Ministerie van Financiën

Persbericht

PERS-2003-05

Den Haag, 10-01-2003

Antwoord op kamervragen over de faciliteit voor de overdrachtsbelasting bij een juridische splitsing

VRAGEN


1.


Bent u ervan op de hoogte dat de voorwaarden voor de juridische splitsing die gesteld worden voor de overdrachtsbelasting afwijken van de voorwaarden voor de vennootschaps-, inkomsten- en kapitaalsbelasting?


2.


Is het niet merkwaardig dat de voorwaarden voor de splitsingsfaciliteit van de overdrachtsbelasting een belemmering opleveren voor de uitvoering van splitsingen?


3.

Deelt u het standpunt1 van uw ambtsvoorganger dat het geenszins de bedoeling is dat de overdrachtsbelasting een belemmering is voor de splitsing?


4.

Wat is uw opvatting over de afwijkende voorwaarden die gesteld worden in de diverse belastingwetten?


5.

Deelt u het standpunt dat het wenselijk is om de voorwaarden voor de faciliteit van de juridische splitsing


6.

Zijn er ontwikkelingen te bespeuren waaruit blijkt dat de voorwaarden voor de overdrachtsbelasting in overeenstemming komen met de voorwaarden in de andere belastingwetten?


1 Nota naar aanleiding van Verslag, Kamerstuk 25 709, nr. 5.

ANTWOORDEN


1. 


Ja.


2 t/m 6.


De voorwaarden die gelden voor de toepassing van de vrijstelling van overdrachtsbelasting bij een juridische splitsing enerzijds en de faciliteiten voor de vennootschaps-, inkomsten- en kapitaalsbelasting bij een dergelijke splitsing anderzijds lopen momenteel uiteen. Voor de overdrachtsbelasting geldt de voorwaarde dat aan de splitsing in overwegende mate zakelijke overwegingen ten grondslag liggen (zakelijkheidstoets). Voor de vennootschaps-, inkomsten- en kapitaalsbelasting geldt de voorwaarde dat de splitsing niet in overwegende mate is gericht op het ontgaan of uitstellen van belastingheffing (anti-misbruiktoets).

Ik acht het wenselijk dat de voorwaarden die gelden voor toepassing van de juridische splitsingsfaciliteiten voor de genoemde belastingmiddelen zoveel mogelijk overeenstemmen. Ik zal daartoe artikel 5c van het Uitvoeringsbesluit belastingen van rechtsverkeer, waarin de voorwaarden voor de juridische splitsingsvrijstelling voor de overdrachtsbelasting zijn opgenomen, zodanig aanpassen dat de zakelijkheidstoets wordt vervangen door de anti-misbruiktoets. Op deze wijze wordt aansluiting tussen de overdrachtsbelasting en de vennootschaps-, inkomsten- en kapitaalsbelasting bewerkstelligd.

Bij het vorenstaande plaats ik wel de kanttekening dat ik mij de vrijheid voorbehoud om voor de overdrachtsbelasting afwijkende of aanvullende voorwaarden op te nemen. Een reden daarvoor kan gelegen zijn in het feit dat de verschillende belastingen van karakter verschillen. Men moet zich hierbij bijvoorbeeld realiseren dat een faciliteit voor de vennootschaps- en inkomstenbelasting gericht is op claimbehoud, terwijl een faciliteit voor de overdrachtsbelasting doorgaans afstel van belastingheffing inhoudt.

Vooruitlopend op de besluitwijziging ben ik bereid om met toepassing van de hardheidsclausule bij de beoordeling van een verzoek om toepassing van de juridische splitsingsvrijstelling voor de overdrachtsbelasting, eventueel onder het stellen van voorwaarden, reeds uit te gaan van de anti-misbruiktoets in plaats van de zakelijkheidstoets.