Evaluatie onderzoek Pepperspray
Opschorting medewerking Evaluatieonderzoek Pepperspray" voorbij
Begin 2002 is er een evaluatieonderzoek pepperspray gestart. Zowel de
Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) als de
politievakorganisaties staan achter dit onderzoek en zien het nut en
de noodzaak ervan in. De Politievakorganisatie ACP ontving uit het
veld berichten over het risico op zelfincriminatie. Dit werd
veroorzaakt door het feit dat de informatieformulieren die voor het
onderzoek moeten worden ingevuld op de persoon herleidbaar waren. De
Politievakorganisatie ACP heeft dit probleem aanhangig gemaakt in het
overleg met de minister van BZK. Het overleg hierover leverde echter
niet de door de ons gewenste aanpassingen op ten aanzien van de wijze
waarop met het onderzoek moest worden omgegaan om de zelfincriminatie
te voorkomen.
Sinds augustus 2002 hebben de gezamenlijke politievakbonden haar leden
opgeroepen niet meer mee te werken aan het evaluatieonderzoek
pepperspray. Naar de mening van de politievakorganisaties was er zoals
gesteld een reëel risico op zelfincriminatie. Het advies was de
formulieren t.b.v. het onderzoek niet meer in te vullen, indien de
betreffende medewerker van mening was dat het zijn/haar individuele
positie als (mogelijke) verdachte kon schaden. Ook is aangegeven dat
dit advies zou gelden zolang de minister van BZK geen adequate
maatregelen zou nemen.
De politievakorganisaties ontvingen een brief van de minister van BZK
met betrekking tot deze problematiek. In deze brief komt de Minister
tegemoet aan de door de Politievakorganisatie ACP gestelde
randvoorwaarden om zelfincriminatie te voorkomen.
In deze brief worden de volgende garanties afgegeven:
* de formulieren die worden ingevuld komen niet in het bezit van de
opdrachtgever van het onderzoek, i.c. de minister van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties;
* de leider van het onderzoek beoordeelt zo spoedig mogelijk of
nadere vragen aan de betrokken collega moeten worden gesteld;
* in ieder geval zullen de op de persoon herleidbare gegevens binnen
een maand na ontvangst van de formulieren worden vernietigd;
* de sets worden geanonimiseerd ingevoerd in een onderzoeksbestand;
* de gegevens uit de interviews worden ook geanonimiseerd verwerkt;
* er wordt conform de "gedragscode politieonderzoek" van het LSOP
gewerkt. Daarin zijn waarborgen opgenomen om te voorkomen dat
informatie aan derden wordt doorgegeven.
Een en ander leidt tot de conclusie dat de onderzoekers garant staan
voor een vertrouwelijke behandeling van de onderzoeksgegevens.
Naar de mening van de ACP is het risico op zelfincriminatie, door de
getroffen maatregelen nagenoeg nihil. Wij trekken hiermee het in
augustus aan onze leden uitgebrachte advies in. Dat betekent dat
medewerkers hun medewerking kunnen verlenen aan het onderzoek door de
onderzoeksformulieren in te vullen en aan de onderzoekers ter hand te
stellen.