Provincie Friesland

PERSBERICHT VAN DE NOORDELIJKE CONVENANTPARTNERS CULTUUR

Provincies Drenthe, Fryslân en Groningen en de gemeenten Groningen en Leeuwarden

nummer: 022

Assen, 23 januari 2003

Noorden wil investeren in kwaliteit en ontwikkeling cultuur

De noordelijke convenantpartners - provincies Drenthe, Fryslân en Groningen en de gemeenten Groningen en Leeuwarden - zetten zich in voor een sterke culturele infrastructuur in het Noorden. Zij willen dit doen door de bestaande culturele infrastructuur beter te benutten en hierin te investeren onder andere door subsidies voor de rijksgesubsidieerde instellingen te handhaven en/of uit te breiden. En door het stimuleren van noordelijke initiatieven die de potentie hebben om door te groeien naar landelijk kwaliteitsniveau. Hiervoor willen de convenantpartners een nieuw Noordelijk Productie Fonds instellen dat wordt gevoed met een noordelijke bijdrage van 1 miljoen euro. Van het Rijk wordt eenzelfde bijdrage gevraagd. Dit zijn voorstellen die de noordelijke partners doen in de conceptnota "Voor kwaliteit en ontwikkeling - Noordelijke ambities voor cultuur in de periode 2005 - 2008". Deze nota moet de visie van het Noorden weergeven op de culturele infrastructuur in de regio. Tot 17 februari kunnen de mensen uit het veld en de raads- en statenleden op de nota reageren. De staatssecretaris zal de visie gebruiken bij het opstellen van de nieuwe rijkscultuurnota 2005 - 2008.

Het Noorden wil investeren in de culturele infrastructuur, omdat daarmee de basis gelegd wordt voor een vitaal en inspirerend cultureel klimaat, waarvan de inwoners van het Noorden kunnen profiteren. Uit de State of the Art, een analyse van de huidige culturele infrastructuur van het Noorden, blijkt dat de noordelijke culturele infrastructuur hoge kwaliteit kent maar kwetsbaar is. Op het gebied van bepaalde disciplines is slechts één of een beperkt aantal instellingen aanwezig en er zitten bovendien hiaten in de infrastructuur, met name op het gebied van kunstvakopleidingen.

Samenvattend wil het Noorden inzetten op:
· Intensivering en verdieping van de bestaande hoge kwaliteit en de dynamiek van de culturele infrastructuur door het handhaven en eventueel uitbreiden van subsidies aan de rijksgesubsidieerde instellingen. De noordelijke convenantpartners dagen hiervoor alle instellingen die voor de periode 2005-2008 rijkssubsidie aanvragen uit, om in hun beleidsplannen aan te geven hoe zij zich willen inzetten voor een verbetering van het culturele klimaat in het Noorden. · Het ondersteunen van noordelijke initiatieven die de potentie hebben door te groeien naar landelijk kwaliteitsniveau en bijzondere en vernieuwende projecten van bestaande instellingen, vanuit een nieuw Noordelijk Productiefonds, dat wordt gevoed met een noordelijke bijdrage van 1 miljoen euro. Van het Rijk wordt eenzelfde bijdrage gevraagd. · Ontwikkeling van nieuwe en bijzondere opleidingen waaronder een experimentele theateropleiding.

Bovendien willen we werken aan de ontwikkeling en versterking van de culturele basisinfrastructuur zoals cultuureducatie, amateurkunst, toegankelijkheid cultureel erfgoed, jeugdtheater en regionale musea (waaronder het Groninger Museum, Fries Museum, Drents Museum).

En nu verder
De nota van het Noorden wordt gebruikt voor de onderhandelingen van de noordelijke convenantpartners met het Rijk. De inhoud van de nota bouwt voort op de petitie die door het Noorden (instellingen en overheden) bij de behandeling van de cultuurnota 2001-2004 aan de Tweede Kamer is aangeboden. Hierin werd al gemeld dat er relatief weinig rijksgeld terechtkomt in het Noorden. Oorzaak is niet zozeer de kwaliteit van de aanvragen, maar veel meer het beperkte aantal daarvan. Aanvragers ontvangen bovendien meestal een lager budget dan vergelijkbare initiatieven in de Randstad. Dit werd door de Tweede Kamer erkend. De conceptnota van het Noorden, zoals vastgesteld door de verschillende colleges, is naar alle culturele instellingen in het Noorden verzonden. Tot 17 februari a.s. hebben zij tijd om te reageren. Ook de gemeenteraden van Groningen en Leeuwarden en de provinciale staten van Drenthe, Fryslân en Groningen zullen zich hierover buigen. De visie van het Noorden zal uiteindelijk eind maart bij het ministerie van OCenW worden ingeleverd. Noot voor de redactie (