PERSBERICHT
16/01/2003

Toename van noten- en pindakaasconsumptie kan risico op type-II-diabetes bij vrouwen verkleinen

Als vrouwen meer noten en pindakaas eten, kunnen ze de kans om type-II-diabetes te ontwikkelen verkleinen, zo blijkt uit een artikel dat op 27 november is verschenen in The Journal of the American Medical Association (JAMA)1.

In Nederland lijden circa 440.000 mensen aan diabetes. De meeste van hen hebben type-II-diabetes. Type-II-diabetes is een groeiend probleem, dat verband houdt met overgewicht en hart- en vaatziekten. Diabetes kan ook nog een aantal andere ernstige gevolgen hebben, zoals slecht werkende nieren, steeds slechter wordende ogen en in het ergste geval amputatie van bijvoorbeeld tenen of voeten. Toch kan het ontstaan van de ziekte bij veel mensen worden voorkomen, of in ieder geval vertraagd.

Eerdere studies hebben al aangetoond dat noten, waaronder pinda's en pindakaas, een rol kunnen spelen bij het voorkómen van hart- en vaatziekten en overgewicht. Uit het onderhavige onderzoek blijkt nu voor het eerst dat de beschermende werking verder reikt en ook helpt de kans op type-II-diabetes te verlagen. Noten zijn namelijk rijk aan enkel- en meervoudig onverzadigde vetten, magnesium en voedingsvezels, allemaal voedingsstoffen die een gunstige invloed hebben op het diabetesrisico.

Een team van wetenschappers aan de Harvard School of Public Health heeft onder leiding van Dr. Rui Jiang bij 83.818 vrouwen uit de Nurses' Health Study* het verband bestudeerd tussen het eten van noten en het risico om type-II-diabetes te ontwikkelen. De vrouwen waren allen tussen de 34 en 59 jaar oud. Aan het begin van het gezondheidsonderzoek, in 1980, leed geen van hen aan diabetes, kanker of hart- en vaatziekten. In de periode van 1980 tot 1994 hebben de deelneemsters vijf vragenlijsten ingevuld over hun eetgewoonten. Na zestien jaar lang gevolgd te zijn, bleken 3206 van hen type-II-diabetes te hebben ontwikkeld.

Uit het onderzoek van Dr. Jiang en zijn team blijkt dat er een omgekeerd evenredig verband bestaat tussen het eten van noten en pindakaas en het risico type-II-diabetes te ontwikkelen. Hierbij is rekening gehouden met factoren als leeftijd, Quetelet-index, erfelijke aanleg voor diabetes, bewegingspatroon, roken, alcoholgebruik en totale calorie-inname.

Er blijkt een direct verband te bestaan tussen verlaging van het risico om type-II-diabetes te ontwikkelen en de hoeveelheid geconsumeerde noten en pindakaas: hoe hoger de consumptie, hoe sterker het risico afneemt. Bij vrouwen die (vrijwel) nooit noten eten, neemt het risico niet af; bij vrouwen die minder dan een keer per week een portie noten (28 gram) eten, daalt het risico met 8 procent; vrouwen die een tot vier keer per week een portie noten eten, lopen 16 procent minder risico en vrouwen die vijf of meer keer per week noten eten, 27 procent.

Vrouwen die minstens vijf keer per week pindakaas eten (een totale hoeveelheid van vijf eetlepels), lopen 21 procent minder risico om type-II-diabetes te ontwikkelen dan vrouwen die (vrijwel) nooit pindakaas eten.

Nadere analyse van de resultaten duidt erop, dat zelfs bij vrouwen met een verhoogd risico om type-II-diabetes te ontwikkelen vanwege andere risicofactoren, zoals overgewicht, roken en alcohol, degenen die relatief veel noten eten minder risico lopen dan degenen die weinig of geen noten eten.

Ongerustheid over het hoge vetgehalte van noten en pindakaas heeft het imago ervan negatief beïnvloed, terwijl er zeer veel recent onderzoek voorhanden is waaruit blijkt dat het eten van noten (waaronder pinda's en pindakaas) kan helpen het cholesterolgehalte in het bloed te verlagen en de kans op hart- en vaatziekten2, 3 te verkleinen. Zeer recentelijk is er bijvoorbeeld een ander onderzoek van de Harvard Medical School Group4 gepubliceerd waaruit blijkt dat noten en/of een dagelijkse portie pindakaas ook van waarde kunnen zijn voor mensen die met succes willen afvallen: tweeënhalf jaar later waren de deelnemers aan het onderzoek hun verloren kilo's nog steeds kwijt.

Regelmatig of dagelijks noten of pindakaas eten kan positief aan ons voedingspatroon bijdragen en helpen de kans op type-II-diabetes te verkleinen.


---

---

Noten voor de redactie:

1 eetlepel = 15 ml.
Dit onderzoek is mede mogelijk gemaakt dankzij subsidies van de Amerikaanse National Institutes of Health.


*Nurses Health Study: In 1976 zijn onderzoekers aan de prestigieuze Harvard School of Public Health in Boston begonnen met het Nurses' Health Study. In het kader van dit onderzoek zijn van 121.700 gediplomeerde vrouwelijke verpleegkundigen in de VS, in de leeftijd van dertig tot vijfenvijftig jaar, uitgebreide gegevens over leefgewoonten en gezondheid verzameld. Daarna zijn - en worden - er elke twee jaar vervolgvragenlijsten aan de deelneemsters gestuurd om informatie te verzamelen over mogelijke risicofactoren voor ziekten, en om recent vastgestelde ziekten als hartziekten en diabetes in kaart te brengen.

Type-II-diabetes: informatie afkomstig uit het in oktober 2002 gepubliceerde National Service Framework (NSF) document on Diabetes van het Britse Ministerie van Gezondheid.
Het aantal mensen met type-II-diabetes stijgt in alle leeftijdsgroepen. Het komt het meest voor bij mensen van boven de veertig, maar steeds vaker ook bij jongeren en jongvolwassenen. Deze stijging is het gevolg van bepaalde aspecten van onze moderne levensstijl, zoals andere eetgewoonten en minder lichamelijke inspanning, die beide kunnen leiden tot overmatige gewichtstoename en insulineresistentie.

Mensen met (ernstig) overgewicht, die weinig bewegen, bij wie diabetes in de familie voorkomt of die tot de lagere inkomensgroepen behoren, lopen een verhoogd risico om diabetes te ontwikkelen. Type-II-diabetes komt tot zes keer vaker voor bij mensen van Zuid-Aziatische afkomst dan bij blanken, en tot drie keer vaker bij mensen van Afrikaanse of Caribisch-Afrikaanse komaf. Ook mensen van Chinese afkomst en andere niet-blanke groepen worden er vaker mee geconfronteerd. De kans op diabetes stijgt sterk met het ouder worden: een op de twintig 65-plussers in Groot-Brittannië heeft diabetes, bij 85-plussers is dat zelfs een op de vijf.
Er zijn steeds meer aanwijzingen dat type-II-diabetes voorkomen kan worden ? of dat het moment waarop het zich openbaart in ieder geval kan worden uitgesteld ? door (ernstig) overgewicht aan te pakken en beweging te stimuleren. De kans op diabetes neemt toe met het lichaamsgewicht: diabetes komt ongeveer drie keer zo vaak voor bij mensen die tijdens hun volwassen leven 10 kg zijn aangekomen als bij mensen die op gewicht zijn gebleven.
De stijging van het aantal mensen met type-II-diabetes vormt een afspiegeling van het percentage mensen, inclusief kinderen en jongeren, met (ernstig) overgewicht. Bij mensen met overgewicht heeft het lichaam meer moeite met de verwerking van insuline en dat maakt overgewicht tot een risicofactor voor type-II-diabetes. De verdeling van vet over het lichaam is hierbij ook van belang. Vet dat rond het middel wordt opgeslagen ("appelvorm") is ook een risicofactor voor diabetes, los van de Quetelet-index. Regelmatig bewegen verlaagt de kans op type-II-diabetes doordat het de insulinetolerantie verhoogt. Ernstig overgewicht, ofwel obesitas, is een van de grootste risicofactoren voor type-II-diabetes en vormt inmiddels wereldwijd een belangrijk gezondheidsprobleem. In de Verenigde Staten heeft meer dan de helft van de bevolking al overgewicht, en lijden ruim 50 miljoen mensen, 23 procent van de volwassen bevolking, aan obesitas. In Engeland, aldus de conclusies van Tackling Obesity in England, het in februari 2001 verschenen rapport van de National Audit Office, is inmiddels bij bijna twee derde van de mannen en meer dan de helft van de vrouwen sprake van overgewicht of obesitas. Het probleem neemt daar sneller toe dan in andere Europese landen. In Nederland heeft bijvoorbeeld 'slechts' 40 procent van de mannen en 30 à 40 procent van de vrouwen last van overgewicht (bij elkaar 3,5 miljoen mensen), en lijdt 10 procent van de bevolking aan obesitas. Als de huidige trend zich voortzet, lijdt in 2010 zelfs een op de vier volwassen Engelsen aan obesitas. Er bestaat een verband tussen (ernstig) overgewicht en veelvoorkomende chronische ziekten zoals te hoge bloeddruk, coronaire hartziekten, diabetes, artritis, en sommige vormen van kanker. Naar verwachting zullen in 2010 de totale kosten van obesitas voor de Engelse economie ruim 3,5 miljard pond per jaar bedragen.

Naar de volgende publicaties wordt in dit persbericht verwezen:


1. Jiang, R; Manson, JE; Stampfer, MJ; Liu, S; Willett, WC; Hu, FB (2002). A prospective study of nut consumption and risk of type II diabetes in women. Journal of the American Medical Association; 288, p. 2554-2560.

2. PM Kris-Etherton et al (2001). The Effects of Nuts on Coronary Heart Disease Risk. Nutrition Reviews; 59, 4, p. 103- 111.
3. FB Hu, JE Manson, WC Willett (2001). Types of Dietary Fat and Risk of Coronary Heart Disease: A Critical Review. Journal of the American College of Nutrition; 20,1, p. 5-19

4. K McManus, L Antinoro, F Sacks (2001). A Randomised Controlled Trial of a Moderate Fat, Low- Energy Diet with a Low Fat, Low- Energy Diet for Weight Loss in Overweight Adults. International Journal of Obesity; 25, 5, p. 1503-1511

Voor nadere informatie over de (gezondheids)voordelen van pinda's en pindakaas, kunt u terecht op de website www.peanutsusa.org.uk/pn2, of contact opnemen met:

Saskia Buitink, Informatiebureau Amerikaanse Pinda's, 020 - 305 82 88