VNG: grotere inzet ministerie verbetering leefbaarheid wijken
(15/01/03)
Stedelijke vernieuwing en de aanpak van achterstanden in woonwijken
vergt de komende jaren op brede schaal een grote inzet van gemeenten
en Rijksoverheid. De maatregelen die minister Kamp onlangs in zijn
Actieprogramma herstructurering heeft gepresenteerd om het proces van
stedelijke vernieuwing te versnellen, kunnen daarom niet worden
beperkt tot slechts vijftig wijken, zoals de minister in zijn
programma aangeeft. Dit schrijft de VNG in een brief aan de voorzitter
van de Tweede Kamer der Staten Generaal.
Op basis van de meerjarenprogramma's van de dertig steden kan al snel
geconcludeerd worden dat de het aantal achterstandwijken groter is dan
vijftig. Bovendien hebben veel gemeenten die op basis van het
actieprogramma van Kamp vooralsnog niet in aanmerking komen voor
ondersteuning, te maken met achterstanden in de herstructurering.
Ook deze gemeenten moeten volgens de VNG in de gelegenheid worden
gesteld om de achterstandswijken aan te pakken middels de faciliteiten
en instrumenten die in het actieprogramma van de minister worden
genoemd.
Daarbij is de stagnatie in de herstructureringsopgave en de
nieuwbouwproductie sinds langere tijd een probleem. De VNG heeft in de
brochure Tempo met regels voorstellen gedaan om met aanpassing van
wet- en regelgeving het bouwproces te versnellen. Tijdens de
Kamerbehandeling van de begroting van 2003 van het ministerie van VROM
heeft de minister maatregelen aangekondigd om de stagnatie te
doorbreken.
De VNG dringt er bij de Tweede Kamer op aan dat ook zij toezien op de
daadwerkelijke uitvoering van de voornemens van de minister. Ook over
de omvang van het Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV) voor
de periode 2005-2009 is nog onduidelijkheid. Tijdens de
kamerbehandeling van de begroting 2003 van het ministerie van VROM,
gaf de minister aan dat er voor de tweede ISV-periode ongeveer 1,6
miljard beschikbaar is.
Dit is een forse bezuiniging ten opzichte van het in 1999 aan de
Tweede Kamer genoemde indicatieve budget van circa 2,5 miljard.
Gemeenten moeten snel zekerheid hebben over het beschikbare
ISV-budget, zodat zij op grond daarvan een aanpak op lange termijn
kunnen realiseren en als betrouwbare partner op kunnen treden richting
overige investeerders.
Gezien de beperkte financiële middelen van gemeenten is een actieve
inzet van corporatiegelden noodzakelijk. Tijdens de behandeling van de
VROM-begroting 2003 heeft de minister aangegeven dat corporaties
binnen een half jaar in beeld moeten brengen wat hun plannen zijn in
de betreffende wijken. In het Actieprogramma herstructurering is dit
voorstel van de minister echter nog onvoldoende verder uitgewerkt.
De VNG ondersteunt de plannen van de minister, maar waarschuwt ervoor
dat concentratie van de financiële middelen van corporaties op de
circa vijftig wijken ertoe kan leiden dat minder noodzaak wordt gezien
voor investeringen op stedelijk en regionaal niveau. Hierover moeten
concrete afspraken worden gemaakt, bijvoorbeeld in de
verstedelijkingsafspraken.
Daarnaast is een financiële inzet van corporaties nodig om de
stedelijke vernieuwingsopgaven in de overige gemeenten te realiseren.
Indien de koppeling van taken en middelen van corporaties niet op
korte termijn tot stand is gekomen, moet naar de mening van de VNG
naar een structurele oplossing worden gezocht om die alsnog tot stand
te brengen.
Den Haag, 15 januari 2003
Voor beleidsinformatie:
VNG-NET
VNG gelieerde websites