ANBO

Utrecht, 16-01-2003
ANBO raadpleegt achterban: ANBO stelt voorwaarden aan pensioenconvenant
Op donderdag 16 januari 2003 heeft de ANBO voor 50-plussers, haar leden geraadpleegd over het concept-convenant tussen de seniorenorganisaties in het Coördinatieorgaan Samenwerkende Ouderenorganisaties (CSO) en de Stichting van de Arbeid. De 180.000 leden bepaalden daar het ANBO-standpunt met betrekking tot regeling van de medezeggenschap van senioren in de pensioenfondsen. Het huidige onderhandelingsresultaat biedt niet voldoende aanknopingspunten om direct het traject te starten dat moet leiden tot wetgeving. De bepaling in het nu op tafel liggende concept-convenant voorziet pas over vier jaar in deze mogelijkheid. Dat duurt de ANBO te lang: de doorlooptijd van het convenant dient gebruikt te worden om het wetgevingstraject direct op te starten. In die periode dient het convenant wel als een werkbare tussenoplossing.

De ANBO heeft zich als één van de 50+ organisaties de afgelopen jaren sterk gemaakt om de medezeggenschap van gepensioneerden via deelnemersraden te versterken. De ANBO reageerde dan ook teleurgesteld toen bleek dat een ruime meerderheid van de pensioenfondsen de gemaakte convenantafspraken uit 1998 tot op heden naast zich neer hebben gelegd.

Door dit negeren van de afspraken door de pensioenfondsen is weliswaar de roep om wetgeving steeds sterker geworden. Toch acht de ANBO het niet zinvol om op dit moment vastlegging van de medezeggenschap in de wet te eisen.

De ANBO is van mening dat binnen vier jaar de tijd wél rijp moet zijn om in de Tweede Kamer een meerderheid te vinden voor een wetsvoorstel waarin de medezeggenschap voor gepensioneerden wordt geregeld. De ANBO wil niet nog vier jaar wachten voordat het wetgevingstraject wordt gestart. De doorlooptijd van het convenant dient meteen gebruikt te worden om deze wetgeving voor elkaar te krijgen.