Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij

De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus 20017
2500 EA Den Haag
uw brief van

uw kenmerk

ons kenmerk
TRCJZ/2003/646
datum
27-01-2003

onderwerp
Reconstructiewet concentratiegebieden
Trc2003/361

bijlagen

Geachte voorzitter,

Naar aanleiding van de memorie van toelichting bij het voorstel van wet tot wijziging van de Reconstructiewet concentratiegebieden (Kamerstukken II 2002/03, 28 688, nr. 3) verzoekt de vaste commissie voor Landbouw, Natuurbeheer en Visserij bij brief van 15 januari 2003 om opheldering over de wijze van uitvoering van de motie-Rabbinge (Kamerstukken I 2001/02, 26 356, nr. 90c). De toenmalige Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij heeft bij de behandeling van de Reconstructiewet concentratiegebieden aan de Eerste Kamer toegezegd te bevorderen dat bij de lijst der geldelijke regelingen de rechtsbescherming aan de burgerlijke rechter wordt opgedragen. Genoemd voorstel van wet strekt tot nakoming van die toezegging. De Tweede Kamer heeft het voorstel op 19 december 2002 zonder beraadslaging en zonder stemming aanvaard.

datum
27-01-2003

kenmerk
TRCJZ/2003/646

bijlage

In de motie-Rabbinge is de regering verzocht bij het ruilplan eveneens de rechtsbescherming aan de burgerlijke rechter op te dragen. Zoals de toenmalige Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij bij de behandeling van de Reconstructiewet concentratiegebieden heeft aangegeven, ziet de regering een parallel tussen besluiten tot vaststelling van een ruilplan bij herverkaveling en titelbesluiten bij onteigening en tussen een lijst der geldelijke regelingen bij herverkaveling en het schadebesluit bij onteigening. In het nadere kabinetsstandpunt inzake onteigening is gekozen voor rechtsbescherming bij de bestuursrechter tegen het titelbesluit en rechtsbescherming bij de burgerlijke rechter tegen het schadebesluit (zie Kamerstukken II 2001/02, 24 036, nr. 239). In verband met de parallelliteit tussen het ruilplan bij herverkaveling en het titelbesluit bij onteigening dient naar het oordeel van de regering bij deze besluiten dezelfde vorm van rechtsbescherming te worden geboden.

De minister van Landbouw, Natuurbeheer
en Visserij,

dr. C.P. Veerman


---