Katholieke Universiteit Nijmegen

´40 jaar Frans-Duitse samenwerking (1963-2003): Verdiensten en toekomstvisies uit Nederlands-, Duits- en Frans perspectief´
Datum 20-1-2003

Tijd van 13:00 tot 17:00 uur
Organisatie Centrum voor Duitsland-Studies KUN, Centrum voor Frankrijkstudies (UU)
Plaats Aula, Comeniuslaan 2
Soort Evenement congres

Beschrijving

Op 22 januari 1963 ondertekenden de Duitse bondskanselier Konrad Adenauer en de Franse president Charles De Gaulle in het Parijse Elysée-paleis het Frans-Duitse samenwerkingsverdrag. Dit verdrag zou voorgoed een einde moeten maken aan het erfvijandschap tussen Frankrijk en Duitsland. Door middel van samenwerking op het gebied van buitenlands beleid, defensie, cultuur en onderwijs zouden beide landen op vriendschappelijke wijze de toekomst tegemoet treden. In een televisietoespraak stelde Adenauer destijds: Ik ben er vast van overtuigd, dat dit verdrag door de geschiedschrijving zal worden gezien als een van de belangrijkste en meest waardevolle politieke overeenkomsten uit de naoorlogse geschiedenis en ik ben er vast van overtuigd, dat het zowel beide volken als Europa en de wereldvrede tot nut zal zijn.

Hoewel de verzoening met Frankrijk, samen met het streven naar Westbindung en Gleichberechtigung een van de pijlers van de Europese politiek van Adenauer vormde, kwam het initiatief voor het samenwerkingsverdrag van De Gaulle. De Franse president had in september 1960 zijn plannen voor een Unie van Staten bekend gemaakt. Volgens De Gaulle zou Europa, onder leiding van Frankrijk, moeten streven naar een grotere rol in de wereldpolitiek door niet alleen op economisch gebied meer samen te werken, maar ook op het terrein van de (buitenlandse) politiek, defensie en cultuur. Over deze organisatie, die niets anders dan een intergouvernementeel samenwerkingsverband tussen soevereine staten zou kunnen zijn, zouden eerst Frankrijk en Duitsland het eens moeten worden, waarna ook andere lidstaten van de EEG zouden kunnen toetreden. Op deze manier dacht De Gaulle niet alleen de afhankelijke positie van Europa ten opzichte van de Verenigde Staten te verbeteren, maar wilde hij tevens een einde maken aan de invloed van de supranationale instellingen van de Europese Gemeenschappen.

De plannen van De Gaulle waren een doorn in het oog van de toenmalige Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken, Joseph Luns. De grote vrees van Luns was dat een Frans-Duitse as het Europese integratieproces zou gaan domineren. In april 1962 lopen de onderhandelingen tussen de lidstaten van de EEG over de Unie van Staten, als gevolg van het verzet vanuit zowel Nederland als België, uiteindelijk definitief vast. De eis van Luns dat eerst het Verenigd Koninkrijk tot de EEG zou moeten toetreden alvorens een volgende stap te zetten, bleek voor De Gaulle teveel gevraagd (het bewaren van de supranationaliteit van het integratieproces leek voor Luns minder zwaar te wegen).

Nadat de plannen voor de Unie van Staten op verzet stuitten, blijven Adenauer en De Gaulle met elkaar in gesprek. Adenauer dringt er bij De Gaulle op aan, om nog een laatste keer te onderzoeken of ook andere lidstaten van de EEG bereid zouden zijn aan de Unie van Staten deel te nemen. De poging mislukt, waardoor voor zowel Adenauer als De Gaulle duidelijk is dat ze samen verder moeten en uiteindelijk een bilaterale overeenkomst opstellen.

Inmiddels is het veertig jaar geleden dat het Frans-Duitse verdrag met een broederlijke omhelzing tussen beide staatslieden werd bezegeld. Naar aanleiding van dit jubileum organiseren het Centrum voor Duitsland-Studies van de KU Nijmegen en het Centrum voor Frankrijkstudies van de Universiteit Utrecht een congres over de verdiensten en toekomstperspectieven van de Frans-Duitse samenwerking. Hoe heeft de Frans-Duitse samenwerking binnen Europa na de ondertekening van het verdrag gestalte gekregen? Zijn de verwachtingen van Konrad Adenauer bewaarheid? Heeft de samenwerking geleid tot een door Joseph Luns zo gevreesde Frans-Duitse as? In hoeverre heeft de binationale samenwerking tussen beide landen nog betekenis voor het Europese integratieproces? Deze en andere vragen zullen tijdens het congres door een aantal vooraanstaande en bij uitstek deskundige sprekers aan de orde worden gesteld.

Het congres wordt mede mogelijk gemaakt door het Duitslandprogramma van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen.

Programma

13.00 13.05 uur Welkomstwoord prof. dr. Bob Lieshout (Centrum voor Duitsland-Studies)
13.05 13.15 uur Welkomstwoord van de Duitse ambassadeur in Nederland,
dr. Edmund Duckwitz
13.15 13.25 uur Welkomstwoord door de Franse ambassadeur in Nederland,
mw. Anne Gazeau-Secret
13.25 13.30 uur Opening door dagvoorzitter prof. dr. Henk Wesseling (Netherlands Institute for Advanced Studies in the Humanities and Social Sciences, NIAS)
13.30 13.50 uur Inleiding Pierre Maillard
(Conseiller diplomatique General De Gaulle)
Les sentiments de Général de Gaulle sur lAllemagne 13.50 14.10 uur Inleiding Hermann Kusterer
(voormalig tolk van Konrad Adenauer en auteur van Der Kanzler und der General)
"Der Elysée-Vertrag - Wieso überhaupt?"
14.10 14.30 uur Pauze
14.30 14.50 uur Inleiding prof. dr. Wilfried Loth (Universität Essen)
Der deutsch-französische Vertrag in der Praxis: Leistungen und Probleme
14.50 15.10 uur Inleiding prof. dr. Alfred van Staden (Directeur Instituut Clingendael)
"De ontwikkeling van de Frans-Duitse samenwerking binnen de Europese Gemeenschap / Europese Unie vanuit Nederlands perspectief" 15.10 15.30 uur Inleiding prof. dr. Georges-Henri Soutou (Université de Paris-Sorbonne)
Le traite de lElysée: vers une communaute strategique franco-allemande?
15.30 15.50 uur Pauze
15.50 17.00 uur Discussie onder leiding van prof. dr. Henk Wesseling
17.00 18.00 uur Borrel
Contactpersoon Drs. Joost Kleuters
Email J.Kleuters@cds.kun.nl
Telefoon 024- 361 1124


* www.kun.nl/cds