Ingezonden persbericht
Redactie,

Rotterdam Basketbal heeft naar aanleiding van het verdwijnen van Breda Basketball uit de eredivisie zijn sponsors, het bestuur van de FEB en de andere clubs uit de eredivisie een open brief gestuurd. Hierbij een kopie van het schrijven van voorzitter Cees Pille, waaruit blijkt dat solide beleid op dit moment niet loont.

Ardie den Hoed


FEB-clubs weigeren collectieve actie na faillissement Breda Basketball

Rotterdam Basketbal staat alleen in wens krachtig beleid

ROTTERDAM - Rotterdam Basketbal staat pijnlijk alleen in de wens structurele veranderingen in de Nederlandse basketbaltop aan te brengen. De club heeft er meer dan genoeg van de gang van zaken rond de faillissementen van clubs. Het verdwijnen van Breda Basketball uit de competitie zorgde andermaal voor (te) veel negatieve publiciteit. Mede daardoor wordt steeds lastiger om mensen en bedrijven te overtuigen dat basketbal een fatsoenlijke sport en het investeren waard is.

De Federatie Eredivisie Basketbal (FEB) zal dat volgens Rotterdam Basketbal moeten voorkomen. Onder meer door de clubs te dwingen bij te dragen in de toekomst van het Nederlandse basketbal. Bovendien zou de FEB volgens Rotterdam Basketbal krachtiger stelling moeten nemen tegen alle initiatieven die clubs in staat stellen uit het niets een plaats te kopen in de eredivisie. Rotterdam Basketbal formuleerde daartoe drie stellingen die in het FEB-licentiereglement dienden te worden opgenomen:

1. Teams die uitkomen voor een BV of stichting die failliet gaat, kunnen niet terugkeren onder een andere BV of stichting in de eredivisie.
Deze teams kunnen wel inschrijven in de promotiedivisie, zijnde degradant uit de eredivisie. De nieuwe BV of stichting zal daartoe in overleg moeten treden met de NBB.

2. De mogelijkheid als nieuwe organisatie om in te schrijven voor de eredivisie staat alleen open voor ploegen die in het voorafgaande seizoen uitkwamen in de promotiedivisie.
Het is niet meer mogelijk uit het niets of uit een lagere klasse dan de promotiedivisie in aanmerking te komen voor een vergunning te spelen in de eredivisie. Organisaties zullen zich eerst moeten waarmaken in de promotiedivisie. Ze zullen daartoe dus eerst een plaats in de promotiedivisie moeten veroveren.

3. In de begroting van iedere eredivisieclub moet minimaal 25 duizend euro zijn vrijgemaakt voor jeugdbasketbal.
Iedere eredivisieorganisatie wordt verplicht te investeren in een jeugdopleiding, het opleiden van goede spelers is een taak voor iedere topclub.

Het lijkt voor de handliggend dat de eredivisieclubs, wijs geworden door recente debacles, zich konden vinden in deze drie stellingen. Het tegendeel bleek echter waar. In de FEB-vergadering van 18 december vorig jaar was geen enkele club voorstander van één van deze voorgestelde wijzigingen. De uitslag van de stemming die avond luidde derhalve één voor en acht tegen. Rotterdam Basketbal hield afgelopen in het Topsportcentrum Stad Rotterdam Verzekeringen een clinic voor negentig kinderen en volwassenen in plaats van de competitiewedstrijd tegen Breda Basketball af te werken. Reden genoeg juist nu om dit standpunt naar buiten te brengen.

Rotterdam Basketbal blijft knokken voor veranderingen en hopen dat ook bij andere clubs de langetermijnvisie het uiteindelijk zal winnen van opportunistisch en financieel onverantwoord beleid. Voorlopig is de stand echter één voor en acht tegen. Wanneer er in de toekomst een club failliet gaat, of een zakenman zich zonder kennis van zaken inkoopt, heeft geen enkele club in de eredivisie volgens Rotterdam Basketbal nog enig recht van spreken. De acht andere clubs zijn dan medeverantwoordelijk aan het volgende debacle.

Cees Pille

Voorzitter Rotterdam Basketbal