Katholieke Universiteit Nijmegen

Parasitoloog Sauerwein in oratie: Nederlandse tropenexpertise dreigt te verschralen
Geld nog steeds probleem in strijd tegen malaria Nijmeegse onderzoekers leverden onlangs een belangrijke bijdrage aan het in kaart brengen van het genoom van de malariaparasiet. De informatie uit de genetische code moet leiden tot een aantal kandidaat-vaccins. En een vaccin komt er, maar wanneer? Een groot probleem in de strijd tegen malaria is ook nog steeds het gebrek aan geld, zegt Robert Sauerwein, bijzonder hoogle-raar Tropische Parasitologie aan de KU Nijmegen. Hij hekelt in zijn oratie op vrijdag 10 januari de huidige Nederlandse opstelling in de financiering voor tropenonderzoek. "Die leidt tot grote ver-schraling van de Nederlandse expertise. De Nederlandse regering heeft alle middelen overge-maakt naar de WHO, waarmee ze de zeggenschap over haar eigen tropenexpertise uit handen heeft gegeven. Tot op de dag van vandaag heeft ons land op onderdelen een voortrekkerspositie, internationaal erkend, maar stiefmoederlijk behandeld in eigen huis".
Het overheidsbeleid is gericht op zorgverbetering voor de zwakste groepen en de armste landen. Beleid en uitvoering worden bepaald door de lokale vraag. "Een humaan en politiek correct uitgangspunt voor een land met een koloniaal verleden, maar volstrekt onvoldoende voor een oplossing op termijn. Dweilen met de kraan open en uiteindelijk toch verzuipen, omdat er onvol-doende kennis is en onvoldoende gereedschap voor controle op lange termijn. Er zijn te weinig goedkope anti-malariamiddelen en nog geen malariavaccins". Dr. R.W. Sauerwein is arts-microbioloog en hoofd Medische Parasitologie van de afdeling Medische Microbiologie van het UMC St. Radboud. De Nijmeegse groep heeft een leidende positie in Nederland en een internationale voortrekkersrol in malaria (vaccin-)onderzoek. Ze concentreert zich op drie taken hoofdtaken: eigen vaccinontwikkeling, Europese faciliteit voor testing van vaccins en tropenonderzoek.

Nijmeegse vaccinontwikkeling
Een bemoedigende ontwikkeling is de uitbreiding van fondsen voor de productie en klinische testing van kandidaatvaccins. Sauerweins groep doet onderzoek naar een enkele potentiële vaccins. Enkele jaren gelden vonden de Nijmeegse onderzoekers een bepaald eiwit (voor intimi: het 48/45) dat als basis kan dienen voor een malariavaccin. Bovendien kan nu, nu de ruim 5300 genen van de malariaparasiet en een aanzienlijk deel van hun eiwitten bekend zijn, gericht onderzoek gedaan worden naar die eiwitten die een rol spelen in de parasitaire cyclus. Daarvan kunnen een aantal nieuwe kandidaatvaccins worden af-geleid.

Centrum voor Klinische Malaria Studies
Het in 2001 geopende Centrum voor Klinische Malaria Studies is een Europese onderzoeksfaciliteit voor vaccintesting. Als eerste in Europa begon men hier met experimentele besmetting van gezonde vrijwilligers met malaria. Een eerste fase-I trial, waarbij de veiligheid van het vaccin en de immuunrespons in gezonde vrijwilligers wordt onderzocht, is inmiddels met succes afgerond. Daarna volgen fase-IIa trials waarin de bescherming door het vaccin wordt getoetst door besmetting van gezonde vrijwilligers. Een aantal trials is in voorbereiding.

Tropenonderzoek
Sauerweins parasitologengroep werkt voorts samen met lokale onderzoekers en een aantal partnerinstituten - aan capaciteitsopbouw in de gezondheidszorg en uitvoering van wetenschappelijk onderzoek in een aantal tropenlanden.

`De moeder aller koortsen', prof. dr. R.W. Sauerwein, oratie 10 januari 2003 KU Nijmegen.
10-1-2003


* Nijmeegs malaria onderzoek