Ministerie van Buitenlandse Zaken

Geannoteerde agenda van de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen van 27 en 28 januari 2003

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer

der Staten-Generaal

Binnenhof 4

Den Haag

Directie Integratie Europa Bezuidenhoutseweg 67

2594 AC Den Haag

Datum

24 januari 2003

Auteur

G.A. Beschoor Plug

Kenmerk

DIE/20/03

Telefoon

070-3485005

Blad


1/9


Fax

070-3484086

Bijlage(n)


1


E-mail

die@minbuza.nl

Betreft

Geannoteerde agenda van de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen van 27 en 28 januari 2003

Conform de bestaande afspraken heb ik de eer u hierbij, mede namens de Staatssecretaris voor Europese Zaken, de geannoteerde agenda van de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen van 27 en 28 januari a.s. aan te bieden.

De Minister van Buitenlandse Zaken

Mr J.G. de Hoop Scheffer

Geannoteerde agenda van de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen van 27 en 28 januari 2003

Algemene zaken

Stand van zaken overige Raadsformaties

In het kader van zijn horizontale, coördinerende functie zal de Raad kort de werkzaamheden van de overige Raadsformaties bezien en, waar noodzakelijk, bespreken.

Werkprogramma van de Raad in 2003

Dit agendapunt betreft een openbaar debat over het jaarprogramma van de Raad dat het Griekse en toekomstige Italiaanse voorzitterschap in de RAZEB van 9 en 10 december vorig jaar presenteerden. Het programma is een breed opgezet document, dat vier hoofdthemas kent:


- uitbreiding en hervorming;


- Lissabon-strategie;


- asiel- en migratieproblematiek;


- externe betrekkingen.

Nederland zal in het openbaar debat aangeven dat dit eerste jaarprogramma in zijn soort een goed middel lijkt om op de langere termijn enige sturing te geven aan de werkzaamheden van de Raad. Nederland is er voorstander van dit planningsinstrument zo operationeel mogelijk te houden en aan te laten sluiten bij de Annual Priority Strategy van de Commissie en de budgetcycli. Dit zal dan ook de Nederlandse inzet zijn bij het vervolg van deze exercitie: het Iers-Nederlandse jaarprogramma voor 2004 en het meerjarenprogramma voor de periode 2004-2006.

Nederland zal in het debat tevens naar voren brengen dat het zich in grote lijnen kan vinden in de voorgestelde aandachtspunten.


- Uitbreiding en hervorming:

Nederland steunt het streven om op 16 april het Toetredingsverdrag te kunnen tekenen en het vervolgbeleid t.a.v. de overgebleven kandidaat-lidstaten vorm te geven. Nederland hecht aan een degelijk inhoudelijk debat over de toekomstige structuur van de Unie. Wat betreft het in het jaarprogramma opgenomen streven om de op de Conventie volgende IGC onder Italiaans voorzitterschap (dit najaar) af te ronden, staat voor Nederland voorop dat dit nooit mag afdoen aan de inhoud van de besprekingen, noch aan de volledige betrokkenheid van de tien nieuwe lidstaten.


- Lissabon-strategie:

Nederland is groot voorstander van de Lissabon-strategie. Het feit dat de lidstaten een gezamenlijke doelstelling hebben geformuleerd voor het sociaal-economische beleid, is binnen de EMU van groot belang. Nederland ziet meerwaarde in de gezamenlijke benadering van de economische, sociale en duurzaamheidsaspecten van het sociaal-economische beleid. De leidraad voor de Nederlandse inzet voor de Lissabon-strategie is dat de nadruk moet liggen op de uitvoering van de actiepunten. De Raad, de Commissie en de lidstaten moeten de opdrachten van de Europese Raad binnen de gestelde termijnen uitvoeren om de Lissabon-doelstellingen te kunnen verwezenlijken. Actieve betrokkenheid van de kandidaat-lidstaten is daarbij essentieel.

In tijden van economische tegenwind lijkt een wat sterkere focus op de economische dimensie (waaronder de vervolmaking van de interne markt) wenselijk. Dat mag echter niet ten koste gaan van de sociale en duurzaamheidsdimensies. Kernpunten van de Nederlandse inzet zijn in dat verband (herstel van het) vertrouwen in de economie, werk en ondernemen en innovatie.


- Justitie en Binnenlandse Zaken:

Op het gebied van asiel en migratie zal het voorzitterschap het actieplan van de Europese Raad van Sevilla voortzetten. Nederland hecht aan harmonisatie van het Europese asielbeleid en wil dat de termijnen van het actieplan gerespecteerd worden.

Over migratie zal een tweeledige discussie worden gevoerd:


- enerzijds over brede themas als de relatie tussen migratie en ontwikkeling en migratie om redenen van werk of studie,


- anderzijds over het bestrijden van illegale immigratie.
Dit houdt ook in het verder integreren van JBZ-beleid in de externe betrekkingen van de Unie.

Nederland verwelkomt die aanpak. De discussie over de grote themas - hoe gevoelig ook - moet worden gevoerd. Nederland bepleit al vele jaren de volwaardige integratie van JBZ in het externe beleid. Het zal het Griekse voorzitterschap bij de uitvoering ervan door het HLWG-programma, gezamenlijk beheer en contractuele relaties met derde landen dan ook krachtig steunen.

Bijzondere aandacht vergt de Griekse wens voor meer gemeenschappelijke verantwoordelijkheid voor het bewaken van de buitengrenzen van de Unie. Nederland onderkent daar een gezamenlijk belang, maar zal voorstellen dienaangaande zorgvuldig bezien en aan strikte criteria binden.

Nederland verwelkomt de Griekse inzet voor voortgaande samenwerking op gebied van politie en justitie. Het wil bijdragen aan een beter functioneren van Europol en afstemming van strafrecht en verwelkomt de voorgenomen discussie over strafprocesrecht. De bestrijding van terrorisme blijft onverminderd de aandacht vragen.


- Extern beleid:

Het Grieks-Italiaanse jaarprogramma bestrijkt het gehele externe beleid van de Unie. Niettemin zal de Westelijke Balkan in 2003 hoge prioriteit hebben (zie verder onder Westelijke Balkan).

Opvolging Europese Raad te Kopenhagen

Tijdens de Europese Raad van Kopenhagen is een aantal institutionele aspecten van de uitbreiding aan de orde gekomen. De Europese Raad heeft bevestigd dat per 1 mei 2004 tien Commissarissen uit de kandidaat-lidstaten tot de Commissie zullen toetreden en dat de zittingsperiode van de nieuw te vormen Commissie zal beginnen op 1 november 2004. Hierbij is aangetekend dat het vereiste overleg met het Europees Parlement over deze data voor eind januari 2003 afgerond moet zijn.

De voorzitter van het Europees Parlement Cox heeft het Griekse voorzitterschap inmiddels een voorstel voor de planning voor de benoeming van zowel de tien additionele Commissarissen als van het nieuwe College voorgelegd. In beide gevallen vraagt het Europees Parlement aandacht voor de tijd die het nodig heeft om de Commissarissen in het kader van de goedkeuringsprocedure te kunnen bevragen. Het Europees Parlement doet daarbij een voorstel voor de termijnen waarop de Raad de namen van de beoogde Commissarissen zou moeten overleggen.

De regering hecht eraan dat hierover in goed overleg met het Europees Parlement werkbare afspraken worden gemaakt. De regering kan zich vinden in de termijnen die het Europees Parlement de Raad stelt, maar is van mening dat deze termijnen, waar nodig, met enige flexibiliteit gehanteerd moeten worden.

Voorbereiding Europese Raad te Brussel, maart 2003

Tijdens de Raad zal de Commissie haar voorjaarsrapport (voorheen het syntheserapport) presenteren. Het rapport is getiteld Choosing to grow: knowledge innovation and jobs in a cohesive society. Het is de bijdrage van de Commissie aan de Europese Voorjaarsraad van 21 maart 2003 en daarmee het belangrijkste document voor de discussie. In het voorjaarsrapport beschrijft de Commissie in hoeverre de Unie op koers ligt om de doelstellingen van de Lissabon-strategie te behalen in 2010. Daarnaast geeft zij aanbevelingen voor beleidsintensiveringen. Het rapport ging uw Kamer reeds toe (referte brief DIE-22/03 van 21 januari jl.).

Nederland zal zijn waardering uitspreken voor dit voorjaarsrapport. De boodschap van de Commissie is duidelijk: de lidstaten moeten grotere inspanningen doen om de doelstellingen van de Lissabon-strategie in 2010 te kunnen realiseren. Nederland kan zich goed vinden in het motto van het voorjaarsrapport Choosing to grow. Dit is inderdaad waar de Lissabon-strategie om draait. Gezien het huidige economische klimaat is het motto zeer relevant. Het voorjaarsrapport heeft grote raakvlakken met de kern van het Nederlandse standpunt zoals dit nu wordt ontwikkeld. De regering zal dit standpunt medio februari aan de Tweede Kamer aanbieden.

Externe betrekkingen

Prioriteiten conflictpreventie

Elk half jaar stelt het Raadssecretariaat ten behoeve van het inkomend voorzitterschap een (vertrouwelijke) watchlist op, waarin de prioriteiten op het gebied van conflictpreventie worden aangegeven. Deze lijst wordt in samenwerking met de Commissie opgesteld. Doel ervan is om de EU in staat te stellen tijdig te onderkennen dat ergens een conflict ontstaat en er tijdig op te reageren. Naar aanleiding van de watchlist zal mogelijk nog een discussie plaatsvinden in de Raad. Van belang is dat de watchlist concrete opvolging krijgt en dat het niet blijft bij signalering alleen.

Westelijke Balkan

De Raad zal spreken over werkprogramma van het Griekse voorzitterschap met betrekking tot de Westelijke Balkan. De Westelijke Balkan heeft hoge prioriteit in het externe beleid van het voorzitterschap, zoals blijkt uit een separaat beleidsdocument dat als bijlage is toegevoegd. Een Balkantop is voorzien en marge van de Europese Raad in Thessaloniki (juni 2003). Rode draad binnen het Griekse programma vormt de verdere aansluiting van de vijf landen in de regio bij de EU.

Nederland onderschrijft het belang van het reeds in 1999 door de Unie geboden geconditioneerde perspectief op toetreding voor de vijf landen van de Westelijke Balkan. Dit perspectief is onmisbaar voor het politieke draagvlak dat betrokken regeringen nodig hebben bij het doorvoeren van de vereiste pijnlijke hervormingsprocessen. Bovendien is de regio - na de uitbreiding - een witte vlek in de uitgebreide Unie.

Tegelijkertijd zal Nederland onderstrepen dat de EU de Balkanlanden streng moet blijven toetsen op de criteria van het Stabilisatie- en Associatieproces (in het bijzonder regionale samenwerking, mensenrechten, rule of law en criminaliteitsbestrijding, ICTY, vluchtelingenterugkeer, macro-economische hervormingen). De politieke Kopenhagen-criteria zijn nog door geen van de landen vervuld. Dit geldt zelfs voor koploper Kroatië (zie bijv. de ICTY/Bobetko-zaak, naar aanleiding waarvan Nederland in december 2002 heeft besloten het deponeren van de acte van bekrachtiging van de Stabilisatie- en Associatieovereenkomst met Kroatië voorlopig aan te houden).

Nederland zal voorts onderstrepen dat de EU zich met name moet inzetten om de sociaal-economische ontwikkeling van de landen in de regio te versterken, de zichtbaarheid van de EU te verhogen en het draagvlak voor de benodigde politieke hervormingen te vergroten. Dit zou ondermeer kunnen door te onderzoeken of de markttoegang voor bepaalde producten uit de Balkan kan worden verbeterd en de bestaande preferenties beter kunnen worden benut. Nederland wil voorstellen dat de landen van de Westelijke Balkan deel kunnen nemen aan de aanbestedingsprocedures voor bepaalde Europese hulpprogrammas. Tot slot is Nederland er voorstander van om deze landen - net als de huidige kandidaat-lidstaten - toegang te geven tot bepaalde thematische Gemeenschapsprogrammas (Erasmus, Socrates, onderzoek, samenwerkingsprogrammas op het gebied van MKB e.d.).

Midden-Oosten

De bespreking in de Raad van de situatie in het Midden-Oosten vindt plaats tegen de achtergrond van de Israëlische verkiezingen op 28 januari a.s.. In februari zal een nieuwe ministeriële bijeenkomst van het Kwartet worden belegd, met als doel definitieve aanvaarding en lancering van de road map. Alsdan zullen ook de Israëlische regering en de Palestijnse autoriteiten akkoord moeten gaan met de road map en zal zo spoedig mogelijk een begin moeten worden gemaakt met de uitvoering ervan. In de tussentijd wordt gewerkt aan het zogeheten monitoring mechanisme dat deel uitmaakt van de road map en de implementatie ervan zou moeten faciliteren. Nederland is van mening dat de EU er op moet toezien dat de laatste versie van de road map niet opnieuw ter discussie wordt gesteld, maar integraal door alle betrokkenen wordt aanvaard. Dit laatste zal ook in sterke mate afhangen van de opstelling van de VS.

Irak

De Raad zal zich buigen over de laatste ontwikkelingen rond Irak. De in de VR-resolutie 1441 genoemde wapeninspecties zijn in volle gang en zullen intensief worden voortgezet. Tevens heeft de eerste evaluatie van de inspecties en van de Iraakse medewerking plaatsgevonden. De logistieke medewerking van Irak zou over het algemeen goed zijn, maar voor het overige met name voor wat betreft de Iraakse opgave van 7 december 2002 en algemene informatieverlening - te wensen overlaten. Daarnaast zijn ook de onlangs gevonden raketten en documenten over het Iraakse nucleaire programma in de jaren 80 reden voor zorg.

Nederland zal zorg uitspreken over deze gebrekkige samenwerking en benadrukken dat slechts door volledige medewerking een vreedzame oplossing van de crisis mogelijk is. Nederland blijft dan ook van mening dat de internationale druk op Irak - ook door middel van dreiging met geweld - dient te worden gehandhaafd.

Noord-Korea

De Raad zal zich buigen over de recente ontwikkelingen met betrekking tot Noord-Korea. De opzegging van het Non-Proliferatie Verdrag (NPV) door Noord-Korea heeft de zaak verder op scherp gezet. De internationale gemeenschap heeft de stap van Noord-Korea in scherpe bewoordingen veroordeeld. Ook de EU heeft inmiddels in diverse verklaringen Noord-Korea opgeroepen zich aan zijn internationale verplichtingen te houden en terug te keren in het NPV. De EU heeft voorts verklaard bereid te zijn een bijdrage te leveren aan de totstandkoming van een duurzame en vreedzame oplossing voor de huidige crisis.

De Raad zal tevens spreken over de verdere rol die de EU kan spelen. De VS, Zuid-Korea, Rusland, Japan en China voeren intensief overleg over de ontstane situatie. Nederland is voorstander van verder contact van de Unie met vooral Rusland en China, teneinde deze landen te overtuigen van de noodzaak hun invloed in Noord-Korea aan te wenden om Pyongyang tot een soepelere opstelling te bewegen en daarmee ook een dialoog tussen Noord-Korea en de VS te bevorderen.

Europees Veiligheids- en Defensiebeleid

Momenteel wordt gewerkt aan de uitwerking van de regeling tussen de EU en de NAVO inzake de toegang tot NAVO-capaciteiten, waarover eind vorig jaar een doorbraak werd bereikt. Het is voor de verdere ontwikkeling van het EVDB van belang om de uitgewerkte regelingen zo spoedig mogelijk gereed te hebben (streefdatum is 1 maart 2003), mede met het oog op de mogelijke overname door de EU van de militaire operaties in Macedonië en Bosnië-Herzegovina. De Raad streeft naar een eerste bespreking - en mogelijk goedkeuring - van het juridisch instrument (Gemeenschappelijk Optreden ex art. 14 van het Verdrag) waarmee de EU de NAVO-geleide operatie in Macedonië zou kunnen overnemen.

Voorts zal de Raad kennisnemen van twee kader-Raadsbesluiten waarmee een structuur wordt vastgelegd voor de financiering en administratie van de gemeenschappelijke kosten die voortvloeien uit EVDB-operaties. Deze constructie is noodzakelijk omdat deze operaties buiten de EU-begroting om worden gefinancierd.

Aan de Raad zal ter goedkeuring voorliggen een General concept for a possible EU military role in FYROM, het basisdocument voor een eventuele EU-overname van de NAVO-geleide operatie Allied Harmony. Nederland zal er op toezien dat dit document ook voldoende duidelijkheid biedt over de door Nederland gewenste betrokkenheid van KFOR, vooral wat betreft de extractie van EU-eenheden in geval van nood. De EU zou de operatie in Macedonië kunnen overnemen zodra het bovengenoemde pakket maatregelen (Berlijn-plus) is uitgewerkt, de Macedonische autoriteiten formeel om overname hebben verzocht en de NAVO-missie is beëindigd.

Zimbabwe

De Raad zal spreken over de verlenging van het Gemeenschappelijk Standpunt over Zimbabwe, dat op 18 februari 2002 voor één jaar werd aangenomen. Dit Gemeenschappelijk Standpunt behelst een wapenembargo, alsmede visumrestricties en bevriezing van banktegoeden gericht tegen de leiders van het regime. De lijst met de door de restricties getroffen politici en hoge militairen is herhaaldelijk uitgebreid. De situatie in Zimbabwe is inmiddels verder verslechterd. Nederland steunt daarom verlenging van het Gemeenschappelijk Standpunt met één jaar tot 18 februari 2004.

Centraal Afrika

Dit agendapunt is opgenomen op verzoek van België teneinde minister Michel in staat te stellen een debriefing te geven van zijn reis door het gebied van 5 tot 10 januari jl.. Michel heeft gesproken met alle deelnemers aan de Inter Congolese dialoog (het vredesproces in de DR Congo), diverse Presidenten in de regio, onderhandelaar Masire en VN-vertegenwoordiger Niasse. Op 17 december jl. werd in Pretoria een akkoord getekend door de deelnemers aan de Inter Congolese Dialoog. Het akkoord betreft een wapenstilstand en een afspraak over machtsdeling voor een tweejarige transitie-periode, waarna democratische verkiezingen moeten volgen. De wapenstilstand werd echter enkele dagen later reeds geschonden.

EU-Afrika

De Raad zal spreken over de voorbereiding van de EU-Afrika Top, die op 4 en 5 april a.s. in Lissabon is voorzien. In dit kader zal ook het probleem van de deelname van Zimbabwe aan de Top ter sprake komen. Momenteel zijn hierover consultaties gaande van de EU-trojka met de Afrikaanse partners, waaronder de Afrikaanse Unie en de SADC. Nederland hecht veel waarde aan de consultaties met Afrikaanse partners. Het regime van Mugabe is een probleem voor de gehele regio en zal tijdens de Top moeten worden besproken.

Overig

Nederland zal tijdens de Raad nogmaals de ontvoering opbrengen van de humanitaire hulpverlener Erkel, hoofd van de Zwitserse sectie van Artsen Zonder Grenzen in Machatsjkala. Erkel werd op 12 augustus vorig jaar ontvoerd in Dagestan in de Noordelijke Kaukasus (Russische Federatie). Nederland zal het Griekse voorzitterschap en EU-partners verzoeken om, zowel in EU-verband als bilateraal, deze kwestie bij de Russische autoriteiten onder de aandacht te blijven brengen en erop te blijven aandringen dat zij alle mogelijke inspanningen leveren om deze ontvoering tot een spoedig en veilig einde te brengen.
- bijlage bij brief Geannoteerde agenda van de Raad Algemene Zaken en EXterne Betrekkingen van 27 en 28 januari 2003 24 Jan 2003