SERV
Jozef II-straat 12-16
1000 BRUSSEL
Tel. (00 32) 2 209 01 11
Fax. (00 32) 2 217 70 08


Persbericht

Vlaamse regering moet ook in 2003 op de uitgavenrem staan

Brussel, 15 januari 2003

T.a.v. de redactie,

Jaarlijks onderwerpt de SERV de goedgekeurde begrotingsopmaak aan een evaluatie in januari. Die evaluatie bevestigt de ramingen die de SERV in juli maakte. Er moest bespaard worden op het bestaande beleid en voor nieuwe initiatieven is niet veel ruimte. De SERV stelt vast dat, met de nieuwe norm conform de Europese afspraken, de Vlaamse regering opnieuw op de uitgavenrem moet staan. Zoals de begrotingen nu goedgekeurd zijn, zal er pas overeenstemming zijn als ongeveer ¬ 491 mln. begrote uitgaven niet worden gebruikt. Naar verwachting zal dat probleem nog wat scherper worden bij de eerstvolgende begrotingscontrole. Wel heeft de regering daarvoor enige "buffer" beschikbaar, zodat een aantal tegenvallende ontwikkelingen nog kunnen gecompenseerd worden. Voorlopig houdt de SERV het op een bijkomende kloof van ¬ 61,5 mln., tenminste als de economische ontwikkelingen niet sterker tegenvallen dan nu wordt aangenomen.

Door SERV voorspelde ingrepen op begroting bevestigd In juli voorspelde de SERV scherpe begrotingsproblemen voor 2003. Bij ongewijzigd beleid zou de Vlaamse regering ¬ 327 mln. moeten besparen. Terwijl de ramingen van de SERV toen als te pessimistisch werden afgedaan, blijken ze nu zelfs nog te optimistisch. De middelen bedragen nog ¬ 104 mln. minder. Er was dan ook geen ruimte voor nieuwe initiatieven. Daarom heeft de regering de begroting 2002 aangepast met een bijkomende dotatie aan het Financieringsfonds voor schuldafbouw en eenmalige investeringen (FFEU). Bovendien werd voor ¬ 400 mln. ingegrepen op de beleidskredieten (waaronder bijvoorbeeld de verhoogde bijdrage voor de zorgverzekering) en voor ¬ 525 mln. op de betalingskredieten (onder meer door het gebruiken van reserves op MiNa-fonds en het Vlaams Infrastructuurfonds). Verder heeft de regering een belangrijk deel van de uitgaven over een grotere periode gespreid (bijvoorbeeld bij het gemeentefonds). Reserves gebruiken en spreiden leidt uiteraard tot problemen in latere jaren.

Nieuwe HRF-norm verscherpt budgettaire problemen
Voor 2002 geldt een overgangsregeling, vanaf 2003 geldt de strikte toepassing van het Europees stabilisatieprogramma, de zogenaamde ESR-methode. Deze benadering consolideert de diensten met afzonderlijk beheer (DAB) en de Vlaamse openbare instellingen (VOI) met de algemene begroting. In de praktijk betekent dit dat de norm van de Hoge Raad voor Financiën verstrengt. Vooral op korte termijn wordt het gebruiken van reserves op deze instellingen direct voelbaar. Ook de regering maakt een toetsing van de norm. Zij gaat al bij voorbaat uit van een onderbenutting van de begrotingskredieten. Zonder die onderbenutting kan de regering geen begroting neerleggen die de norm respecteert. Daarenboven mag het negatieve ESR-saldo op de DAB s en VOI niet meer bedragen dan ¬ 74 mln. Volgens de SERV is dit plaatje onvolledig en te rooskleurig en zal de vereiste onderbenutting uitgesproken hoger moeten zijn, met name ¬ 491 mln. Dit is niet onrealistisch. Toch is het opletten geblazen. De onderbenutting is meestal het gevolg van specifieke factoren. Op voorhand erop speculeren dat bepaalde uitgaven ingeschreven in de begroting niet worden gebruikt, is problematisch. Het is dan ook nodig indicaties te geven over de rubrieken van de begroting waarop een onderbenutting te verwachten valt om de haalbaarheid ervan in te schatten. Zo zal blijken of essentiële onderdelen van het beleid in het gedrang komen.

Begrotingscontrole 2003 : extra inspanningen of norm versoepelen De herziene groeicijfers en de slechte economische vooruitzichten zetten een serieuze domper op de begroting 2002 en 2003. Uiteindelijk valt het nog wel mee omdat de lagere economische groei voor 2002 gecompenseerd wordt door de verbetering van de ruilvoet en dus ook de groei van het Bruto Nationaal Inkomen (BNI) waardoor Vlaanderen meer ontvangt uit de personenbelasting. Bovendien rekende de regering met een (te) lage raming van de gewestbelastingen. Ten slotte kan, door de minder uitgesproken negatieve groeiverwachtingen, de aangelegde conjunctuurreserve aangewend worden voor beleid. Uiteindelijk verwachten we een daling van de middelen met ¬ 77 mln. Als de druk langs de uitgavenzijde in de hand wordt gehouden kunnen de bijkomende inspanningen in vergelijking met de initiële begroting beperkt blijven tot ¬ 61,5 mln. extra inspanningen en als de groei blijft tegen vallen zou dit zelfs kunnen verdubbelen. Maar, zoals in het SERV-advies van juli al aangegeven, de regering kan de norm versoepelen met ongeveer ¬ 135 mln. vanwege de prestaties uit het verleden.

Alle adviezen van de SERV vindt u ook op de SERV-website : www.serv.be Voor meer informatie over dit persbericht kan u contact opnemen met de SERV, Christine Jacobs, Communicatieverantwoordelijke, tel. 02/20.90.188, cjacobs@serv.be