Gemeente Itteren


Moet uitvoering van Grensmaasplannen versneld worden?
22-jan-2003, Jan van Eechoud

Vereniging
BOM
Bewoners Overleg Maasvallei

Secretariaat:
Harrie.Geerlings@Hetnet.nl
Deltalaan 2
6124 AS Papenhoven
Tel: 046 4857183/ 06 13355311

Aan het bestuur van Dorpsraad Itteren

Bunde, 18 Januari 2003

Geacht bestuur,
Op uw uitnodiging heb ik uw bestuursvergadering van 7 Januari j.l. bijgewoond. Deze was geheel gewijd aan de Grensmaas en het thema was de vraag hoe de uitvoering van dit project zou kunnen worden versneld. Dit in verband met de aandrang van de bewoners als gevolg van de recente hoogwaters.
De bedoeling van deze brief is te onderzoeken of de uitvoering van het Grendsplan is vertraagd als gevolg van bezwaren van de diverse bewonersorganisaties en of anderzijds- bewonersorganisaties iets kunnen doen om de uitvoering te versnellen. Ik verwijs daarvoor ook naar de voorgeschiedenis zoals hieronder in het kort beschreven.

Voorgeschiedenis


1. Limburg heeft zich t.o.v. het Rijk tientallen jaren lang gecommitteerd voor delfstoffenwinning, ook (en vooral) ter voorziening in de nationale behoefte.


2. Eind jaren tachtig brak het inzicht door dat er geen plassen meer mochten achterblijven, zoals in Midden-Limburg en dat het draagvlak voor delfstoffenwinning was verdwenen.
In 1990 werd een nieuw convenant gesloten tussen Rijk en Provincie waarbij de verplichting van Limburg om (naast de al aangewezen wingebieden) 70 mio ton grind te laten winnen werd teruggebracht tot 35 mio ton.


3. Omdat ook voor de winning van 35 mio ton onder de bevolking onvoldoende draagvlak bestond werd bedacht dat grindwinning wel draagvlak zou krijgen indien het gepaard zou gaan met natuurontwikkeling (project Groen voor Grind!). Voor het eerst verschijnt het begrip budgetneutraal.De eerste Startnotitie MER verschijnt in 1994.
Het project is er nooit gekomen.


4. Toen in 1993 en 1995 dorpen onder liepen, zagen de overheid en de grindproducenten hun kans schoon om het draagvlak (en dus ook de oppervlakte) voor het Grensmaas-project te vergroten. Dat was het begin van het Grensmaas-project in zijn huidige vorm.


5. In 1998 verschenen de ontwerpen voor Streekplan (POL) en de MER (voorkeursaanpak, ofwel VKA) en er vond inspraak plaats. Daarna werd het weer stil. Het plan kwam financieel niet uit en werd teruggenomen.


6. In februari 2001 verscheen het zogenaamde Referentie-ontwerp. Dit plan week sterk af van de Voorkeursaanpak (nóg meer grind, minder veiligheid, meer overlast) en werd door bijna alle betrokkenen (bewoners, belangenorganisaties op gebied van natuur en milieu, Provinciale Staten) met verontwaardiging verworpen vanwege de verwoestende effecten (van de budgetneutraliteit) op landschap en leefbaarheid.
Intussen hadden de grindproducenten weer tien jaar de tijd gehad om een groot deel van de benodigde gronden aan te kopen en dan natuurlijk vooral de voor grindwinning aantrekkelijke percelen. Daarmee hebben ze ingespeeld op het principe van zelfrealisatie in de Onteigeningswet.


7. In Juni 2001 bezocht een delegatie van de Provincie de Staatssecretaris van V&W. De delegatie kwam terug met een lege portemonnee en de opdracht om het maar zelf uit te zoeken en voor een plan te zorgen dat op voldoende draagkracht kon rekenen. Dat leidde tot de instelling van een provinciale werkgroep onder leiding van Hans de Waal Malefeit. Het principe van budgetneutraliteit moest overeind blijven.
Het overleg met bewoners- en belangenorganisaties begon in Augustus. Er werd door alle betrokkenen keihard gewerkt en in een moordend tempo overleg gevoerd. Al in December werd het nu vigerende Eindplan door de Provinciale Staten vastgesteld. Dit plan is gedeeltelijk een verbetering (kortere lokale projectduur, minder grind) en berust gedeeltelijk op verschuiven van problemen (van de minder rendabele winlokaties naar de winstpakkers Itteren en Trierveld). Er wordt in het eindplan nog steeds grind gewonnen voor het geld. De tijdens dat intensieve overleg opgedane kennis bij de bewonersorganisaties maakte dat zij voor het eerst inzicht kregen in de grootschaligheid waarmee uitsluitend om budgettaire redenen landschap zou moeten worden verwoest en leefbaarheid van de bewoners moest worden opgeofferd.
Dit te voorkomen was een van de vijf Kernpunten waarmee de Samenwerkende Bewoners en Organisaties Grensmaasgebied (SBOG) de Provincie probeerde af te houden van het onheil dat dreigde. Tot dusver tevergeefs.


8. Nadat het Eindplan was vastgesteld werd door Maaswerken en Provincie verder gewerkt aan de voorbereiding van de uitvoering en de (nieuwe) MER en aanpassing van Provinciaal Omgevingsplan (POL). Dat er voor het Eindplan geen draagvlak was onder de bewoners deed niet terzake. Dat dit draagvlak er nog steeds niet is ligt aan de basis van de oprichting van het BOM, waarin intussen 14 bewoners-organisaties zijn vertegenwoordigd.


9. In november 2002 werden de bewonersorganisaties door de Provincie uitgenodigd om zitting te nemen in Gebieds-commissies. Er vond eerst overleg plaats met BOM en Federatief Verband. Het Federatief Verband vond het direct betrekken van bewonersorganisaties in de Gebiedscommissies maar amateuristisch geklungel en haakte af. Dat betreuren wij.
Evenals in de totstandkoming van het Eindplan (werkgroep Malefeit) wordt er sinds de instelling van de Gebieds-commissies weer in moordend tempo gewerkt. Dat houdt verband met de wens van GS om de MER Grensmaas en het Ontwerp POL al eind februari door PS te laten goedkeuren. Dit terwijl belangrijke onderdelen ervan ook vandaag nog niet klaar zijn.
De bijeenkomsten van de Gebiedscommissies zijn als gevolg van de tijdsdruk in feite niets anders dan info-avonden. Interessant, maar meer ook niet. Ze leiden ook niet tot enig commitment van de deelnemers en ze vertragen dus ook in geen enkel opzicht de uitvoering van de Maasbeveiliging.

Wat er fout is gegaan


1. Het kan niet worden ontkend dat de Limburgse politiek goede en langdurige relaties met de grindproducenten heeft onderhouden. Ongelukkigerwijs heeft de Provincie met Den Haag afgesproken dat het Grensmaasproject (inclusief hoogwaterbeveiliging) wel budgetneutraal (dus uit grindwinning) kon worden gefinancierd. Daar had Den Haag natuurlijk wel oren naar! V&W kon daardoor immers haar rol als eerste verantwoordelijke voor de bescherming van burgers tegen overstromingen (kerntaak van V&W en dus te financieren uit de overheidsfinanciën) op eenvoudige wijze delen met (of afschuiven op) de Provincie en dat geheel kosteloos!. En dan nog met aanzienlijk meer grind voor de nationale behoefte dan de 35 mio ton waartoe de Provincie zich in 1990 verplichtte.

Citaat uit de bestuursovereenkomst tussen L&V, V&w en Provincie van 18 april 1997:
Bij de realisatie van de doelstellingen van het project komen grondstoffen vrij waarvan de eventuele opbrengsten ten goede van het project komen. De hoeveelheid van 35 miljoen ton grind ten behoeve van de nationale behoefte, zoals die is vastgelegd in de bestuursovereenkomst van juni 1990, wordt naar boven bijgesteld tot maximaal de hoeveelheid zoals die gesommeerd in het Grensmaasplan en de Tracénota Zandmaas / Maasroute zullen worden vastgesteld.

Het lijkt niet waarschijnlijk dat de Provincie in 1995 al voldoende inzicht had in de kosten van het project om te kunnen weten welke enorme aanslagen op landschap en leefbaarheid deze budgetneutraliteit tot gevolg zou hebben. Een catastrofale fout!


2. Budgetneutraliteit en integraliteit werden kern-begrippen van het project. Budgetneutraliteit is van deze twee in feite de grote boosdoener. Dat heeft het project in een ijzeren greep van het grindconsortium gebracht. Geen enkel onderdeel van het project was daardoor nog aan te besteden aan anderen dan het consortium, hoewel dat ingevolge Europese richtlijnen vermoedelijk wel zou moeten. De noodzaak van een integrale uitvoering op zich zou deze bijna absolute afhankelijkheid van de grindproducenten niet hebben veroorzaakt. Immers ook met verschillende aannemers is een integrale aanpak mogelijk, zij het dan onder regie van De Maaswerken. In feite heeft de eis van budgetneutraliteit nu van alle Grensmaas locaties een systeem van communicerende vaten gemaakt.


3. Het principe van de budgetneutraliteit moet verschrikkelijk veel geld hebben gekost (en nog gaan kosten) als gevolg van hoge kosten van voorbereiding en onderzoek en de klem van het consortium. Een evenwichtig en uitgebalanceerd plan voor de combinatie van hoogwater-bescherming (als vertrekpunt), circa 35 mio ton grindwinning (als welkom budgettair gevolg) en natuur-ontwikkeling in de af te graven gebieden zou vermoedelijk per saldo minder kosten met zich hebben meegebracht dan de onzalige plannen van vandaag. Aanvullende natuur-ontwikkeling in het onvergraven gebied zou daarop qua soort en oppervlak worden afgestemd zodra de eindsituatie na oplevering duidelijk in beeld is.


4. De combinatie van budgetneutraliteit, integraliteit en (de poging tot ontwijken van) Europese aanbestedingsregels leidt er ook toe dat het Consortium de volgorde van uitvoering bepaalt op basis van beschikbaarheid en capaciteit van haar eigen materieel en andere logistieke- en marktoverwegingen, zodat de Provincie eerst in het vergunningentraject een ongewenste uitvoeringsvolgorde kan tegen houden.
Ook dat kan tot verdere vertraging leiden. Dat zou gebeuren indien Rijkswaterstaat als vergunningverlener in het kader van de Wet Beheer Rijkswateren tot de conclusie komt dat tijdens de uitvoering lokale waterstandsverhogingen zullen optreden.


5. Afgezien nog van allerlei andere juridische valkuilen en beroepsmogelijkheden, ligt vooral de Europese aanbestedingsrichtlijn op de loer om het gehele project te vertragen. Weliswaar zou Europese aanbesteding de noodzaak tot onteigening met zich meebrengen en daardoor in strijd komen met onze Onteigeningswet (zelfrealisatie), maar omdat Europese richtlijnen van hogere orde zijn dan nationale wetten zullen die voorrang hebben boven de nationale wetgeving. De Provincie heeft over deze materie advies ingewonnen bij de landsadvocaat, maar dit advies is niet openbaar. Kennelijk neemt de overheid op basis van dit advies aan dat zij een verantwoord risico neemt door op de lijn van de PPS verder te gaan. De tijd zal leren of dat een goed idee is. Dat het risico wordt onderkend blijkt wel uit de voorzieningen die daarvoor zijn opgenomen in de Uitvoeringsovereenkomst (zie bijlage).


6. Het ligt niet voor de hand dat de vergunningverlening voor de 5 concessiegebieden (Bosscherveld, Borgharen/Itteren, Geulle aan de Maas, Maasband/Urmond en de meer noordelijke locaties tezamen), voor het einde van 2004 rond zal zijn en het zal dan ook niet veel eerder dan 2006 zijn alvorens de eerste kuub de stroomgeul zal verbreden. En dat is natuurlijk alleen maar mogelijk als zou komen vast te staan, dat bovenstrooms kan worden begonnen zonder het benedenstrooms gebied in gevaar te brengen.
Ook de onteigeningsprocedures zouden dan vóór die tijd afgerond moeten zijn.

Kortom: ik zie niet in hoe de uitvoering versneld kan worden zonder een echte doorbraak in de bestaande plannen en overeenkomsten. Inspraak- en beroepsprocedures zullen de uitvoering niet of nauwelijks vertragen. De termijnen daarvoor zijn betrekkelijk kort en door de partijen zal gewoon worden doorgewerkt aan de voorbereidingen terwijl de procedures lopen.
Met de ondertekening van de definitieve uitvoerings-overeenkomst tussen Rijk, Provincie en Consortium zal ook niet worden gewacht op een uitspraak in beroepsprocedures.
(Citaat uit de intentieverklaring tussen die partijen: Het moment van ondertekening van de definitieve uitvoeringsovereenkomst wordt niet afhankelijk gesteld van eventuele beroepsprocedures die naar aanleiding van de voor de Grensmaas vast te stellen POL aanvulling zullen worden ingezet;)

Wat directeur Luitzen Bijlsma van bureau De Maaswerken vrijdag in de provinciale statencommissie voor Verkeer en Waterstaat heeft bedoeld met het minder ingewikkeld maken van de procedures is mij niet bekend, maar ik heb het vermoeden dat dit geen betrekking heeft op de Grensmaas.
Dat nog afgezien van de vraag of een versnelde procedure ook de uitvoering dichterbij zal brengen. Dat hangt onder andere af van de capaciteit en de beschikbaarheid van het materieel van de grindproducenten binnen het Consortium.

Voorlopig kunnen wij slechts hopen op een spoedige uitspraak van de Europese Commissie en/of de NMa die de huidige machtsverhoudingen doorbreekt. Ik ben ervan overtuigd dat er ook bij De Maaswerken een zucht van verlichting zou worden geslaakt!

Ik hoop met deze brief duidelijk te hebben gemaakt dat tot dusver van enige vertraging als gevolg van bewoners-initiatieven geen sprake is geweest.
Het (geldverslindende) en onrechtvaardige principe van budgetneutrale financiering van de beveiliging tegen overstromingen is de echte reden dat er nog steeds geen schop in de grond is gestoken. In het feit dat de overheid en het consortium een overeenkomst zijn aangegaan in de wetenschap dat deze mogelijk in strijd is met het mededingsrecht, het milieurecht en de Europese aanbestedingsregels ligt naar mijn mening het belangrijkste risico van verdere vertraging.

In deze brief ben ik alleen in de marge ingegaan op het aspect natuurontwikkeling. Dat heeft niets te maken met gebrek aan onze sympathie of belangstelling voor deze doelstelling, maar met de prioriteiten binnen het Grensmaasproject zoals die tot uitdrukking komen in het overheidshandelen. Natuurontwikkeling krijgt de restanten die overblijven nadat aan de doelstelling van hoogwaterbeveiliging en financiering uit grindwinning is voldaan. Niemand weet nog hoe die eruit zullen zien.

Ook uw bestuur gaat er kennelijk nog steeds unaniem van uit dat de geplande dekgrondberging in het Itterenseveld Haertelsteinveld geen doorgang mag vinden.
Hieronder vindt u een schematische weergave van het voorstel dat de zuidelijke bewonersorganisaties in November 2001 hebben gedaan. Het voorstel gaat uit van droge winning en kleiberging in de Itterense weerd en afvoer van schone grind naar een aan te leggen losplaats direct ten noorden van Ankersmit.
Indien het mogelijk zou blijken de in het Eindplan geplande aanvoer van toutvenant uit Borgharen te synchroniseren met de afvoer van schone grind naar Beatrixhaven kan de extra geluidsbelasting voor Itteren beperkt blijven.

Met vriendelijke groet,

J.J.M. van Eechoud
Voorzitter

Bijlage: Bepalingen in de (voorlopige) Uitvoeringsovereenkomst

3.5 Partijen zijn op basis van ingewonnen advies van oordeel dat de werkzaamheden waar deze Overeenkomst op betrekking heeft, of een of meer onderdelen daarvan, niet aanbesteed hoeven te worden op grond van Europese of nationale aanbestedingsregelgeving. Indien onverhoopt naar oordeel van de Europese Commissie of op grond van een rechterlijke uitspraak een of meer bepalingen van deze Overeenkomst wegens strijd met het aanbestedingsrecht nietig zouden blijken te zijn, of geheel of gedeeltelijk buiten werking worden gesteld dan wel indien de uitvoering van de Overeenkomst geheel of gedeeltelijk wordt verboden of opgeschort, dan zullen Partijen met elkaar in overleg treden en zich gedurende een periode van zes maanden inspannen om overeenstemming te bereiken over een eventuele aanpassing van deze Overeenkomst die zoveel mogelijk tegemoet komt aan de in deze Overeenkomst geformuleerde uitgangspunten, doelstellingen, verantwoordelijkheids- en risicoverdelingen van Partijen. Indien het niet mogelijk mocht blijken binnen deze periode van zes maanden een met de vereisten van het aanbestedingsrecht verenigbare oplossing voor de gerezen problemen te vinden dan wordt deze Overeenkomst, voorzover rechtens nog bestaand, ontbonden. Partijen dragen in dat geval de door hen zelf gemaakte kosten en geen der Partijen zal in dat geval gehouden zijn tot vergoeding van de door de wederpartij direct of indirect geleden schade. Ieder van de CG Grondeigenaren en CG Partners zal in dat geval gerechtigd zijn aan een of meer eventuele door de Overheid te organiseren aanbestedingsprocedures deel te nemen.

3.6 Indien de Overheid vanwege vermeende schending van de Europese en nationale aanbestedingsregelgeving door een derde in een gerechtelijke procedure wordt betrokken zal CG zich op eerste verzoek van de Overheid voegen aan de zijde van de Overheid. Indien de derde in het gelijk wordt gesteld is het bepaalde in artikel 3.5 van deze Overeenkomst van toepassing.

3.7 CG is op basis van door haar ingewonnen advies van oordeel dat de vorming van CG, Geo Control B.V. en/of aan de oprichting van deze vennootschappen ten grondslag liggende of daarmee samenhangende samenwerkingsregelingen niet in strijd is/zijn met regels van Europees en/of Nederlands mededingingsrecht. Indien onverhoopt de vorming van CG, Geo Control B.V. en/of aan de oprichting van deze vennootschappen ten grondslag liggende of daarmee samenhangende samenwerkingsregelingen geheel of gedeeltelijk in strijd mochten blijken met regels van Europees of Nederlands mededingingsrecht zullen Partijen handelen conform hetgeen in artikel 3.5 van deze Overeenkomst is bepaald. et al

Noot: CG = Combinatie Grensmaas (grindproducenten)

Schematische weergave verlegging dekgrondberging van Haertelstein naar Itterense weerd