Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij

Persberichten

Minister Veerman over Mid Term Review: marktgerichte en duurzame landbouw dichterbij

23 januari 2003 - De plannen van Commissaris Fischler voor de hervorming van het Europese landbouwbeleid zijn gedurfd, maar noodzakelijk. De voorstellen bieden perspectief voor een meer marktgericht en duurzamer landbouwbeleid volgens Minister Veerman van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij. Wel is de vraag of ze ook in voldoende mate bijdragen aan het bevorderen van een vitaal platteland in Europa. De nu uitgewerkte voorstellen komen grotendeels overeen met het in juli 2002 door Fischler gepresenteerde discussiestuk voor de zogenoemde Mid Term Review. Belangrijk is dat de Commissie tegemoet is gekomen aan enkele Nederlandse wensen tot verbetering, in het bijzonder op het gebied van zuivel en aardappelzetmeel.

De voorstellen brengen de Nederlandse wens tot een meer marktgerichte en duurzame landbouw dichterbij. Een belangrijk element is de ontkoppeling van de directe inkomenssteun van de productie. Dit houdt in dat de ondersteuning onafhankeliijk wordt van het teeltplan van de landbouwer. Hierdoor zullen landbouwers hun productie baseren op marktprikkels en niet langer op de inkomensondersteuning die ze voor bepaalde producten kunnen krijgen en minder administratieve rompslomp op dit punt hebben. Volgens Veerman brengt de samenleving het verlangen naar een duurzaam beleid tot uitdrukking door hogere eisen te stellen aan bijvoorbeeld voedselveiligheid en dierenwelzijn. Het landbouwbeleid in de voorstellen kan daaraan beter voldoen. Daarnaast is verdere hervorming noodzakelijk om de EU een goede uitgangspositie te geven in de WTO-onderhandelingen waarin gesproken wordt over verdere vermindering van handelsverstorende steun aan de landbouw. Dit biedt ook ontwikkelingslanden betere handelsperspectieven. Ook de uitbreiding van de EU met tien landen vraagt om een herziening van het landbouwbeleid, onder meer om het betaalbaar te houden maar ook om de modernisering van de landbouwsector in die landen te stimuleren.

De Commissie komt in de uitgewerkte voorstellen aan een aantal bezwaren van Nederland tegemoet. Zo zal de ontkoppeling van de steun voor aardappelzetmeel gedeeltelijk zijn, waardoor de aardappelzetmeelindustrie meer tijd krijgt om zich aan te passen. Wel vraagt Minister Veerman zich af of dat in voldoende mate is; moet niet gestreefd worden naar een nog meer geleidelijke ontkoppeling dan de nu voorgestelde 50 %. Bij cross-compliance wordt de steun verbonden aan Europese eisen op het gebied van bijvoorbeeld dierenwelzijn, voedselveiligheid en milieu, zodat eerlijke concurrentie tussen de lidstaten gewaarborgd is. De Commissie komt eveneens tegemoet aan de veelvuldig door Nederland naar voren gebrachte wens om de hervorming van de zuivelmarktordening te vervroegen (nu in 2004).

Op hoofdlijnen zijn de plannen uit juli 2002 wel hetzelfde gebleven. Op onderdelen wijzigt de Commissie haar voorstellen. Modulatie, de overheveling van een deel van de inkomenssteun naar het plattelandsbeleid, wordt in 2006/7 voor alle lidstaten verplicht ingevoerd en niet in 2004. Boven deze modulatie geldt dan nog een percentage degressiviteit om de hervormingen te kunnen financieren. Bedrijven die meer dan 50.000 euro steun ontvangen zullen twee keer zoveel gekort worden als bedrijven die tussen de 5.000 en 50.000 euro steun ontvangen. Minister Veerman betreurt dat in de definitieve voorstellen de bovengrens van inkomenssteun van 300.000 euro geschrapt is. Daarnaast vraagt hij zich af of door deze en andere beperkingen van de modulatie nog in voldoende bijgedragen kan worden aan het bevorderen van een vitaal platteland.

Naast de vervroeging van de hervorming van de zuivelmarktordening, is ook meer bekend over de manier waarop die hervorming zal plaatsvinden. Naast de prijsverlaging van 15 procent gedurende drie jaar, zoals afgesproken in Agenda 2000, wordt een verdere verlaging van de prijs voorzien. De uiteindelijke prijsverlagingen zullen in 2008 uitkomen op 17,5% voor magere melkpoeder en voor boter op 35%. Voor deze prijsdaling zal een gedeeltelijke compensatie komen. Verder zal het quotum, dat in ieder geval zal bestaan tot 2014, mogen groeien met 3,5%. De vraag is of deze quotaverruiming wenselijk is.

De plannen worden volgende week voorgelegd aan de ministers van landbouw van de Europese Unie. Daarmee beginnen uiterst lastige onderhandelingen, zo verwacht Veerman. Veel landen vinden de plannen veel te vergaand. Met name het feit dat de steun niet gebaseerd wordt op de vraag of een landbouw ook daadwerkelijk produceert, ligt voor veel landen moeilijk. Ook Nederland heeft nog wel bepaalde problemen met de voorstellen. De voorstellen vragen dan ook een zorgvuldige bestudering op de uitwerking ervan voor de diverse sectoren, waaronder die van de zogenaamde vrije producten (aardappelen, open grond tuinbouw). Welke effecten zijn hier te verwachten van de voorgestelde ontkoppeling en het overdraagbaar maken van de inkomenssteun? En als er negatieve effecten zijn, hoe vangen we deze dan op? Verder hecht Minister Veerman groot belang aan een verlaging van de lastendruk voor de sector en voor de overheid. Vereenvoudiging van bestaande regelgeving is hiervoor noodzakelijk. De voorstellen van Fischler zullen ook hierop nader getoetst moeten worden.

Pers


---