Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018
2500 EA Den Haag
uw brief van

uw kenmerk

ons kenmerk
VVA. 2002/25
datum
16-01-2003

onderwerp
Paraatheid dierziektebestrijding
TRC 2003/208

bijlagen

Geachte Voorzitter,

Naar aanleiding van het verzoek van de vaste commissie voor Landbouw, Natuurbeheer en Visserij van 18 december 2002 om meer informatie over de uitvoering van de motie-Ormel c.s. (Kamerstukken II, 2002-2003, 28 474, nr. 4) en de ervaringen die zijn opgedaan met het oefenen met de meest recente MKZ-draaiboeken, bericht ik u het volgende.

datum
16-01-2003

kenmerk
VVA. 2002/25

bijlage

Door diverse dierziekte-uitbraken in de afgelopen jaren (KVP 1997, BSE 2000 en MKZ 2001) en crises op het vlak van voedselveiligheid (dioxine 1999, MPA 2002) heeft mijn departement de laatste jaren verschillende keren te maken gehad met het handelen in crisissituaties. Dit heeft geleid tot een groeiend bewustzijn van het belang van een hoge paraatheid om zo adequaat mogelijk te kunnen reageren op een uitbraak van een dierziekte. Ook nu al worden er regelmatig oefeningen gehouden om de bestrijding effectief en efficiënt te laten verlopen. De verschillende oefeningen en cursussen in dit kader vinden plaats op zowel beleidsniveau als uitvoeringsniveau.

Op beleidsniveau worden er onder andere jaarlijks cursussen en oefeningen georganiseerd die betrekking hebben op crises. Daarbij wordt gebruik gemaakt van de verschillende beleidsdraaiboeken. Ook wordt er op dit moment een spelsimulatie ontwikkeld door de Universiteit Nijmegen waarin de samenwerking tussen de regionale crisisstaf van LNV (in het RCC-LNV) met de bovengemeentelijke organisatie voor rampenbestrijding geoefend kan worden. In deze spelsituaties zal worden geoefend met de organisatiestructuur zoals die in de meest recente draaiboeken is vastgesteld.

Op uitvoeringsniveau vinden er ook zeer regelmatig cursussen en oefeningen plaats. Zo is er onder andere in het najaar van 2002 door de VWA/RVV geoefend met de aangewezen RCC-afdelingshoofden. Gedurende deze oefening is aan de orde geweest hoe te reageren op een verdenking, wat te doen bij een eerste uitbraak, het briefen en debriefen van de uitgezonden bestrijdingsteams en de dossiervorming. In 2003 zullen de uitvoeringsdraaiboeken MKZ en KVP meer hoofdstukspecifiek met deze betrokkenen geoefend worden. Tijdens deze oefeningen zullen ook de GD en het CIDC betrokken worden. Dit is bij de oefeningen in 2002 nog niet het geval geweest. Tevens zal in 2003 gestart worden met het vormen van en oefenen met tien complete startteams. Deze startteams hebben als doel de eerste bedrijfsbezoeken na een geconstateerde besmetting snel en adequaat te kunnen uitvoeren. Daartoe zullen de deelnemers individueel, maar ook als team getraind worden, zodat een snelle reactie na een geconstateerde besmetting op het gebied van traceren, screenen, maar ook het ruimen van het besmette bedrijf mogelijk is. Daarbij komt ook dat er meerdere keren per jaar verdenkingen van een dierziekte gemeld worden bij de VWA/RVV. Op een verdenking, die een eerste en zeer belangrijke fase voor een eventuele uitbraak is, wordt door de VWA/RVV altijd adequaat binnen de daarvoor gestelde tijd gereageerd. Het team dat het verdachte bedrijf bezoekt, bestaat naast een dierziektedeskundige van de VWA/RVV ook uit de practicus van het betrokken bedrijf en een medewerker van de Gezondheidsdienst voor Dieren. De betrokken dierziektedeskundigen van de VWA/RVV worden continu bijgeschoold op alle facetten die komen kijken bij een bezoek in het kader van een verdenking op individuele veehouderijbedrijven. De handelingen die bij de genoemde bezoeken in het kader van een verdenking worden gepraktiseerd, zijn dezelfde handelingen die ook bij de bestrijding van een besmettelijke dierziekte van belang zijn. Naast de hiervoor genoemde oefeningen is het de intentie van de VWA/RVV in 2003 een integrale dierziekte-oefening te houden.

Zoals hiervoor gememoreerd, worden er op dit moment zowel bij LNV als bij de VWA/RVV regelmatig oefeningen gehouden, waarbij waar mogelijk rekening gehouden wordt met veranderingen van richtlijnen en draaiboeken. De uitgebreide oefening om de paraatheid van de veterinaire infrastructuur te toetsen, zoals in de motie-Ormel c.s. wordt voorgesteld, is voor 2003 voorzien.
De vorming van de VWA zal dan ook de continuïteit van de dierziektebestrijding niet aantasten, maar juist verder professionaliseren. Daarbij komt dat in het instellingsbesluit van de VWA mijn bevoegdheid om rechtstreeks de VWA/RVV in te kunnen zetten ten tijde van een uitbraak van een besmettelijke dierziekte al geregeld is. Over de specifieke aansturing van de VWA/RVV bij crises zal ik nog concrete afspraken maken met het ministerie van VWS en de VWA.

Ik zal u - conform het verzoek dat neergelegd is in de motie-Ormel c.s. - in het vervolg jaarlijks informeren over de evaluatie van de gehouden praktijkoefeningen in het kader van de dierziektebestrijding.

De minister van Landbouw, Natuurbeheer
en Visserij,

dr. C.P. Veerman


---