Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Antwoorden op kamervragen over een Amsterdamse Politie Academie
27 januari 2003
Vragen van het kamerlid Rietkerk (CDA) over het voornemen van de
politieregio Amsterdam-Amstelland om een eigen politieacademie op te
richten, om 'maatwerk' te bieden voor specifieke 'stadsproblemen', terwijl
er al een samenhangend stelsel van beroepsonderwijs voor de politie via het
LSOP bestaat. (Ingezonden 12 december 2002)
---
1. Vraag
Is het u bekend dat de regiopolitie Amsterdam-Amstelland het voornemen heeft
een eigen politieacademie op te richten? 1)
1. Antwoord
Ja. Het gaat hierbij om een Academie Politie Amsterdam-Amstelland (APAA).
Het betreft een samenhangend «huis» voor professionalisering die aansluit
bij een trend om opleidingsactiviteiten te clusteren. Bij de Academie
Politie Amsterdam zal aandacht besteed worden aan de basisontwikkeling
(begeleiding bij het werkend leren van aspiranten die bij het LSOP in
opleiding zijn), individuele ontwikkeling (vergelijkbaar met de vormings- en
opleidingsafdeling in andere korpsen) en de ontwikkeling van het politievak
en de korpsidentiteit.
2. Vraag
Is er niet al een organisatie (LSOP,Politie Onderwijs- en Kenniscentrum)
die een samenhangend stelsel van beroepsonderwijs (initieel,post-initieel en
additioneel) voor de politie verzorgt?
2. Antwoord
Ja. Voor een helder begrip van de gebruikte terminologie is het goed hier
nog eens vast te stellen dat het bij het samenhangend stelsel van
beroepsonderwijs gaat om basispolitieopleidingen (initieel) en
vervolgpolitieopleidingen voor leidinggevenden en specialisten
(postinitieel), die alle zijn gebaseerd op actuele door de politiepraktijk
gelegitimeerde en door de ministers van BZK en van Justitie vastgestelde
politieberoepsprofielen en competentiegerichte eindtermen. Daarnaast geldt
voor 2003 een overgangsaanbod gebaseerd op het oude postinitiële onderwijs,
omdat het nieuwe postinitiële onderwijs nog in ontwikkeling is. Dit initiële
en postinitiële onderwijs wordt exclusief door het LSOP aangeboden en door
alle korpsen afgenomen, waaronder ook het regionale politiekorps
Amsterdam-Amstelland. De in de vraag bedoelde vorming en opleiding
(additioneel) valt niet binnen het samenhangend stelsel. De behoefte aan
deze vorming en opleiding wordt in de korpsen zelf bepaald. De korpsen
kunnen voor de invulling van deze behoefte een beroep doen op de expertise
van het LSOP die dit heeft ondergebracht in haar contractactiviteiten. De
specifiek door het LSOP in samenwerking met Amsterdam-Amstelland ontwikkelde
opleiding voor buurtregisseurs is hiervan een voorbeeld. De korpsen kunnen
er echter ook voor kiezen om hiervoor met andere partners in zee te gaan.
3. Vraag
Acht u deze ontwikkeling gewenst in het licht van de discussie over de
uitbreiding van de sterkte van de politie, en de daarmee samenhangende
overcapaciteit bij het LSOP?
3. Antwoord
Deze ontwikkeling heeft geen invloed op de overcapaciteit van het LSOP. De
korpsbeheerder heeft mij meegedeeld dat het korps voor zijn initiële en
postinitiële opleidingsbehoefte gebruik maakt van het aanbod uit het
samenhangend stelsel van het LSOP en derhalve geen alternatief ontwikkelt
voor dit onderwijs. Thans wordt door BZK bij alle korpsen geïnventariseerd
wat de feitelijke behoefte aan initieel en postinitieel onderwijs voor 2003
is. Daarnaast heb ik de korpsen verzocht voor de jaren 2004 tot en met 2007
een raming van de opleidingsbehoefte bij mij in te dienen en daarmee zicht
te krijgen op het groeiproces van het nieuwe politieonderwijs.
4. Vraag
Heeft het korps Amsterdam-Amstelland contact gezocht met het LSOP voor het
leveren van maatwerk?
4. Antwoord
Zie de beantwoording bij vraag 2.
5. Vraag
Zijn de «stadsproblemen» dermate specifiek dat deze niet in het positionele
/ additionele politieonderwijs / maatwerk vanuit het LSOP kunnen worden
vervat en dat geen van de onderdelen voorkomt in het curriculum van het
vernieuwde politieonderwijs?
5. Antwoord
De beroepsprofielen waarop het samenhangende stelsel van initieel en
postinitieel onderwijs is gebaseerd, zijn in nauw overleg met het
politieveld tot stand gekomen. Hierin is ook aandacht voor stadsproblemen
die in alle grote steden van ons land voorkomen. Dat laat echter onverlet
dat het korps Amsterdam-Amstelland er vanuit zijn opleidingsfilosofie en
bedrijfsvoering voor kiest, om de regionale politiepraktijk in aanvullende
trainingen verder toe te spitsen.
6. Vraag
Acht u het mogelijk en wenselijk dat andere grootstedelijke
regiopolitiekorpsen ook eigen politieacademies oprichten?
6. Antwoord
Ik onderschrijf de initiatieven van de korpsen en dus ook van het korps
Amsterdam-Amstelland om een samenhangende visie met betrekking tot
professionalisering van de mens, het politievak en de identiteit van de
organisatie te ontwikkelen en te bundelen binnen een eigen academie.
7. Vraag
Hoe is het belasten van 140 politieambtenaren van de regiopolitie
Amsterdam-Amstelland te rijmen met de behoefte aan meer blauw op straat?
7. Antwoord
Met de opzet van de Academie wil het korps de bij het onderwijs betrokken
ambtenaren efficiënter inzetten op de onderwijsactiviteiten en
ondersteunende diensten en daarmee de begeleiding van het werkend leren in
het korps verder professionaliseren. De korpsbeheerder heeft mij meegedeeld
dat bij de Academie Politie Amsterdam-Amstelland teamleiders werkzaam zijn
die de korpsleden in opleiding bij het LSOP, dus volgens het principe van
werkend leren begeleiden. Deze begeleiding is voorgeschreven in het
functioneel ontwerp van het politieonderwijs 2002, dat de korpsen qua
beheersstructuur naar eigen inzicht inrichten. Verder bevat de vakgroep
individuele ontwikkeling onder meer docenten beroepsvaardigheden (IBT) en
onderwijskundigen en de vakgroep vakontwikkeling bevat
vakkennisspecialisten. De meeste medewerkers werken in de vakgroep
basisontwikkeling die de begeleiding van de studenten die initieel onderwijs
volgen op de LSOP-instituten voor hun rekening nemen. Uiteraard is voor
planning en ondersteuning van dit alles nog een aantal administratieve
medewerkers en personeelsconsulenten nodig.
8. Vraag
Hoeveel geld maakt de politie Amsterdam-Amstelland vrij voor deze operatie?
8. Antwoord
De korpsbeheerder heeft mij meegedeeld dat er geen geld voor deze operatie
wordt vrijgemaakt. Er vindt slechts herordening van budgetten plaats.
9. Vraag
Hoe verhoudt zich het «heenzenden» van 200 kandidaat-politiemensen wegens
een gebrek aan budget, met deze ontwikkeling?
9. Antwoord
Er is geen relatie tussen het heenzenden van 200 kandidaat politiemensen in
2002 wegens gebrek aan budget en de inrichting van de Academie Politie
Amsterdam-Amstelland. Voor deze academie wordt, zoals de korpsbeheerder mij
heeft verzekerd, namelijk geen extra geld vrijgemaakt. De 200 kandidaat
politiemensen waar over gesproken wordt hebben te horen gekregen dat zij
vooralsnog niet aangenomen worden in afwachting van nadere besluitvorming
over de formatie. Gezien deze situatie heeft de korpsbeheerder mij
aangegeven op dat moment niet te willen speculeren over toekomstige
ontwikkelingen met betrekking tot de sterkte-uitbreiding. De sollicitanten
zijn echter nog steeds in het potentiële kandidatenbestand opgenomen.
Ondertussen heeft het korps door het bekend worden van de financiële kaders
in het kader van het Veiligheidsplan besloten om circa 120
arrestantenverzorgers en politiedienstverleners door het LSOP te laten
opleiden als assistent politiemedewerkers. Daarnaast worden in totaal dit
jaar 60 mensen opgeleid voor niveau 2 (surveillant) en 32 mensen voor niveau
4 (allround politiemedewerker).
10. Vraag
Heeft de politie Amsterdam-Amstelland nu al meer budgetverdeeleenheid (bve)
nodig dan feitelijk toebedeeld om de aanwezige 5400 fte te kunnen betalen?
10. Antwoord
Nee. Daar is en zal in dit verband geen sprake van zijn. De begroting van
het regionale politiekorps Amsterdam-Amstelland is sluitend in meerjarig
perspectief (20042006). Wel is afgesproken dat een klein aantal korpsen,
waaronder Amsterdam-Amstelland, die over meer eigen vermogen beschikten dan
nodig zou zijn voor de functies die het eigen vermogen moet vervullen, een
deel van dit vermogen in drie jaar (20012003) afbouwen. In de begroting 2003
van het korps Amsterdam-Amstelland wordt voor 2003 wel een verlies begroot
en verklaard uit de gevraagde afbouw van het eigen vermogen.
1) De Telegraaf, 7 december jl.
---
© Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties -