UWV

UWV: Nieuwe werkloosheidswet nodig

11 januari 2003

Rapport UWV over vereenvoudigen en verminderen van regels en wetten

UWV: NIEUWE WERKLOOSHEIDSWET NODIG

UWV vindt dat er een nieuwe Werkloosheidswet moet komen. De wet is zo ingewikkeld, dat het voor UWV onmogelijk is te voldoen aan de eisen voor een rechtmatige en tijdige uitvoering. Dit adviseert UWV (Uitvoering Werknemersverzekeringen) in het rapport Deregulering aan minister De Geus van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Naast het advies over de WW, doet UWV tientallen andere voorstellen voor vereenvoudiging van wetten. Doel van deregulering is te komen tot meer duidelijkheid, verlaging van de administratieve lasten en tot een klantgerichte en doelmatige uitvoering.

WW
De huidige Werkloosheidswet is in 1987 ingevoerd. De bedoeling was om de WW aan te passen aan de veranderingen op de arbeidsmarkt. Daarbij werd gekozen voor een systeem waarbij de WW-uitkering afhankelijk is van het aantal arbeidsuren die iemand verliest. Om dit goed te kunnen beoordelen, was veel nadere regelgeving nodig. Het gevolg van deze systematiek is dat één uitkeringsgerechtigde acht verschillende, naast elkaar lopende WW-rechten kan hebben. Dit maakt de wet te ingewikkeld. Omdat het probleem in de systematiek van de wet ligt, adviseert UWV om de hele wet te vernieuwen in plaats van de bestaande wet te vereenvoudigen. UWV wil daarbij de werkloosheidsuitkering baseren op het verlies aan inkomen in plaats van op het verlies aan arbeidsuren.

Deregulering van andere wetgeving
Het voorstel voor het wijzigen van de WW staat niet op zichzelf. Alle wet- en regelgeving op het terrein van de sociale verzekeringen is in de afgelopen decennia steeds complexer geworden. Dit leidt ertoe dat UWV veel gegevens moet opvragen bij werkgevers en werknemers en dat het te lang duurt voor UWV een beslissing kan nemen.

UWV adviseert onder meer het volgende:
Bij wetswijzigingen moet één overgangsregeling komen. De vele wetswijzigingen hebben er toe geleid dat er meerdere groepen uitkeringsgerechtigden bestaan waarvoor verschillende criteria gelden. Nu zijn er bijvoorbeeld vier definities van het begrip arbeidsongeschiktheid, afhankelijk van wanneer iemand in de WAO gekomen is.
De verplichting om na één jaar en elke vijf jaar te herbeoordelen of iemand recht heeft op een WAO-uitkering moet vervallen. In plaats daarvan zou er een herbeoordeling moeten komen, wanneer de arbeidsdeskundige of verzekeringsarts dit nodig en zinvol acht. Dit kan dan eventueel ook eerder dan na één of na vijf jaar. Nu moet UWV ook mensen van wie bekend is dat de situatie niet veranderd is, oproepen. Dat kost veel tijd en heeft weinig effect. De hoorplicht zou vervangen kunnen worden door het horen op verzoek. Nu is UWV verplicht iedereen die bezwaar indient, te horen voor zij een beslissing neemt. Maar vaak vindt diegene dat niet prettig en komen zij op een hoorzitting omdat zij bang zijn hun uitkering te verliezen. Daarom stelt UWV voor om mensen te horen als zij zelf aangeven dat zij een toelichting willen geven op hun bezwaar.

In juli 2002 verzocht minister De Geus UWV om de gevolgen van de complexiteit van de wetgeving voor de uitvoering in kaart te brengen. Binnen UWV is geïnventariseerd waar medewerkers in de praktijk tegenaan lopen. Dit heeft ruim 700 reacties opgeleverd. Die zijn geanalyseerd en verwerkt in het rapport Deregulering. Naast voorstellen voor het dereguleren van wetgeving, is UWV ook bezig met het vereenvoudigen van interne regels en procedures.

Noot voor de redactie,