Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

tijdelijk agentschap

Voortgang VWA en voornemen tot oprichten tijdelijk agentschap

Mede namens de minister van LNV informeert de staatssecretaris de Kamer over de ontwikkelingen rond de Voedsel- en Warenautoriteit (VWA). In de brief komt onder meer ter sprake de voorgenomen positionering van de VWA als tijdelijk agentschap.

Voortgang VWA en voornemen tot oprichten tijdelijk agentschap 1. Voortgang VWA en voornemen tot oprichten tijdelijk agentschap

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag

Ons kenmerk Inlichtingen bij Doorkiesnummer Den Haag VGB/VL-2338389 23 januari 2003 Onderwerp Bijlage(n)
Uw brief Voortgang Voedsel en Waren Autoriteit en 2
het voornemen tot oprichting tijdelijk
agentschap

In de brief van 22 januari 2002 (TRCNVa/2002/04) hebben de toenmalige ministers van VWS en LNV u geïnformeerd over het voornemen tot de oprichting van een Voedsel en Wa- ren Autoriteit (VWA), waarin de Keuringsdienst van Waren (KvW) en de Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees (RVV) zouden opgaan, en die hiërarchisch onder gezag van de Mi- nister van VWS zou worden geplaatst. Bij deze brief informeer ik u, mede namens de Mi- nister van LNV, over de voortgang van de in dat kader uit te voeren werkzaamheden. Tevens wil ik u informeren over de voorgenomen positionering van de VWA als tijdelijk agentschap.

1. De opbouw van de VWA

De opbouw van de VWA krijgt gestalte via twee hoofdlijnen, te weten inhoudelijk en insti- tutioneel.

a. Inhoudelijk

Inhoudelijk zijn eerst strategische bouwstenen opgesteld, die meer in detail ingaan op de ta- ken van de VWA op het terrein van toezicht, risicobeoordeling en risicocommunicatie. De bouwstenen zijn dit voorjaar met bedrijfsleven en consumentenorganisaties besproken en aan de hand van hun commentaar aangepast. Na de zomer zijn de bouwstenen verder uitge- werkt in een Strategische Ondernemingsvisie (SOV), die medio oktober is vastgesteld. De SOV is ter kennisname als bijlage bij deze brief gevoegd (Bijlage 1). Naar de inhoud mag ik kortheidshalve verwijzen. De strategische ondernemingsvisie wordt op dit moment in nauwe afstemming met de departementen, VWS en LNV, verder uitgewerkt en geïmplementeerd.

b. Institutioneel

Institutioneel wordt gewerkt aan de opbouw van één organisatieonderdeel VWA onder het Ministerie van VWS. De basis daartoe is gelegd in het Besluit organisatie VWA dat op

Postbus 20350 Bezoekadres: Correspondentie uitsluitend Internetadres: 2500 EJ DEN HAAG Parnassusplein 5 richten aan het postadres www.minvws.nl Telefoon (070) 340 79 11 2511 VX DEN HAAG met vermelding van de Fax (070) 340 78 34 datum en het kenmerk van deze brief.

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Blad
2
Kenmerk
VGB/VL-2338389

10 juli 2002 in werking is getreden (Bijlage 2). Per 1 januari 2003 is het personeel (1600 medewerkers) van de RVV als organisatieonderdeel van LNV overgegaan naar, en tevens omgebouwd als baten/lastendienst bij, het Ministerie van VWS. Er is een openingsbalans voor de RVV en een slotdocument opgesteld waarin alle overige afspraken tussen LNV, VWS en VWA met betrekking tot de overgang zijn vastgelegd. In 2003 zal begonnen wor- den met de aanpassing van de administratieve en de ICT-systemen van de RVV op die van VWS. Voor sommige systemen zoals de personeels en salarisadministraties is dit voor 1 januari 2003 gebeurd.

Nu de RVV in formele zin onderdeel van de VWA uitmaakt, worden zowel KvW als RVV aangestuurd door de DG-VWA, daarin bijgestaan door een centrale eenheid, die momenteel in opbouw is. De onderdelen van de KvW en RVV die zich bezig houden met staf en strate- gie worden op korte termijn samengevoegd en ondergebracht in de nieuwe centrale eenheid. Op basis van een taakanalyse wordt onderzocht welke taken dat precies betreft. Verder zal aandacht worden besteed aan doelmatigheid en efficiëntie tussen de werkmaatschappijen KvW en RVV, zowel centraal als decentraal. Vanaf oktober 2002 is een aantal overgangs- maatregelen van kracht geworden. De centrale eenheid en de hoofdkantoren van KvW en RVV zullen vanaf medio 2003 in één gebouw worden gehuisvest.

De overgang van de RVV naar VWS betekent voor LNV dat het opdrachtgever wordt van de VWA. VWS heeft de dubbelrol van eigenaar en opdrachtgever. Op dit moment worden zoge- naamde opdrachtgever- en eigenaarconvenanten opgesteld, waarin de spelregels ten aanzien van de sturing van de VWA worden vastgelegd. Het Ministerie van VWS is opdrachtgever daar waar het productveiligheid betreft (inclusief de handhaving van alcohol- en tabakswet- geving), het Ministerie van VWS en LNV zijn elk vanuit hun eigen verantwoordelijkheid op- drachtgever daar waar het voedselveiligheid betreft (inclusief zoönosen) en het ministerie van LNV is opdrachtgever ten aanzien van dierziekten en dierenwelzijn.

2. De tijdelijke agentschapstatus voor de VWA

Op grond van het Besluit organisatie VWA bestaat de VWA per 10 juli 2002 uit een centrale organisatie en twee werkmaatschappijen, de KvW en de RVV. De centrale organisatie is een gewoon dienstonderdeel van VWS. De KvW is al een baten/lastendienst binnen VWS en de RVV sinds 1 januari 2003. In de reeds genoemde brief van 22 januari jl. is het voornemen geuit om de totale VWA-organisatie op termijn om te vormen tot één agentschap. De voor- delen van een interne verzelfstandiging zijn evident. Niet alleen uit financieel oogpunt maar ook uit het oogpunt van de gewenste onafhankelijkheid van de VWA, ligt de agentschap- status voor de hand. Gelijktijdig met de invoering van het Besluit organisatie VWA, is er een wijziging van het Besluit Staatstoezicht op de volksgezondheid in werking getreden en is de VWA, in plaats van de KvW, aangewezen als onderdeel van het Staatstoezicht op de volks- gezondheid, in het bijzonder voor de voedselveiligheid.

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Blad
3
Kenmerk
VGB/VL-2338389

In de spelregels zoals die worden vastgelegd tussen het agentschap en zijn eigenaar en op- drachtgevers, kan adequaat worden ingespeeld op de specifieke positie van de VWA, gelet op haar wettelijke taak op grond van de Gezondheidswet en het belang van onafhankelijke oordeelsvorming. Het ligt in de verwachting dat de totale VWA-organisatie per 2005 dan wel uiterlijk per 2006 de definitieve agentschapstatus zal bereiken. Hiertoe zijn met de mi- nisters van Financiën en BZK afspraken gemaakt.

Vooruitlopend hierop is de VWA als geheel per 1 januari 2003 de tijdelijke agentschapstatus verleend. U bent over de mogelijkheid van deze figuur door de Minister van Financiën geïn- formeerd bij brief van 21 maart 2001 (TK 2000-2001, 23171, nr. 4). Deze figuur kan wor- den toegepast op organisaties die de potentie hebben om zich op termijn te kwalificeren als volwaardige baten/lastendienst. Formeel is deze figuur in het leven geroepen voor niet tot de rechtspersoon Staat behorende diensten, die (weer) binnen het verband van een ministerie worden gebracht. Hoewel het in het onderhavige geval om intern verzelfstandigde diensten gaat, ligt ook voor de VWA de status van tijdelijk agentschap in de rede, omdat het over- grote deel van de organisatie reeds agentschap is.

Een tijdelijke agentschapstatus betekent dat de desbetreffende dienst tijdelijk een afwijkend beheer mag voeren, conform een agentschap, zonder dat reeds aan alle hiervoor geldende instellingsvoorwaarden is voldaan. De vorm van een tijdelijk agentschap is vooral gekozen om de interne coherentie van de VWA niet te belemmeren. Nu per 1 januari jl. de twee grootste onderdelen van de VWA (KvW en RVV) agentschap zijn, is het zeer belangrijk dat ook de centrale eenheid, in omvang veruit het kleinste gedeelte, volgens dezelfde procedu- res en regels gaat werken, als de door hen aan te sturen werkmaatschappijen. Hierdoor kan de VWA zich als één organisatie naar buiten manifesteren. Dit is bevorderlijk voor de ge- meenschappelijke identiteit van de VWA-organisatie. Met de Minister van Financiën is afge- sproken, dat de agentschapstatus van de KvW en de RVV pas zal worden ingetrokken, na- dat de VWA als geheel formeel agentschap is geworden. De agentschapvereisten voor de KvW en de RVV blijven dan ook tot die tijd onverminderd van kracht.

3. De te volgen aanpak

Met ingang van 1 januari 2003 is de VWA als operationele dienst (tijdelijk agentschap) on- der verantwoordelijkheid van de Minister van VWS gaan opereren. De begroting voor de VWA zal op de begroting van VWS worden opgenomen en daartoe bij de eerste suppletoire begrotingswet bij uw kamer worden ingediend.

Begin 2003 zal door de VWA een uitgewerkt plan van aanpak worden opgesteld voor het doorlopen van het totale agentschaptraject. Voordat wordt overgegaan tot het verlenen van de definitieve agentschapstatus aan de VWA zal dit besluit vanzelfsprekend, via een voor- hangprocedure op grond van de Comptabiliteitswet, aan uw Kamer worden voorgelegd.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,

drs. Clémence Ross-van Dorp

VWS

Besluit organisatie VWA (Voedsel en Waren Autoriteit)

8 juli 2002/VGB/VL 2295517 1° de Warenwet; daarvoor in het bijzonder, alsmede 2° de Vleeskeuringswet; over de kwaliteit van de functiever- De Minister van Volksgezondheid, 3° de Veewet; vulling van de feitelijk met de hand- Welzijn en Sport, 4° de Destructiewet; having ter zake belaste dienstonder- Handelende in overeenstemming met 5° de Landbouwwet; delen, bedoeld in artikel 2, derde lid; de Minister van Landbouw, 6° de Wet op de dierproeven; d. het uitvoeren van andere door de Natuurbeheer en Visserij; 7° de Bestrijdingsmiddelenwet 1962; minister of de minister van LNV op 8° de Wet Milieugevaarlijke stoffen, te dragen werkzaamheden. Besluit: uitsluitend hoofdstuk 4, paragraaf 2; 9° de Drank- en Horecawet; Artikel 5 §1: begripsbepalingen 10° de Tabakswet; De VWA zal op grond van een door 11° de Diergeneesmiddelenwet; de minister van LNV met inachtne- Artikel 1 12° de Gezondheids- en welzijnswet ming van de artikelen 10:1 tot en met In dit besluit wordt verstaan onder: voor dieren; 10:12 van de Algemene wet bestuurs- a. minister: de Minister van 13° de Landbouwkwaliteitswet; recht te verlenen mandaat, het Volksgezondheid, Welzijn en Sport; 14° de Kernenergiewet; Rijkstoezicht uitoefenen op het b. minister van LNV: de Minister van 15° de Absintwet 1909; Centraal Orgaan voor Landbouw, Natuurbeheer en Visserij; b. het Besluit Veiligheid attractie- en Kwaliteitsaangelegenheden in de c. VWA: de Voedsel en Waren speeltoestellen; Zuivel, dat krachtens artikel 8 van de Autoriteit; c. krachtens de Wet op de Landbouwkwaliteitswet is aangewe- d. DG-VWA: de directeur-generaal Bedrijfsorganisatie door publiekrech- zen als controle-instelling. van het Ministerie van telijke bedrijfsorganisaties vastgestel- Volksgezondheid, Welzijn en Sport de verordeningen. Artikel 6 die de leiding heeft van de VWA; 3. Ter uitvoering van de in het twee- 1. De minister en de minister van e. KvW: de Keuringsdienst van de lid bedoelde regelgeving is de LNV sturen jaarlijks voor 15 juli een Waren; VWA tevens belast met: opdrachtbrief aan de DG-VWA met: f. RVV: de Rijksdienst voor de keu- a. het erkennen van ondernemingen; a. een indicatie van de opdrachtverle- ring van Vee en Vlees; b. het keuren van levende en geslach- ning aan de VWA; en g. waren: hetgeen daaronder wordt te dieren en producten hiervan; b. het daarvoor beschikbare budget. verstaan in de Warenwet. c. het houden van toezicht op 2. De DG-VWA dient jaarlijks voor bedrijfskeuringen; 1 november een werkprogramma in §2: organisatie, taak en werkwijze d. het verlenen van erkenning, regis- bij de minister, waarin zijn opgeno- traties en vergunningen aan bedrij- men de activiteiten van de VWA. Artikel 2 ven, veewagens en personen, en het 3. Het werkprogramma: 1. Er is een Voedsel en Waren afgeven van certificaten; a. heeft betrekking op het eerstko- Autoriteit die ressorteert onder de e. het uitvoeren van bedrijfscontroles. mende volle kalenderjaar; minister. b. bevat een vooruitblik op de navol- 2. De leiding van de VWA berust bij Artikel 4 gende drie kalenderjaren; en de DG-VWA. De VWA is ter bescherming van de c. bevat een afzonderlijke opsomming 3. De VWA bestaat naast een centra- volksgezondheid tevens belast met de en uitwerking van de activiteiten van le overkoepelende eenheid uit de vol- navolgende taken en daarmee samen- de in artikelen 3, 4 en 5 genoemde gende afzonderlijke dienstonderdelen: hangende werkzaamheden: taken en werkzaamheden. a. de KvW; a. het programmeren en coördineren 4. Over de delen van het werkpro- b. de RVV. van het onderzoek op het terrein van gramma vindt vóór de indiening de voedselveiligheid ten behoeve van ervan overleg plaats met: Artikel 3 de risicobeoordeling dat direct ver- a. de minister, voorzover een direct 1. De ambtenaren van de VWA zijn band houdt met de in artikel 3, twee- verband bestaat met: belast met de handhaving van de in de lid, onder a en b, bedoelde voor- 1° de regelgeving, genoemd in artikel het tweede lid bedoelde wettelijke schriften; 3, tweede lid, onder a, 1°, 2°, 6°, 8°, voorschriften, voor zover die ambte- b. het verstrekken of doen verstrek- 9° of 10°; naren daarmee bij of krachtens wette- ken van informatie over de in dit 2° de bij of krachtens de lijk voorschrift zijn belast. besluit geregelde taken en werkzaam- Bestrijdingsmiddelenwet vastgestelde 2. De in het eerste lid bedoelde wette- heden; regels inzake biociden; lijke voorschriften zijn: c. het periodiek rapporteren over de 3° de Regeling residuen van bestrij- a. de bij of krachtens de volgende hoedanigheid van waren in het alge- dingsmiddelen; wetten gestelde voorschriften: meen en voedsel en de grondstoffen

Uit: Staatscourant 8 juli 2002, nr. 127 / pag. 10 1

4° de regelgeving, genoemd in artikel Artikel 9 Inmiddels heeft het kabinet beslo- 3, tweede lid, onder b; De DG-VWA zendt jaarlijks voor ten dat deze nieuwe publiekrechtelijke b. de minister van LNV, voorzover 1 juni een verslag van de werkzaam- autoriteit de Voedsel en Waren een direct verband bestaat met de heden van de VWA in het afgelopen Autoriteit (verder: VWA) zal zijn, en regelgeving, genoemd in: jaar aan de minister en de minister dat deze met ingang van 10 juli 2002 1° artikel 3, tweede lid, onder a, 3°, van LNV. in de plaats zal treden van de NVa. 4°, 5°, 11°, 12° of 13°; Het Besluit instelling Voorlopige 2° artikel 3, tweede lid, onder a, 7°, § 3: slot- en overgangsbepalingen Nederlandse Voedselautoriteit zal met uitzondering van de Regeling daarom per dat tijdstip worden inge- residuen van bestrijdingsmiddelen en Artikel 10 trokken door de Minister van de bij of krachtens de Met ingang van het tijdstip van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Bestrijdingsmiddelenwet vastgestelde inwerkingtreding van dit besluit tre- (verder: de minister) en de Minister regels inzake biociden; den de personeelsleden van de dienst, van Landbouw, Natuurbeheer en c. de minister en de minister van bedoeld in artikel 1, onder c, van het Visserij (verder: de minister van LNV, voor zover een direct verband Besluit Staatstoezicht op de volksge- LNV). bestaat met de regelgeving, genoemd zondheid zoals dat onmiddellijk vóór In dit besluit wordt nader ingegaan in artikel 3, tweede lid, onder c. 10 juli 2002 luidde, in dienst van de op de instelling, organisatie, taak en 5. Het werkprogramma behoeft bin- VWA, onderdeel Keuringsdienst van werkwijze van de VWA. Naast dit nen twee maanden na indiening de Waren. besluit zal nog een organisatiebe- goedkeuring van de minister en de schikking van het Ministerie van minister van LNV. Wijzigingen in een Artikel 11 Volksgezondheid, Welzijn en Sport goedgekeurd werkprogramma, al dan 1. Dit besluit treedt in werking met (VWS) worden vastgesteld, en zal de niet op verzoek van de minister of de ingang van 10 juli 2002. bestaande mandaatregeling van VWS minister van LNV, worden slechts 2. In afwijking van het eerste lid worden gewijzigd. Met de minister aangebracht na instemming van de treedt artikel 2, derde lid, onder b, in van LNV is afgesproken dat hij de minister en de minister van LNV. werking met ingang van 1 oktober ter zake vereiste maatregelen voor 2002. zijn ministerie zal vaststellen. De Artikel 7 3. In afwijking van het eerste lid VWA tenslotte zal een eigen interne 1. De ambtenaren van de RVV zijn treedt artikel 6 in werking met ingang mandaatregeling in het leven roepen. met inachtneming van het tweede lid van 1 januari 2003. Gelet op het belang van de zaak gehouden opdrachten van de minister ligt een uiteindelijke regeling van de van LNV uit te voeren ten tijde van Artikel 12 VWA in een wet in de rede, aangeno- crises in de bestrijding van vee- of Dit besluit wordt aangehaald als: men dat zulks ook juridisch mogelijk dierziekten als bedoeld in hoofdstuk Besluit organisatie VWA. en gewenst is; dat zal nader worden II, afdeling 3, van de Gezondheids- bestudeerd. en welzijnswet voor dieren. Dit besluit zal met de toelichting in 2. Het eerste lid is slechts van toepas- de Staatscourant worden geplaatst. VWA als onderdeel van het Ministerie sing nadat de DG-VWA door de van VWS (artikel 2) minister van LNV in kennis is gesteld De Minister van Volksgezondheid, De VWA zal ressorteren onder de van diens voornemen een opdracht Welzijn en Sport, minister, en zal onder leiding staan uit te vaardigen als bedoeld in het E. Borst-Eilers. van een directeur-generaal (verder: eerste lid. DG-VWA). Deze eigenaarrelatie zal 3. Zodra sprake is van een in het eer- Toelichting apart verder worden uitgewerkt. ste lid bedoelde crisis, dient de DG- Als opdrachtgevers van de VWA zul- VWA binnen één maand een aange- Algemeen len zowel de minister als de minister past werkprogramma in de bij de Op 21 juli 2001 is het Besluit instel- van LNV optreden. Dit is uitgewerkt minister. Artikel 6, derde, vierde en ling Voorlopige Nederlandse in artikel 6. vijfde lid, zijn van overeenkomstige Voedselautoriteit in werking getreden. De VWA zal bestaan uit een cen- toepassing. Daarbij werd een in eerste aanleg trale overkoepelende stafeenheid en kleine Nederlandse Voedselautoriteit twee afzonderlijke dienstonderdelen. Artikel 8 (verder: NVa) in het leven geroepen, Van de centrale overkoepelende staf- 1. De DG-VWA is bevoegd de leiding met een beperkte, coördinerende rol. eenheid maken deel uit de drie direc- van de in artikel 2, derde lid, Sindsdien bleek in brede kring een ties voor (1) toezicht, (2) onderzoek genoemde dienstonderdelen, algemene sterke voorkeur te bestaan voor een en risicobeoordeling en (3) communi- of bijzondere aanwijzingen te geven reeds op korte termijn verdergaande catie en voorlichting. Onder leiding over de uitvoering van de werkzaam- aanpak. Bij brief van 22 januari 2002 van de DG-VWA vormen de direc- heden van de desbetreffende dienst. aan de Tweede Kamer der Staten- teuren van deze drie directies tezamen 2. De DG-VWA kan één of meer uit Generaal (kamerstukken II 2001- met de directeuren van de twee artikel 36 van de Gezondheidswet of 2002, 26 991, nr. 59) heeft het kabinet dienstonderdelen het management- dit besluit voortvloeiende bevoegdhe- te kennen gegeven gehoor te zullen team van de VWA. den overdragen aan de leiding van de geven aan deze voorkeur, en de taken Vooralsnog zal de VWA twee in artikel 2, derde lid, genoemde van de nieuwe autoriteit aanzienlijk te afzonderlijke dienstonderdelen bevat- dienstonderdelen. zullen verzwaren en te verbreden. ten, namelijk de Keuringsdienst van

Uit: Staatscourant 8 juli 2002, nr. 127 / pag. 10 2

Waren (KvW) en de Rijksdienst voor functioneren. Uit het feit dat de hetzij LNV) heeft met ingang van de keuring van Vee en Vlees (RVV). minister indien noodzakelijk wel een 10 juli 2002 de ambtenaren aangewe- Wat betreft de RVV wordt hiermee aanwijzing kán geven, blijkt dat de zen die belast zijn met het toezicht op afgeweken van eerdergenoemde brief minister vanuit zijn verantwoordelijk- de naleving van die wetgeving. Dat van 22 januari 2002 aan de Tweede heid voor de volksgezondheid politiek zijn in ieder geval de desbetreffende Kamer. Uit praktische overwegingen verantwoordelijk zal zijn voor de controleurs/keurmeesters van de is bij nader inzien namelijk besloten VWA. Desgewenst kan de minister VWA. Het is aan de VWA om hier ook de RVV als geheel te laten over- over het functioneren van de VWA nadere invulling aan te geven. gaan naar de VWA, met dien ver- ter verantwoording worden geroepen De Minister van Justitie zal de stande dat (in artikel 7 is geregeld in de Staten-Generaal. ambtenaren aanwijzen die belast zijn dat) de ambtenaren van de RVV die met de opsporing van strafbare fei- zich thans bezighouden met dierge- Wettelijke taken van de VWA ten. Tot de inwerkingtreding van dit zondheid en de bestrijding van dier- (artikel 3) besluit zijn dat wat de VWA betreft ziekten, ten tijde van een crisis op één De KvW heeft thans drie taken: uitsluitend de controleurs van de van deze terreinen voluit inzetbaar 1. Het toezicht op de naleving van KvW. De RVV schakelde tot de zullen zijn voor het verlenen van bij- bepaalde wetgeving. inwerkingtreding van dit besluit bij stand aan de minister van LNV. 2. Het langs bestuurlijke weg een vermoeden van een strafbaar feit In artikel 10 en de toelichting daarop (bestuurlijke boeten) namens de zowel de KvW (voor de consumptie- wordt nader ingegaan op de indienst- minister handhaven van wetgeving, fase) als de Algemene Inspectiedienst treding van de ambtenaren van de respectievelijk het opsporen van straf- (AID) van het ministerie van LNV KvW en de RVV bij de VWA. bare feiten. in. Het ligt voor de hand dat deze 3. Het uitoefenen van het situatie bestendigd zal worden. VWA als onderdeel van het Staatstoezicht op de volksgezondheid De taken en bevoegdheden van het Staatstoezicht op de volksgezondheid (artikel 36 van de Gezondheidswet), Staatstoezicht op de volksgezondheid Met ingang van 10 juli 2002 zal een voor zover nog niet genoemd onder 1 zijn vastgelegd in hoofdstuk IV van wijziging van het Besluit en 2. de Gezondheidswet, en in het Besluit Staatstoezicht op de volksgezondheid De RVV voert thans diverse werk- Staatstoezicht op de volksgezondheid. en enkele andere besluiten in werking zaamheden uit, zoals: treden. Als gevolg daarvan zal de ­ het erkennen van ondernemingen; Andere taken van de VWA, onder VWA de taken en bevoegdheden van ­ het keuren van levende en geslachte andere inzake risicobeoordeling de KvW als onderdeel van het dieren en producten hiervan; (artikel 4) Staatstoezicht op de volksgezondheid ­ het houden van toezicht op dieren- De andere taken van de VWA zijn overnemen. De DG-VWA zal hier- welzijn; beschreven in artikel 4. door tevens hoofdinspecteur zijn als ­ het houden van toezicht op Het onderzoek, bedoeld in onderdeel bedoeld in artikel 38 van de bedrijfskeuringen; a, heeft betrekking op risicobeoorde- Gezondheidswet. Daarmee zal de ­ het verlenen van erkenning, regis- ling. Het staat de VWA vrij de resul- VWA formeel een feit zijn. De DG- traties en vergunningen aan bedrij- taten van dat onderzoek niet alleen VWA zal de bevoegdheden die horen ven, veewagens en personen, en het voor te leggen aan de minister en de bij het Staatstoezicht op de volksge- afgeven van certificaten, waaronder minister van LNV, maar daarover zondheid vervolgens weer overdragen verzoekcertificering; ook publieke mededelingen te doen. aan dienstonderdelen van de VWA. ­ het uitvoeren van bedrijfscontroles Risicobeheer blijft de verantwoorde- Per gelijke datum zal iedere andere (audits). lijkheid van de minister en de minis- verwijzing in wetgeving naar de KvW Voorts is ook de RVV belast met het ters van LNV, maar de VWA kan of de RVV worden vervangen door toezicht op de naleving van diverse daarover wel aanbevelingen doen. een verwijzing naar de VWA of de wetgeving. DG-VWA. Intern zal de VWA de Deze taken en bevoegdheden van Rijkstoezicht op privaatrechtelijke con- taken vervolgens verder verdelen. de RVV en de KvW zullen worden trole-instelling (artikel 5) overgenomen door de ambtenaren De VWA zal het Rijkstoezicht uitoe- Onafhankelijkheid van de VWA en van de VWA, maar door de VWA fenen op één krachtens artikel 8 van ministeriële verantwoordelijkheid voor zover nodig weer worden de Landbouwkwaliteitswet aangewe- De minister kan de hoofdinspecteurs gemandateerd aan ambtenaren van zen controle-instellingen, namelijk het van het Staatstoezicht, en dus ook de andere dienstonderdelen van de Centraal Orgaan voor DG-VWA, een aanwijzing geven als VWA. Hierbij zal rekening worden Kwaliteitsaangelegenheden in de bedoeld in artikel 38 van de gehouden met de huidige situatie, Zuivel (COKZ). Het COKZ verricht Gezondheidswet. Ten opzichte van de zodat het merendeel van de ambtena- namelijk werkzaamheden op het Keuringsdienst van Waren heeft de ren van de KvW en de RVV in prin- werkterrein van de VWA. Met de minister slechts bij uitzondering van cipe het zelfde werk zal blijven ver- minister van LNV is afgesproken dat deze bevoegdheid gebruik gemaakt. richten. Desalniettemin is het hij de hiervoor vereiste mandaatrege- Ook ten opzichte van de DG-VWA natuurlijk niet uitgesloten dat de ling zal vaststellen. zal deze terughoudendheid in acht VWA te zijner tijd tot een andere De minister van LNV zal het worden genomen. De VWA zal hier- taakverdeling zal besluiten. Rijkstoezicht blijven uitoefenen op de mee in vergaande onafhankelijkheid De voor een wet primair verant- andere krachtens artikel 8 van de ten opzichte van de minister kunnen woordelijke minister (van hetzij VWS,

Uit: Staatscourant 8 juli 2002, nr. 127 / pag. 10 3

Landbouwkwaliteitswet aangewezen ring van de minister en de minister controle-instellingen. van LNV. Overigens zal de VWA uit hoofde
van haar taak inzake de handhaving Ondersteuning minister van LNV bij van de in artikel 3, tweede lid, crises op terrein van vee- en dierziek- genoemde wetgeving, ook controles ten (artikel 7) uitoefenen bij bedrijven die tevens Artikel 7 heeft betrekking op de wijze onder toezicht staan van een andere waarop ambtenaren van de RVV krachtens artikel 8 van de door de minister van LNV betrokken Landbouwkwaliteitswet aan gewezen kunnen worden bij de bestrijding van controle-instelling dan het COKZ. vee- en dierziekten. In eerste instantie Indien daarbij zou blijken dat het betreft dat met name de ambtenaren door die controle-instellingen uitgeoe- van de RVV, maar indien noodzake- fende toezicht tekort is geschoten, lijk kunnen ook door de minister, al dan kan de minister van LNV daarop dan niet op verzoek van de minister door de VWA worden aangesproken. van LNV, ook ambtenaren van de KvW worden ingezet. Jaarlijks werkprogramma (artikel 6) Een vergelijkbare bepaling voor de In artikel 6 zijn de procedurele en bestrijding van een crisis op het werk- inhoudelijke eisen vastgelegd voor het terrein van de VWA ­ zoals bijvoor- jaarlijkse werkprogramma van de beeld een grootschalige verontreini- VWA. ging van een levensmiddel met Het werkprogramma is het instru- dioxine ­ is niet noodzakelijk. De ment waarmee zowel de minister minister kan in een dergelijke situatie (voor de wetgeving van VWS) als de de VWA immers reeds op de voet minister van LNV (voor de wetgeving van artikel 4, onder d, opdragen de van LNV) de VWA aanstuurt. In het in dat kader noodzakelijke werk- werkprogramma zullen daartoe de zaamheden uit te voeren. met de minister en de minister van
LNV (de beide opdrachtgevers) Overgang KvW en RVV naar de VWA gemaakte afspraken worden vastge- (artikel 10) legd inzake de activiteiten die de Krachtens artikel 10 zullen de perso- VWA (de opdrachtnemer) zal onder- neelsleden van de Keuringsdienst van nemen (waaronder de betrokken rege- Waren bij de inwerkingtreding van lingsafspraken). Hierbij wordt ervan dit besluit in dienst treden van de uitgegaan dat in het werkprogramma VWA, dienstonderdeel KvW. De ook de managementafspraken worden minister van LNV zal een vergelijk- opgenomen inzake: baar besluit nemen inzake de over- ­ de door de VWA in het kader van gang van de personeelsleden van de de uitoefening van zijn taken te leve- RVV naar de VWA, dienstonderdeel ren producten en diensten; RVV. Gestreefd wordt dit laatste per ­ de met betrekking tot die producten 1 oktober 2002 gerealiseerd te heb- en diensten te leveren prestaties; ben.
­ hetgeen gebeurt indien de overeen-
gekomen prestaties niet worden gele- Inwerkingtreding (artikel 11) verd; Dit besluit treedt, met uitzondering ­ het personeelsbeleid, de financiën, van artikel 2, derde lid, onder b, en de planning & controlcyclus, de huis- van artikel 6, gelijktijdig met het vesting en de mandatering. Besluit houdende wijziging van het Het eerste werkprogramma dient Besluit Staatstoezicht op de volksge- uiterlijk 1 november 2003 te worden zondheid en enkele andere besluiten, ingediend bij de minister. Dat werk- in werking met ingang van 10 juli programma zal mede gebaseerd zijn 2002. Artikel 2, derde lid, onder b, op de bevindingen van diverse werk- zal in werking treden met ingang van groepen van de VWA, waarin met 1 oktober 2002. Artikel 6 zal in wer- medewerking van ambtenaren van de king treden met ingang van 1 januari ministeries van VWS en LNV sinds 2003, aangezien dat artikel voor 2002 februari/maart 2002 nadere invulling geen betekenis meer kan hebben. wordt gegeven aan de taken en werk-
wijze van de VWA. Een ingediend De Minister van Volksgezondheid, werkprogramma behoeft binnen twee Welzijn en Sport, maanden na indiening de goedkeu- E. Borst-Eilers.

Uit: Staatscourant 8 juli 2002, nr. 127 / pag. 10 4