Rijksuniversiteit Groningen

Mogelijkheden om hartinfarct te voorspellen onderzocht

Angina pectoris ('pijn op de borst') en een hartinfarct worden meestal veroorzaakt door een vernauwing in een van de kransslagaders. Daardoor krijgt de hartspier niet genoeg zuurstof. Bij het ontstaan van de vernauwing speelt de binnenbekleding van het bloedvat, het endotheel, een belangrijke rol. Momenteel wordt onderzocht op welke manier endotheelafwijkingen kunnen worden gebruikt om hartproblemen te voorspellen, zodat tijdig ingrijpen nog mogelijk is. Stefan Monnink bestudeerde op welke manier de endotheelfunctie het best kan worden gemeten, vervolgens wat de geconstateerde afwijkingen betekenen en tot slot hoe het endotheel zich na een hartinfarct herstelt. Hij stelt vast dat de acetylcholine-test tijdens een hartkatheterisatie de endotheelfunctie het best in kaart brengt. Deze test moet toegepast worden ondanks een verhoogde kans op angina pectoris en hartritmestoornissen. Verder ontdekte Monnink onder meer dat een bepaald soort ACE-remmers de endotheeldisfunctie na een hartinfarct nog beter kunnen herstellen. Bij de acetylcholine-test wordt de functie van het endotheel bepaald door acetylcholine in de kransslagader toe te dienen, omdat dit als het ware angina pectoris simuleert. Als de bloedvaten na de injectie verwijden, dan functioneert het endotheel goed. Het injecteren van acetylcholine in de kransslagader brengt enige risico's met zich mee, maar toch blijkt deze test de beste meting op te leveren. Want Monnink stelt vast dat het endotheel van de kransslagader niet te vergelijken is met dat van bloedvaten elders in het lichaam. Hij beveelt wel aan om alert te zijn op mogelijke gevolgen van de injectie met acetylcholine in de kransslagaders, zoals angina pectoris, hartritmestoornissen of vaatspasme. Vooral bij jonge hartpatiënten die al een hartinfarct hebben gehad, lijkt het risico hierop groter te zijn. Gedurende zijn onderzoek vond de promovendus steeds meer bewijs voor de stelling dat endotheeldisfunctie een hartinfarct kan veroorzaken en omgekeerd. Ook blijkt onder meer dat patiënten die een succesvolle dotterbehandeling hebben ondergaan, toch klachten houden die te maken hebben met endotheeldisfunctie. De ontdekking dat een bepaald soort ACE-remmer de endotheeldisfunctie na een hartinfarct kan herstellen, deed Monnink in een dierexperimenteel onderzoek. De klinische implicaties hiervan voor patiënten met hartfalen moeten nog verder worden onderzocht. /ImK

Stefan Monnink (Enschede, 1966) studeerde geneeskunde in Groningen. Hij verrichtte zijn promotieonderzoek bij het Thoraxcentrum van het Academisch Ziekenhuis Groningen op de onderafdeling Hartkatheterisatie van de afdeling Cardiologie. Het onderzoek is deels gefinancierd door de Nederlandse Hartstichting en het Sorbo Hart Fonds. Momenteel is Monnink cardioloog in opleiding op de afdeling Inwendige Geneeskunde van Medisch Spectrum Twente in Enschede.

Datum en tijd

woensdag 22 januari 2003, 14.15 uur

Promovendus

S.H.J. Monnink, tel. (053)487 20 00 (werk), tel. (053)436 09 77

Proefschrift

Aspects of endothelial function testing in coronary vascular disease

Promotores

prof.dr. W.H. van Gilst en prof.dr. D.J. van Veldhuisen

Faculteit

medische wetenschappen

Plaats

Aula Academiegebouw, Broerstraat 5, Groningen

Agenda

Studium Generale