De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
uw brief van
uw kenmerk
ons kenmerk
DL. 2003/174
datum
16-01-2003
onderwerp
Mestbrief
TRC 2003/332
bijlagen
Geachte Voorzitter,
In vervolg op mijn toezeggingen in de brief van 17 december jl. over het mestbeleid, bericht ik u thans het volgende.
datum
16-01-2003
kenmerk
DL. 2003/174
bijlage
Ik heb zeer recent een rapport van deskundigen ontvangen over de
mogelijkheden om het forfaitaire spoor binnen het stelsel van MINAS
aantrekkelijker te maken. Dit vooral ter vervanging van het thans
gebruikte systeem van bemonstering. Het rapport is samengesteld door
het Expertise Centrum van het ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en
Visserij (EC-LNV) in samenspraak met deskundigen uit wetenschap en
bedrijfsleven. Uit het rapport komt naar voren dat het versterken van
het forfaitaire spoor grote impact heeft op het systeem. Het heeft
gevolgen voor de milieusturing, de administratieve lasten van de
sector en de uitvoeringskosten voor de overheid. In het rapport worden
enkele varianten geschetst, met slechts een globale kwantificering van
de gevolgen.
Zoals ik u in de brief van 17 december jl. heb gemeld wil ik over een
dergelijke majeure stelselwijziging intensief overleggen met de
belanghebbende maatschappelijke organisaties, alvorens hierover een
besluit te nemen. In deze discussie zal ook de wens van de Kamer
betrokken worden om voorraden te betrekken in de MINAS-aangifte.
Het rapport zal eind volgende week beschikbaar zijn voor
belangstellenden.
Ten aanzien van de toezegging om u zo snel mogelijk te berichten over
de wenselijkheid en vormgeving van een aanvullend systeem van
'demping', moet ik u melden dat dit nog enkele weken extra tijd
vraagt.
Mijn inzet is om het effect van een dergelijk systeem zo gericht
mogelijk in te zetten voor bedrijven die door toevallige meetfouten
heffingen betalen. In februari zal ik hierover nader berichten.
De staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer
en Visserij,
ir. B.J. Odink
---