NEDERLANDS AUSCHWITZ COMITE
Toespraak voorzitter Nederlands Auschwitz Comité
Toespraak van Jacques Grishaver, voorzitter van het Nederlands
Auschwitz Comité, tijdens de lunchbijeenkomst na de
Auschwitzherdenking op 26 januari 2003, in de Rai te Amsterdam
Dames en heren, vrienden en vriendinnen van het Nederlands Auschwitz
Comité,
Namens het Comité heet ik u allen hartelijk welkom, in het bijzonder
de heer Max van der Stoel, Minister van Staat, die hier straks zal
spreken en speciaal de kampoverlevenden, onder wie ons erelid Jacques
Furth, bijna 93 jaar en nog steeds bestuurslid van het Comité. Helaas
zijn er door de loop der tijd steeds minder overlevenden aanwezig.
Vanmorgen tijdens de Stille Tocht liep Jacques Furth, de laatste oprichter van het Comité die nog bij ons is, gedwongen door fysieke beperkingen niet meer naast me aan de kop van de stoet. Ik realiseerde me tijdens die wandeling dat het Auschwitz Comité een nieuwe fase is ingegaan. De 'jongere' generatie moet het werk, welke de oprichters van het Comité voor ogen stond, voort zetten. Hun hartenkreet 'Nooit meer Auschwitz' moet blijven klinken. Dat velen hier in mee gaan bleek door het grote aantal aanwezigen tijdens de herdenking in het Wertheimpark. Onder hen burgemeester Job Cohen die een toesprak hield, waarvoor onze dank, staatssecretaris mevrouw Ross namens de Nederlandse regering, de ambassadeurs van Canada, Duitsland, Israël, Polen, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten en, omdat de ambassadeurs verhinderd waren, hoge vertegenwoordigers van Frankrijk, Oostenrijk en Rusland. Zij allen geven daarmee het belang van onze herdenking aan. Ik wil hen hiervoor hartelijk danken
Morgen is het 27 januari. 58 jaar geleden werd op die januaridag
Auschwitz bevrijd. Eindelijk was die hel op aarde gesloten. Ruim drie
maanden later eindigde de oorlog in Europa en nogmaals drie maanden
later in Azië. De Tweede Wereldoorlog was voorbij. Nog NOOIT waren er
in een oorlog zoveel slachtoffers gevallen. Nog NOOIT was er op zo'n
ongelofelijke manier gemoord en nog NOOIT was er op zo'n schaal en zo
fabrieksmatig geprobeerd een hele bevolkingsgroep te vernietigen. De
Tweede Wereldoorlog was in dit opzicht uniek. Vanaf 1933 werd in
Duitsland langzaam de joodse bevolkingsgroep door allerlei maatregelen
totaal geïsoleerd. Joden kregen van alles de schuld, de slechte
economie, de woningnood, de werkloosheid enzovoort en werden
uiteindelijk letterlijk vogelvrij verklaard. In de door de nazi's
bezette landen ging het niet anders. Stigmatisering, meldingsplicht,
persoonsbewijs, getto's, uiteindelijk isolatie. Het vervolg is ons
bekend. Totale barbarij. En dan volgt de vraag; hoe heeft dit ooit
kunnen gebeuren in een zo beschaafd Europa. Op deze vraag is veel
gestudeerd en heel veel geschreven. Heden ten dage verschijnen
hierover nog steeds aan de lopende band geschriften. Ik ben bang dat
er nog geen duidelijk antwoord op die vraag is. Maar op een andere
vraag weten wij helaas wel het antwoord: hebben wij van dit alles
geleerd? Het antwoord is NEE. Nog NOOIT hebben we in de afgelopen 58
jaar oprecht kunnen zeggen 'we hebben er van geleerd, dit mag nooit
meer gebeuren'. Er is geen jaar voorbijgegaan zonder dat er ergens wel
een conflict of oorlog gaande was waarbij veel slachtoffers vielen, er
waren bevolkingsgroepen die hun best deden elkaar uit te roeien en er
waren gebieden waar op grote schaal etnische zuiveringen plaatsvonden.
Dan zijn er nog veel landen waar concentratiekampen en het schenden
van mensenrechten de normaalste zaken van de wereld lijken. En onze
beschaafde wereld kijkt toe of treedt hier maar heel selectief tegen
op. Het lenigen van menselijk leed is vaak ondergeschikt aan politieke
of economische belangen.
En om niet te vergeten de verscherping, na de 11de september 2001, van
de tegenstellingen tussen de diverse wereldculturen. Deze
tegenstellingen hebben vaak tot gevolg dat er in veel landen
neveneffecten ontstaan die ontaarden in een ongenuanceerde
stellingname tegen mensen die er anders uitzien, leven of denken dan
jezelf. Verdraagzaamheid verdwijnt en maakt plaats voor haat.
Moslimhaat, jodenhaat, kleurlingenhaat, haat tegen het Westen, haat
tegen het Oosten, haat tegen het onbekende.
Door dit alles kun je vaststellen dat de woorden 'Nooit meer
Auschwitz' vandaag de dag nog niets aan betekenis hebben ingeboet. Het
is daarom belangrijk dat we waakzaam blijven en zoveel als in ons
vermogen ligt, onze stem laten horen.
Het conflict in het Midden Oosten blijft ons bezighouden. Aan treurig
nieuws uit Israël en de Palestijnse gebieden komt geen einde. De
gruwelijkheid overstijgt vaak ons voorstellingsvermogen. Het conflict
leidt hier in Nederland tot heftige reacties. Enerzijds binnen de
Joodse gemeenschap zelf, tussen voor- en tegenstanders van de politiek
van de Israëlische regering. Maar anderzijds hebben we ruimschoots
kennis kunnen nemen van openlijke antisemitische uitlatingen en zelfs
van gewelddaden tegen Joden of Joodse instellingen. In de discussie
over het conflict lopen de emoties hoog op. Vergelijkingen van het
conflict met gebeurtenissen uit de Tweede Wereldoorlog zijn niet
alleen onnodig kwetsend, ze zijn totaal misplaatst. Een deel van het
hedendaagse antisemitisme lijkt zich te verschuilen achter kritiek op
Israël of achter zogenaamd anti-zionisme. Maar aan de andere kant
moeten we er ook voor waken om iedere kritiek op het Israëlisch
optreden als antisemitisch te bestempelen. Ook dergelijke
beschuldigingen zijn vaak misplaatst, onnodig kwetsend en
onproductief.
De strijd met woorden wordt steeds heftiger gevoerd en het lijkt er
soms op of de normen van fatsoen per dag verder overschreden worden.
De opkomst van een politieke beweging als van Pim Fortuin met alle
verschijnselen daar omheen heeft hieraan zeker bijgedragen. Nog niet
lang geleden werden politici beboet als ze uitspraken deden in de
trant van 'Nederland is vol' en uitspraken die gericht waren tegen een
bepaalde bevolkingsgroep. Met angst en beven zien we de norm zo
vervagen dat uitlatingen tegen Islamieten zozeer geaccepteerd schijnen
te zijn dat ze in de 'beste' politieke kringen gehoord worden. Met
klem waarschuwen we tegen deze trend in onze samenleving. Het
stigmatiseren van bevolkingsgroepen was, is en blijft moreel
verwerpelijk. Wij die als geen ander weten wat stigmatisering
betekent, doen een klemmend beroep op de politiek om in deze
voorbeeldig gedrag te tonen en niet politiek opportunisme te laten
prevaleren. Velen van ons hebben een zelfde familiegeschiedenis achter
de rug als menig asielzoeker die om economische of politieke reden
deze kant op komt. Al te gemakkelijk wordt er met een zeker dédain
gesproken over mensen die 'slechts' om economische redenen hierheen
komen, alsof het streven te ontsnappen uit armoede niet een
fundamenteel menselijk recht is. Zelfs als het niet mogelijk is grote
groepen van emigranten hier te houden, dan kunnen wij zeker niet
accepteren dat deze mensen zonder meer gecriminaliseerd worden. Een
humane en tolerante maatschappij is het enige dat ons voor barbarij
kan behoeden.
26 jan 03 19:33