaties van marmeren platen in stucreliëf, een luxe vorm van `behang'. De omloop was gedecoreerd met helaas nu verloren gegane scènes uit de Ilias van Homerus. De scènes lijken te zijn gekozen om de traditionele voorouders van de Romeinen, de Trojanen, in een sympathiek daglicht te stellen.
In de tempel voor de van oorsprong Egyptische godin Isis is wel geprobeerd de sprookjeswereld van het Nijlgebied op te roepen. In de cultusruimte vinden we echter ook weer de gewone aankleding met stuc. In de twee zuilengalerijen waren uitbeeldingen van Isis en haar aanhangers, maar ook landschappen geschilderd. Een besloten ruimte bevatte echte Egyptische godenvoorstellingen als Harpocrates, Bes, Anubis en het `schip van Isis'. Het lijkt erop dat in een tempel voor een uitheemse godheid meer geëxperimenteerd werd. Dat wordt door monumenten van uitheemse cultussen in andere steden van het Romeinse Rijk bevestigd.

Personalia

Eric Maria Moormann (1955, Boxmeer) werkte onder meer aan de Universiteit van Amsterdam, het Nederlands Instituut te Rome (hoofd van de Afdeling Oudheid, waarnemend directeur), het Nederlands Instituut te Athene en de Universiteit van Bologna. Moormanns onderzoek bestrijkt het terrein van de antieke wand- en vloerdecoratie (schilderkunst en mozaïek) en de antieke beeldhouwkunst. Ook de studie van de doorwerking van de klassieke oudheid in de cultuur van West-Europa, behoort tot zijn terrein. Verscheidene boeken en veel artikelen van zijn hand zijn over deze onderwerpen verschenen.
Moormann heeft de leiding van een onderzoek, gecombineerd met een in 2001 gestarte grootscheepse restauratie van de Nemrud Dag in Oost-Turkije. Dit project wordt uitgevoerd in samenwerking met de UvA, de International Nemrud Foundation en het World Monuments Fund.

De Nijmeegse onderzoeksgroep profileert zich op het gebied van stadsonderzoek in Italië, met name Rome, Ostia en Pompeii. De aandacht gaat uit naar openbare en privé gebouwen en hun aankleding, alsmede hun functioneren in de stedelijke context. Moormann werkt op dit gebied nauw samen met collega prof.dr. Michael Erdrich van Provinciaal-Romeinse Archeologie, maar nu in de noordelijke provincies van het Romeinse Rijk (bijvoorbeeld Nijmegen, de oudste stad van Nederland, en Xanten).

De tekst van de rede wordt uitgegeven door uitgeverij SUN, Amsterdam.

7-1-2003