CBS

Opbrengst lokale heffingen stijgt met 7,5 procent

De heffingen van provincies, gemeenten en waterschappen stijgen in 2003 met 7,5 procent. De totale lokale lasten voor burgers en bedrijven komen hierdoor uit op 8,8 miljard euro. De gemeenten innen hiervan 6,1 miljard euro, de rest gaat naar de provincies en de waterschappen. Dit blijkt uit de eerste voorlopige resultaten van een CBS-onderzoek naar de begrotingen van lagere overheden. De gemeentelijke heffingen stijgen dit jaar met 8,0 procent, de provinciale heffingen met 8,3 procent. De waterschapsheffingen groeien met 5,4 procent het minst.

Gebruikers onroerende zaken betalen meer
De onroerende zaakbelasting (OZB) levert de gemeenten naar verwachting 2,9 miljard euro op. Dat is bijna de helft van alle gemeentelijke heffingen. Eigenaren gaan in totaal 7,5 procent meer betalen in 2003, gebruikers 9,2 procent. De opbrengst neemt toe door nieuwbouw, maar ook door verhoging van de tarieven. Het gebruikersdeel stijgt in procenten sterker dan het eigenarendeel omdat veel gemeenten een vast bedrag aan korting op dit deel van de OZB geven, de zogenoemde Zalmsnip. In 2003 geven een aantal gemeenten bovendien de Zalmsnip niet meer via de OZB, maar via andere heffingen. Zonder de effecten van de Zalmsnip zou de stijging van het gebruikersdeel 6,9 procent bedragen. Naast de OZB zijn vooral de rioolrechten en de afvalstoffenheffingen van belang voor de gemeente. Deze heffingen stijgen iets minder dan gemiddeld.

Meer opbrengst uit parkeren en bouwen
De bouwleges en de parkeerbelasting stijgen met meer dan 10 procent. In beide gevallen spelen tariefsverhogingen een rol. Daarnaast neemt de opbrengst van de bouwleges toe omdat gemeenten naar verwachting meer bouwvergunningen zullen afgegeven. De parkeerbelastingen brengen meer op door uitbreiding van het betaald parkeren. Dit betekent dat op meer plaatsen of gedurende een groter deel van de dag betaald moet worden. Daarnaast zijn in enkele gemeenten nieuwe parkeergarages gereedgekomen, die voor een hogere opbrengst zorgen.

Forensenbelasting in de lift
Opvallend is de stijging van de forensenbelasting. Enkele gemeenten hebben deze belasting ingevoerd of uitgebreid ten koste van de toeristenbelasting. Dit heeft voornamelijk gevolgen voor de bezitters van recreatiewoningen en stacaravans in de betreffende gemeenten. Betrekkelijk weinig gemeenten heffen forensenbelasting, zodat het beleid van enkele gemeenten veel invloed heeft op de opbrengstgroei voor heel Nederland. Hoewel de forensenbelasting in sommige gemeenten de plaats van de toeristenbelasting inneemt, daalt de toeristenbelasting niet. Ten eerste kent de toeristenbelasting een veel grotere opbrengst, zodat de verschuivingen minder zichtbaar zijn. Ten tweede begroten verschillende gemeenten een aanzienlijk hogere opbrengst dan vorig jaar. Na de aanslagen van 11 september 2001 in New York werd een grote daling van het aantal buitenlandse toeristen verwacht. Dit heeft tot lage ramingen van de toeristenbelasting in de begroting van 2002 geleid.

Kleine dalers
Van enkele lokale heffingen daalt de opbrengst, maar in het algemeen zullen burgers daar weinig van merken. De baatbelasting daalt door het intrekken van een aantal verordeningen. Baatbelasting dient om de kosten van gemeentelijke voorzieningen, zoals de inrichting van groenvoorzieningen of een winkelcentrum, te verhalen. De marktgelden dalen door privatiseringen en teruglopende activiteiten. Bij de provinciale heffingen zijn de opbrengstdalingen het grootst. Met name de grondwaterbelasting en de heffing nazorg stortplaatsen zullen in 2003 minder opbrengen. Voor consumenten levert dit weinig rechtstreeks voordeel op aangezien er maar weinig burgers zijn die voor deze twee heffingen een aanslag krijgen.

Technische toelichting
Onderzocht zijn de zogenaamde primitieve begrotingen. Dit zijn de begrotingsvoorstellen die aan de verantwoordelijke politieke organen (gemeenteraad, provinciale staten, of de verenigde vergadering van een waterschap) worden voorgelegd. Wijzigingen die mogelijk optreden in de loop van deze besluitvormingstrajecten kunnen gevolgen hebben voor de hier gepresenteerde resultaten. In dit persbericht zijn steeds de totale opbrengsten van de heffingen vermeld. Stijging van deze opbrengsten wil niet zeggen dat alle burgers hun lasten met dezelfde percentages zien stijgen. In de eerste plaats drukken de heffingen niet alleen op burgers, maar ook op bedrijven. Daarnaast is er geen sprake van uniforme belastingdruk doordat er grote verschillen bestaan tussen de verschillende gemeenten. Gepresenteerd worden de netto opbrengsten, dat wil zeggen de opbrengsten na aftrek van de kortingsmaatregelen en kwijtschelding. Er is op dit moment nog geen informatie beschikbaar over de uitsplitsing van belastingdruk naar grootte van gemeenten of naar regio.

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de persdienst van het CBS. Tel. (070) 337 58 16 Fax (070) 337 59 71 E-mail: persdienst@cbs.nl

PB03-009
15 januari 2003
9.30 uur
Centraal Bureau voor de Statistiek
Persbericht