IHC Caland NV

PERSBERICHT IHC Caland N.V. 22 januari 2003

2002: EEN JAAR VAN GEMENGDE GEVOELENS

2003: EEN VLIEGENDE START, FPSO LEASECONTRACT VAN US$ 500 MILJOEN

Hoofdpunten


· Voor de eerste maal in vele jaren is IHC Caland er niet in geslaagd de beoogde jaarwinst te behalen. Als gevolg van een eenmalige voorziening van ¤ 25 miljoen voor de herstructurering en de daarmee verbonden kosten van van der Giessen-de Noord wordt de nettowinst thans geraamd op iets meer dan ¤ 71 miljoen (¤ 2,25 per aandeel), in plaats van de verwachte nettowinst van ¤ 96 miljoen. Indien de problemen bij van der Giessen-de Noord zich niet zouden hebben voorgedaan, zou het winstdoel wel zijn bereikt (en zelfs overtroffen).

· Voor de offshore-divisie was 2002 een zeer succesvol jaar met opdrachten voor drie nieuwe langlopende FPSO-verhuur- en exploitatiecontracten, alsmede de opdracht voor een belangrijke upgrade van de (reeds bestaande) FPSO Kuito voor Chevron, Angola, eveneens op basis van verhuur. Twee van de nieuwe verhuurcontracten, alsook de upgrade van FPSO Kuito, betreffen joint ventures met Sonangol, de Angolese staatsoliemaatschappij.

· Er was wederom sprake van een zeer beperkt aantal 'turnkey'-opleveringen, vooral in de offshore-divisie. De winst werd met name behaald met de inkomsten van de F(P)SO-vloot van de groep. De nieuwe verhuurcontracten die gedurende het verslagjaar werden gesloten, genereerden nog geen inkomsten dit zal eerst 2003/2004, of zelfs 2005 geschieden maar het hoge activiteitenniveau in de offshore-divisie resulteerde wel in een niet-onaanzienlijke overdekking van indirecte kosten, hetgeen onmiddellijk een bijdrage levert aan het resultaat.

· De nieuwe opdrachten beliepen ¤ 1,9 miljard niet zo hoog als de record-orderontvangst van 2002 (¤ 2,2 miljard), maar niettemin zeer respectabel. Hiervan heeft ¤ 1,6 miljard betrekking op de offshore-divisie en ¤ 0,3 miljard op de bagger- en gespecialiseerde scheepsbouw

· Behoudens verrassingen als gevolg van de vele onzekerheden in de wereld van vandaag, verwacht de directie een nettowinst te behalen van niet minder dan US$ 110 miljoen (¤ 105 miljoen op basis van de wisselkoers eind 2002) voor 2003 een stijging van 10% ten opzichte van het euro-winstdoel van 2002. Dit komt overeen met ¤ 3,30 per aandeel, een stijging van 8% in vergelijking met de oorspronkelijke verwachting voor 2002 en 46% meer dan het werkelijk behaalde resultaat.

· Vooral met betrekking tot de offshore-divisie blijft de directie vol vertrouwen dat de markt goede kansen zal blijven bieden. Dat dit vertrouwen gerechtvaardigd is, bleek kort na het jaareinde met de gunning van een langlopend verhuurcontract door Petrobras voor een complexe FPSO voor het Marlim Sul-veld voor de kust van Brazilë. In de bagger- en gespecialiseerde scheepsbouwdivisie hebben de maatregelen die zijn genomen in verband met de herstructurering bij van der Giessen-de Noord tot gevolg gehad dat de capaciteit in de scheepsbouw werd teruggebracht, en de groep zich meer is gaan richten op het baggerbouwsegment waarin een aanmerkelijke technologische voorsprong is opgebouwd.
1. Financieel
Na aftrek van de voorziening van ¤ 25 miljoen samenhangend met de herstructurering en de daarmee verbonden kosten van van der Giessen-de Noord, daalde de nettowinst van IHC Caland van ¤ 80,6 miljoen in 2001 (¤ 2,76 per aandeel) tot ¤ 71,3 miljoen in 2002 (¤ 2,25 per aandeel).

Gelet op het buitengewone karakter van de problemen bij van der Giessen-de Noord zal het dividendvoorstel worden gebaseerd op ongeveer 50% van de beoogde netto winst voor 2002 van 96 miljoen.

Met uitzondering van van der Giessen-de Noord hebben alle belangrijke groepsmaatschappijen positief bijgedragen aan dit resultaat.

Ondanks normale winstniveaus bij IHC Holland en Merwede Shipyard leidde het verlies van van der Giessen-de Noord tot een negatief resultaat voor de scheepsbouw-divisie als geheel, zodat de gehele nettowinst (en meer) uiteindelijk kan worden toegerekend aan de offshore-divisie.

Zoals reeds eerder vermeld werd een belangrijke bijdrage geleverd door de leasevloot van de groep, welke begin dit jaar bestond uit twaalf operationele systemen en aan het einde van het jaar uit dertien. Dit, als gevolg van het opstarten van de ExxonMobil Yoho FPSO en de Roncador FPSO voor Petrobras, en het beëindigen van het contract van FPSO II.

De waarde van de afgeleverde opdrachten (netto-omzet) was stabiel met ¤ 958 miljoen (2001: ¤ 965 miljoen).

Met ¤ 163 miljoen was de cashflow lager dan beoogd, voornamelijk als gevolg van het lagere resultaat, maar ook door de daling van de US$/¤-koers gedurende het jaar. De langlopende schulden bereikten een niveau van bijna US$ 1 miljard per jaareinde, waarvan een belangrijk gedeelte projectgerelateerd is en welke derhalve worden afgelost met behulp van de inkomsten uit langlopende verhuurcontracten. De liquide middelen per ultimo verslagjaar beliepen een comfortabel bedrag van ¤ 203 miljoen.

Zoals al eerder werd aangekondigd, zal IHC Caland met ingang van 1 januari 2003 nog uitsluitend in US$ rapporteren.


2. Nieuwe opdrachten

De waarde van de nieuwe opdrachten bedroeg ¤ 1927 miljoen, in vergelijking met ¤ 2206 miljoen in 2001.

Zowel in de offshore olie-industrie, maar vooral in de baggerbouwindustrie, bevatten de nieuwe opdrachten voor de levering van schepen en materieel nieuwe technologie welke binnen de groep wordt ontwikkeld. In zijn algemeenheid kunnen de winstmarges op de nieuwe opdrachten bevredigend worden genoemd.

Een selectie uit de nieuwe opdrachten:

· Een opdracht van ExxonMobil voor een zevenjarig verhuur- en exploitatiecontract inzake een tweede 'generieke' FPSO ten behoeve van het Zafiro-veld voor de kust van Equatoriaal-Guinea;

· Een opdracht van ExxonMobil voor een grote diepwaterboei voor het Kizomba A-veld, Angola;

· Een opdracht van Husky Oil, Canada, voor een ingewikkeld, in het schip geïntegreerd 'turret'-afmeersysteem voor de FPSO op het White Rose-veld;

· Nog een zevenjarig verhuur- en exploitatiecontract met ExxonMobil inzake een 'generieke' FPSO voor het Xikomba-veld, Angola, in joint venture met de Angolese staatsoliemaatschappij Sonangol;

· Een opdracht van Chevron/Cabgoc voor een achtjarig verhuur- en exploitatiecontract inzake een LPG FPSO voor het Sanha-veld voor de kust van Angola, in joint venture met Sonangol;

· Een opdracht van Chevron/Cabgoc voor een belangrijke upgrade van FPSO Kuito, gelegen voor de kust van Angola;

· Een opdracht van ExxonMobil voor de 'turnkey'-levering van een FSO voor het Yoho-veld in Nigeria;

· Een contract met MISC (Malaysian International Shipping Corporation Berhad) voor een 'turret' ten behoeve van de Petronas Lukut FPSO;

· Een record orderontvangst voor het bedrijfsonderdeel 'Parts and Services' van de offshore-divisie;

· Een 4400 kW drijvend pompstation voor NMDC, Abu Dhabi;

· Een opdracht van Boskalis voor twee diepwin-baggerinstallaties;

· Een opdracht van DEME, België, voor een 5400 m sleephopperzuiger;

· Contracten voor twee hefeilanden met Besix en Hydro-Soil Services, België;

· Een contract met CHEC (China Harbour Engineering Corporation), Volksrepubliek China, voor een 10000 m³ sleephopperzuiger;

· Opdrachten voor dertien Beaver snijkopzuigers voor diverse cliënten in verscheidene landen. Opdrachten ontvangen na het jaareinde
In de tweede week van januari ontving de offshore-divisie een 'Letter of Intent' van Petrobras voor de levering van een grote, complexe FPSO op basis van een verhuur- en exploitatiecontract. Het contract heeft een looptijd van minimaal 94 maanden en een contractwaarde van ruim US$ 500 miljoen.


3. Orderportefeuille per 31 december 2002
De orderportefeuille steeg tot ¤ 4830 miljoen aan het eind van 2002, vergeleken met ¤ 4103 miljoen per ultimo 2001 en omvat onder meer de niet-contant gemaakte waarde van de zeventien F(P)SO-verhuurcontracten van de groep.
4. Verwachtingen voor 2003
Twee nieuwe systemen werden toegevoegd aan de operationele vloot aan het einde van 2002, de Roncador FPSO voor Petrobras en de Yoho FPSO voor ExxonMobil. Dit brengt het aantal systemen in bedrijf bij aanvang van 2003 op dertien stuks (acht FPSO's en vijf FSO's).

De Nkossa FSO (olie) zal in maart 2003 door cliënt Elf Congo worden teruggegeven als gevolg van een voortijdige (maar volledig gecompenseerde) beëindiging van het contract, terwijl FSO XV, na 10½ jaar in bedrijf te zijn geweest, volgens schema in juni uit de verhuur vrijkomt om vervangen te worden door de nieuwbouw Amenam FSO.

Voor twee systemen welke contractueel in 2003 zullen vrijkomen (de FPSO voor Agip op het Aquila-veld en de FSO voor Shell op Sakhalin) worden contractverlengingen verwacht.

Voorts zullen naar verwachting drie nieuwe systemen in bedrijf genomen worden gedurende 2003, te weten de Zafiro FPSO voor ExxonMobil in Equatoriaal-Guinea, de Xikomba FPSO, eveneens ten behoeve van ExxonMobil maar dan in Angola, en voor Agip Nigeria de Okhono FPSO ter vervanging van de Jamestown (in joint venture-verband met Saipem).

Per eind 2003 zal dit resulteren in een vloot van tien FPSO's en drie FSO's, die een substantiële inkomsten- en kasstroom genereert. Twee systemen zullen worden teruggeleverd en zijn beschikbaar voor inzet elders.

Voor wat betreft de 'turnkey'-leveranties zal de offshore-divisie een groot aantal afleveringen kennen, met inbegrip van de Matterhorn TLP, het afmeerplatform met flexibele arm voor de EA FPSO van Shell, de Amenam FPSO en het afmeersysteem voor het Bonga-veld ten behoeve van Shell Nigeria. Deze opdrachten werden verworven onder zeer concurrerende omstandigheden - voor wat betreft Amenam en Bonga met omvangrijke uitbestedingen - en zullen derhalve minder hoge marges opleveren.

Ten aanzien van de baggerbouwactiviteiten zullen de afleveringen naar verwachting lager zijn dan in 2002, met een hiermede overeenkomende afname van het winstniveau. Voor wat betreft de gespecialiseerde scheepsbouw hoopt het management na de omvangrijke verliezen en herstructureringskosten in 2002 weer tegen het 'break even'-punt terug te keren.

Behoudens verrassingen als gevolg van de vele onzekerheden in de wereld van vandaag, verwacht de directie in 2003 een nettowinst te kunnen behalen van US$ 110 miljoen (¤ 105 miljoen), een stijging van 10% ten opzichte van het euro-winstdoel van 2002. Dit zal voornamelijk voortvloeien uit winsten behaald met de leasevloot, met een bescheiden bijdrage uit 'turnkey'-afleveringen en enige overdekking op de kosten in de offshore-divisie. De cashflow zal naar verwachting toenemen tot meer dan US$ 260 miljoen (¤ 248 miljoen)


5. Marktontwikkelingen in 2003

5.1. Algemeen

Het jaar vangt aan met een aantal belangrijke onzekerheden, met als voornaamste de mogelijkheid van een oorlog met Irak. De olieprijs bevindt zich op een gezond niveau, hetgeen een positieve invloed heeft op de exploratie- en productie (E&P)-budgetten. Er is sprake van een lange lijst met F(P)SO-projecten, vele in diepwater, en de groep is optimistisch omtrent de kansen om een redelijk aantal hiervan te verkrijgen. De eerdervermelde opdracht van Petrobras is hiervan een goed voorbeeld.

Voor wat betreft de baggerbouwactiviteiten bestaat ook onzekerheid, en wel in verband met het feit dat het grote Singaporese landaanwinningsproject nog steeds is opgeschort. Deze onzekerheid kan betekenen dat de aannemers in de baggersector terughoudend zouden kunnen zijn om op korte termijn investeringsbeslissingen te nemen. Desalniettemin blijft er een voortdurende noodzaak kleine en middelgrote baggerschepen, alsook snijkopzuigers te vervangen.

Ten aanzien van de gespecialiseerde scheepsbouw blijft de markt zwak en zeer competitief. De invloed van het aanscherpen van de veiligheidseisen voor veerschepen werd nog niet ervaren in de markt, maar zal uiteindelijk eens tot uidrukking moeten komen.

5.2 Offshore sector

Voorspeld wordt dat de wereldwijde E&P-uitgaven in 2003 gemiddeld met ongeveer 5% zullen stijgen, met een toenemende nadruk op de offshore. De groei vindt voornamelijk plaats in de internationale E&P-budgetten, terwijl de uitgaven in de thuismarkt van de Verenigde Staten, de Golf van Mexico, een wat neerwaartse trend vertonen. Het is niet onbelangrijk dit op te merken, hoewel de activiteiten van IHC Caland hiervan veelal eerst na drie à vier jaar invloed ondervinden daar zij later in de cyclus plaatsvinden.

Over het algemeen zal de vraag naar de producten van de groep naar verwachting groot blijven:

In het segment voor F(P)SO-verhuur- en exploitatie, dat de belangrijkste groepsactiviteit aan het worden is, zal de vraag naar verwachting groot blijven. Dit hangt samen met het feit dat een aantal diepwater-projecten in ontwikkeling is dat de inzet van dergelijke systemen vereist. De groep heeft een solide ervaring opgebouwd voor wat betreft de ombouw van tankers tot FPSO's en de efficiëntie van de projectuitvoering verbeterd. Prijzen en levertijden kunnen met een hoge nauwkeurigheid worden bepaald, waardoor de risico's kunnen worden geminimaliseerd en de kans op succes toeneemt. De groep verwacht in staat te zijn een sterke positie te handhaven in dit van activiteiten bruisende marktsegment waardoor de orderportefeuille verder kan toenemen.

Gelijktijdig zal er een grote vraag blijven voor wat betreft leveringscontracten met betrekking tot complete installaties en componenten, met inbegrip van diepwater laadterminals, afmeersystemen voor grote FPSO's, standaard CALM-boeien, et cetera. De motivatie is hoog om dit marktsegment consciëntieus te bewerken, teneinde een redelijke balans te bewerkstelligen tussen inkomsten uit verhuuractiviteiten en directe leveringscontracten.

Met ditzelfde doel voor ogen wordt aanmerkelijke aandacht geschonken aan de activiteiten van het offshore-bedrijfsonderdeel 'Parts and Services' die zeer goede prestaties liet zien gedurende 2002. Deze zal in het vervolg een eigen winstverantwoordelijkheid kennen, met de bedoeling om de doelgerichtheid te vergroten en de efficiëntie te verbeteren.

Het komend jaar zou een mijlpaal moeten worden in de olie- en gasindustrie, aangezien wordt verwacht dat LNG een belangrijke rol zal gaan spelen, zowel in de exploitatie van pure offshore-gasvelden alsmede voor de transport-, import- en overslagactiviteiten. De groep is goed gepositioneerd om met nieuwe technologie een belangrijke rol te spelen op dit terrein.

5.3 Bagger- en overige gespecialiseerde scheepsbouwsector

Verwacht wordt dat de vraag van de Europese aannemers in de baggersector in 2003 voornamelijk zal bestaan uit het vervangen van verouderd kleiner en middelgroot materieel in hun vloot. De situatie in Singapore zou kunnen leiden tot uitstel van investeringen in nieuw materieel.

De activiteiten van een aantal staatsbaggerondernemingen in landen als China en India blijven op een zeer acceptabel niveau, wat tot vraag leidt naar middelgrote en grotere sleephopperzuigers alsook 'custom-built' snijkopzuigers. Als gevolg van de appreciatie van de euro ten opzichte van de US dollar zal dit marksegment evenwel, in vergelijking met het verleden, een scherpe prijsstelling vertonen. Ook dient men zich te realiseren dat het moeilijk te voorspellen is wanneer deze investeringen precies los zullen komen vanwege de aard van het complexe aanbestedingsproces.

Alles overziende wordt verwacht dat de vraag naar nieuw baggermaterieel zal verschuiven; daar waar de nadruk gedurende de afgelopen vijf jaar heeft gelegen op opdrachten van de Europese aannemers (voornamelijk tijdens de hausse aan bestellingen van jumbo's) zal het zwaartepunt nu verschuiven naar de staatsbaggerondernemingen en kleinere lokale aannemers.

Gebaseerd op de voorgaande marktbeschrijving en de hieruit te verwachten orderontvangst mag worden verwacht dat de capaciteit van de werven van IHC Holland en in belangrijke mate ook Merwede Shipyard zal worden aangewend voor baggerbouw, terwijl van der Giessen-de Noord (met uitzondering van de incidentele bouw van een baggerschip uit oogpunt van leveringstijd) zich zal richten op de markt voor de gespecialiseerde scheepsbouw alwaar het aantal geïdentificeerde projecten wijst op een hogere orderactiviteit in de tweede helft van 2003. In dit segment heeft de groep haar kwetsbaarheid aanzienlijk gereduceerd door de afname van het arbeidspotentieel van van der Giessen-de Noord met 40%.


6. Conclusie

2002 was een jaar van gemengde gevoelens enerzijds kende de offshore-divisie een voortgaande bloei, waarbij verscheidene systemen werden toegevoegd aan de F(P)SO-vloot, terwijl anderzijds één van de scheepswerven van de groep onverwachts op zware operationele en marktproblemen stuitte. Dit leidde ertoe dat IHC Caland voor de eerste maal in vele jaren er niet in is geslaagd de beoogde jaarwinst te behalen. Er zijn direct maatregelen genomen teneinde de problemen bij de werf op te lossen en de directie is van mening dat de situatie weer onder controle is.

Voor wat betreft de offshore is er sprake van een lange lijst met potentiële projecten en de directie is optimistisch omtrent de vooruitzichten en winstgevendheid van de groep in de nabije toekomst


7. Financiële agenda

Voorlopig resultaat 200227 januari 2003
Definitief resultaat 2002 Persbericht27 maart 2003 Definitief resultaat 2002 Persconferentie (14.00 uur IHC Caland, Schiedam)27 maart 2003 Definitief resultaat 2002 Presentaties aan analisten (Amsterdam en Londen)28 maart 2003 Jaarverslag 2002begin mei 2003
Algemene Vergadering van Aandeelhouders 200316 mei 2003 Resultaat over het eerste halfjaar 2003 Persbericht25 augustus 2003 Resultaat over het eerste halfjaar 2003 Persconferentie (14.00 uur IHC Caland, Schiedam)25 augustus 2003 Resultaat over het eerste halfjaar 2003 Presentaties aan analisten (Amsterdam en Londen)26 augustus 2003


8. Bedrijfsprofiel

IHC Caland, leverancier van materieel voor de offshore olie-industrie en de bagger- en scheepvaartsector.

IHC Caland N.V. is de beursgenoteerde Nederlandse houdstermaatschappij van een groep van internationale maritiem-technische bedrijven. Het werkterrein van de groep omvat het ontwerpen en het wereldwijd leveren van werktuigen, schepen, complete systemen en diensten aan de offshore olie-industrie, de bagger- en scheepvaartsector en de natte mijnbouwindustrie.

De productlijn omvat:

· voor de olie- en gassector:
Drijvende (productie-), opslag- en overslagsystemen voor ruwe olie, veelal gebaseerd op het éénpunts-afmeersysteem, 'Floating (Production) Storage and Offloading Systems' of kortweg F(P)SO's, drijvende opslag- en overslagsystemen voor de gaswinning, drijvende éénkoloms Tension Leg Platforms (TLP's) en vaste platforms. Olie- en gasproductiediensten worden aangeboden middels de verhuur van eigen F(P)SO's, met inbegrip van de exploitatie. Bijzondere ontwerpen en engineeringdiensten en levering van specifieke componenten voor dynamisch positioneerbare boorschepen, zelfheffende boorplatforms, 'jack-up'-platforms voor de civiele aannemerij, offshore kranen met groot hefvermogen, hefsystemen, halfafzinkbare kraanschepen en andere gespecialiseerde werkschepen.


· voor de bagger- en scheepvaartsector:
Het ontwerp en de bouw van 'custom-built'- en standaardwerktuigen voor de baggerindustrie, componenten, inclusief geautomatiseerde systemen, reserveonderdelen en materieel voor de mijnbouw, 'custom-built'-schepen, zoals RoPax-veerboten, kabelleggers, offshore-werkschepen en meer recent luxueuze jachten en riviercruise-schepen, alsmede hydraulische heihamers en zware paalklemsystemen voor de offshore-industrie en de aannemerij.

Raad van Bestuur Schiedam, 22 januari 2003 Voor nadere informatie:

Bezoekadres: *
IHC Caland N.V.
's Gravelandseweg 557
3119 XT Schiedam
Met ingang van eind maart 2003 is het nieuwe adres: Karel Doormanweg 66
3115 JD Schiedam
Postadres:
Postbus 31
3100 AA Schiedam

Contactpersoon: Ir. J.J.C.M. van Dooremalen, President-directeur Telefoon : (+31) 10 2 466 980 Fax : (+31) 10 2 466 990
E-mail : hilly.denhartog@ihccaland.nl Website : www.ihccaland.nl