Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Antwoorden op kamervragen over Bioprimatencentrum (BPRC)

De Voorzitter van de Tweede
Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag

DBO-K-U-2347379

15 januari 2003

Hierbij zend ik u mede namens Minister van Onderwijs Cultuur en Wetenschappen de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Terpstra (VVD) over Bioprimatencentrum (BPRC) (2020305100).

De Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,

drs. Clémence Ross-van Dorp

Bioprimatencentrum (BPRC) 1. Bioprimatencentrum (BPRC)

Antwoorden op kamervragen van het Kamerlid Terpstra over Bioprimatencentrum (BPRC) (2020305100).

---

Vraag 1.

Bent u bereid er bij het Primatencentrum op aan te dringen om in het kader van het experi- menteel Hepatitis-C onderzoek met chimpansees geen onomkeerbare handelingen te verrich- ten tot de rechter (op 3 januari 2003) uitspraak heeft gedaan in het kort geding dat de Dieren- bescherming, op 19 december jl., heeft aangespannen tegen de Staat der Nederlanden en het Primatencentrum?

Antwoord

Het BPRC heeft, na verkregen positief advies van de Dierexperimentcommissie, een aanvang gemaakt met het experiment. Gedurende de eerste weken worden bij de voor het experiment geselecteerde chimpansees zogenaamde nulwaarden, relevante fysiologische en immunolo- gische parameters, vastgesteld. Daarna, vanaf februari, vindt in enkele ronden vaccinatie plaats, in het najaar gevolgd door infectie met het virus. Het is tegen deze achtergrond niet nodig geweest om bij het BPRC aan te dringen op het niet verrichten van onomkeerbare han- delingen. Inmiddels heeft de rechter in kort geding in zijn uitspraak van 3 januari j.l. de vorde- ringen van de Dierenbescherming aan het BPRC en de Staat afgewezen en de vordering van het BPRC, gericht op rectificatie van het persbericht van de Dierenbescherming over het kort geding in reconventie toegewezen.