Provincie Utrecht

Persbericht

Bereikbaarheid, omgevingskwaliteit en economische ontwikkeling beter gewaarborgd

Provincie moderniseert locatiebeleid voor bedrijfsvestiging

14-1-2003
GS hebben een voorlopig locatiebeleid opgesteld, dat dienst doet als bouwsteen voor het nieuwe streekplan en voor het Strategisch Mobiliteitsplan Utrecht. Een locatiebeleid regelt waar bedrijven, voorzieningen en grootschalige detailhandel zich mogen vestigen. Een voorlopig beleid is nodig, om een aantal actuele ruimtelijke ontwikkelingen af te kunnen handelen. Bijvoorbeeld de mogelijke uitbreiding van het Antonius ziekenhuis in Nieuwegein; hiervoor moet het parkeerprobleem opgelost worden. Het 'oude' beleid biedt onvoldoende aanknopingspunten. In het oude beleid staan allerlei normen over parkeren en openbaar vervoer, die verlaten zijn in de Vijfde Nota Ruimtelijke ordening van het rijk. Het rijk wil de precieze normering meer aan gemeenten overlaten, maar wil wel graag met de provincie in gesprek komen over een nieuw locatiebeleid. Dit beleidsvoorstel wordt nu op 22 januari in de Provinciale Planologische Commissie (PPC) besproken met vertegenwoordigers van het rijk. Het locatiebeleid zal verder bediscussieerd worden op 27 januari in de statencommissie Ruimte & Groen, waarbij ook de commissies Wegen, verkeer en vervoer, Water en milieu en Cultuur en economie aanwezig zullen zijn.

Vestigingsmilieus in het streekplan
Het nieuwe locatiebeleid geeft ruim baan aan de economische ontwikkelingsmogelijkheden, waarbij milieueisen en de ruimtelijke kwaliteit per geval beoordeeld worden. Bereikbaarheid is belangrijk, maar dat kan zowel per auto, fiets of openbaar vervoer zijn. De vestiging van een bedrijf moet in deze breedte bekeken worden. Daarom is er in het nieuwe beleid voor gekozen te gaan werken met zogenaamde vestigingsmilieus. Kleinschalige bedrijven kunnen bijvoorbeeld goed gecombineerd worden met wonen; grote bedrijven moeten vlakbij wegen of vaarwegen liggen. In het streekplan zullen deze vestigingsmilieus worden aangegeven. De gemeenten kunnen in regionale samenwerking het bedrijfsvestigingsbeleid onderling nader afstemmen, het parkeerbeleid vormgeven, de mate van functiemenging bepalen, de bebouwingsintensiteit, de kwaliteit van de openbare ruimte en de milieukwaliteit verder uitwerken.

Vestigingsteams
Met de instelling van een of meer vestigingsteams willen GS bijdragen aan een goede uitwerking van het provinciaal locatiebeleid in gemeentelijke ruimtelijke plannen. Zo'n team adviseert in de ogen van GS niet alleen over 'het juiste bedrijf op de juiste plaats', maar begeleidt ook de samenwerking tussen de gemeenten. De teams moeten zich verder richten op het actueel houden van een vestigingsmilieu, het realiseren van intensief ruimtegebruik, duurzaam bouwen, een goede milieukwaliteit en het tijdig realiseren van de ontsluiting via wegen of openbaar vervoer.

Zeven vestigingsmilieus
In het locatiebeleid zijn zeven vestigingsmilieus onderscheiden. Deze variëren van hoogstedelijk met meerdere functies tot buitenstedelijk vanwege bijvoorbeeld de bereikbaarheid. Menging van functies is belangrijk voor stedelijke vitaliteit; daarom is het uitgangspunt 'mengen waar dat kan en ontmengen waar dat moet'. Ander uitgangspunt is dat de provincie zich richt op de dienstensector en kennisintensieve bedrijvigheid; dit vanwege de gewenste 'schone' economie met een intensief ruimtegebruik en een kwalitatief hoge uitstraling. Nieuw is een vestigingsmilieu voor grootschalige detailhandel. Dit maakt het bijvoorbeeld mogelijk dat op de locatie Westraven een nieuwe meubelboulevard zou kunnen komen. Verder is er een voorzieningenmilieu, waar bijvoorbeeld De Uithof onder valt. Veel voorzieningenmilieus zijn monoculturen; in De Uithof worden in het nieuwe beleid nu ook woningen mogelijk en een science park. Een ander voorbeeld van een specifiek vestigingsmilieu is Het Klooster in Nieuwegein; het gaat hier om de specifieke ontsluiting via vaar- en autowegen. Als voorbeeld van een specifiek kantorenmilieu noemen we Papendorp in Leidsche Rijn, een gebied waar veel consultants komen, meestal per auto. De autobereikbaarheid is hier dus belangrijk, naast het aanvullend openbaar vervoer, dat nodig is voor het personeel. > de zeven vestigingsmilieus in schema (MS Word, 42 Kb)

Meer informatie: Marja van Buuren, telefoon 030-258 32 07 of Marja.van.Buuren@provincie-utrecht.nl