Katholieke Universiteit Nijmegen

Vijfentwintig jaar Nederlands waterbeheer geëvalueerd

Cultuuromslag nodig bij waterbeheer: van technologisch naar ecologisch Versnippering van de natuur en `de onzichtbare Rijn' ondermijnen het herstel van Hollandse wateren. Het is noodzakelijk dat de fluctuatie van het waterpeil wordt hersteld en de instroom van `vreemd' water wordt beperkt. Al acht eeuwen lang denkt Nederland echter vooral aan dijken bouwen, dammen aanleggen en water wegmalen. Er is dus een omslag in denken nodig, zo blijkt uit het zojuist verschenen boek over het ecologisch herstel van de Nederlandse wetlands. Momenteel dreigt onder het kabinetsbeleid de uitvoering van de Ecologische Hoofdstructuur vertraagd te worden. Terwijl juist het invoeren van de Ecologische Hoofdstructuur zo noodzakelijk is om de verbrokkeling van habitats te keren. Dit vereist zowel nationale als internationale samenwerking.
Het boek is een samenwerkingsproduct van de Katholieke Universiteit Nijmegen (KUN) en het Nederlands Instituut voor Ecologisch Onderzoek (NIOO), die samenwerken in het Centre for Wetland Ecology (CWE). Woeensdag 22 januari wordt het eerste exemplaar overhandigd aan prof. dr. C.W.P.M. Blom,rector magnificus van de KUN, en aan mw. prof. dr. L.E.M. Vet, directeur van het NIOO.

Ruimtelijke ordening
Water vormt steeds meer het uitgangspunt van de ruimtelijke ordening in Nederland (zie be-leidsnota's `Ruimte voor Water' en `Ruimte voor de Rivier'). Er worden nieuwe moerassen en open water aangelegd. Echter, Nederland loopt tegen twee grote milieuproblemen aan die verder ecologisch herstel bemoeilijken. Dat zijn de versnippering van de herstelde stukjes na-tuur en het sluipende gevaar van het verontreinigde Rijnwater, `de onzichtbare Rijn'.

Kunstmatig isolement natuurgebieden
Het kunstmatig isolement waarin vele natte natuurgebieden momenteel verkeren, is er schul-dig aan dat ze onder hun bestaansminimum zakken. Goed beheer begint bij het herstel van de habitat, de `woonplaats' van planten en dieren, in de hoop dat de oorspronkelijke bewoners terugkeren. Soms gaat dat goed, vaak ook niet. Want die habitats staan niet los van hun omge-ving. Door kleinschalige restauratie ontstaan snippers geïsoleerde natuur die gevoed worden met verkeerd water.

De `onzichtbare Rijn'
Het grootste deel van Nederland staat namelijk onder invloed van het water van de Rijn en de Maas. Dat water bevat te veel voedingsstoffen. Bovendien maakt dit sulfaat- en kalkrijke ri-vierwater plantenvoedingstoffen vrij uit de bodem. Het inlaten van dit rivierwater, `de onzicht-bare Rijn', heeft dan ook duidelijk negatieve effecten op moerassen en open water: het water wordt troebel (voedselrijk). Planten en dieren die van een voedselarm milieu houden blijven weg en algemene ruigtekruiden gaan overheersen. Hierdoor verdwijnt de soortenrijkdom en wordt onze natuur eentoniger.

Omslag in denken
Noodzakelijke maatregelen omvatten het herstel van de natuurlijke fluctuaties van het water-peil als bijdrage aan het ecologische gezond maken van natte ecosystemen, en het vermijden van de instroom van water dat in een gebied van nature niet thuis hoort. Aanpak van deze problemen vereist een omslag van technologisch waterbeheer naar ecologisch waterbeheer. Maar al acht eeuwen lang denken we in Nederland in termen van dijken bouwen, dammen aanleggen en water wegmalen naar de zee. Een omslag is dus niet zo makkelijk gerealiseerd.

Vijfentwintig jaar waterbeheer
Zo'n vijfentwintig jaar geleden stond het watermilieu in Nederland er slecht voor. Het was op het dieptepunt van de waterverontreiniging. Industrie, landbouw en huishoudens droegen er allemaal hun steentje aan bij. Verdroging door stelselmatige verlaging van de grondwaterstand, eutrofiëring, verzuring en zelfs vergiftiging hebben de kwaliteit van de Hollandse plassen en laagveenmoerassen drastisch aangetast.
Er is sindsdien veel verbeterd, vooral aan de waterkwaliteit, al zijn we er nog lang niet. Tal van maatregelen zijn genomen: saneren van lozingen, weghalen van organische bagger, lokaal verhogen van de waterstand, opnieuw uitzetten van sleutelsoorten (bever, zalm), wegvissen van bodemvis, afplaggen van verzuurde oeverlanden en het weer laten kronkelen van beken. En ook aan het herstel van de oorspronkelijke Nederlandse ecosystemen is veel gedaan.

Evaluatie honderden restauratieprojecten
In het boek `Ecological Restoration of Aquatic and Semi-Aquatic Ecosystems in the Nether-lands (NW Europe' worden de resultaten van honderden restoratieprojecten geëvalueerd. Vrijwel alle typen watersystemen komen aan de orde: de Waddenzee, de grote rivieren en kleine beekjes, de meren, laagveenmoerassen als ook de kleine vennetjes en duinplassen. Het geeft een overzicht van vijfentwintig jaar ecologisch herstel dat in het waterrijke Nederland is uitgevoerd. Het is voor het eerst dat alle maatregelen op een rij zijn gezet en conclusies worden getrokken voor de toekomst. Zesentwintig experts verbonden aan de universiteiten van Nijmegen, Groningen, Utrecht en Wageningen en diverse overheidsinstituten hebben aan dit project meegewerkt.

' Ecological Restoration of Aquatic and Semi-Aquatic Ecosystems in the Netherlands (NW Europe)' , onder eindredactie van prof. dr. Piet H. Nienhuis van de KUN en dr. Ra-mesh D. Gulati van het NIOO. Uitgeverij Kluwer Academic Publishers, Dordrecht, ISBN nummer 1-4020-1023-0. 21-1-2003