Nationale Jeugdraad: Jongeren zijn grote verliezers verkiezingscampagne

Morgenochtend biedt de Nationale Jeugdraad Wouter Bos en Jan Peter Balkenende een T-shirt aan met de tekst "I love jongeren, en ik neem ze serieus!". Het T-shirt wordt aangeboden om de noodklok te luiden: "Jongeren zijn de afgelopen weken amper een onderwerp geweest in campagnes en debatten. We vragen de politiek om nu de
verkiezingsoogkleppen af te doen en willen in de formatie en het regeerakkoord meer aandacht", aldus de
voorzitter van de Jeugdraad, Joost de Bruin.

Jongeren krijgen thuis, op school en in de buurt steeds minder aandacht. Ouders werken allebei, scholen hebben een lerarentekort en op het jongerenwerk is zwaar bezuinigd. De afgelopen jaren is er vanuit de regering veel te weinig gedaan om deze problemen op te lossen. Tijdens de
verkiezingscampagne zijn problemen van jongeren weer niet aan bod gekomen. En als er al over jongeren gesproken werd ging het vooral over overlast die jongeren veroorzaken.

De Jeugdraad heeft in haar analyse "Het vergeten
verkiezingsthema. Jeugdbeleid in Nederland: Problemen en oplossingen" afgelopen weekeinde drie voorstellen
gepresenteerd om het jeugdbeleid in Nederland te
verbeteren. De invoering van een staatssecretaris speciaal voor Jeugdzaken, een Jeugdombudsman en een landelijke JeugdEffectRapportage moeten er voor zorgen dat bij de volgende verkiezingen de kwaliteit van het jeugdbeleid in Nederland sterk verbeterd is.

Bij het in ontvangst nemen van de T-shirts moeten Wouter Bos en Jan-Peter Balkenende beloven jongeren de komende jaren serieus te nemen. Zij moeten ervoor zorgen dat er ook in jongeren en jeugdbeleid geinvesteerd gaat worden. De Jeugdraad wil dat jeugdbeleid een hoge prioriteit krijgt in de formatie, het nieuwe regeerakkoord en het beleid van het nieuwe kabinet. Het nieuwe kabinet moet veel vaker met jongeren aan tafel. Joost de Bruin: "Het is belangrijk dat jongeren zelf betrokken worden bij beleid dat hen aangaat, problemen van jongeren los je alleen op door er met hen over te praten."



Ingezonden persbericht