Ministerie van Buitenlandse Zaken

Aan de Voorzitter van de Vaste Commissie voor

Europese Samenwerkingsorganisaties

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Binnenhof 22

DEN HAAG

Directie Integratie Europa

Bezuidenhoutseweg 67

2594 AC Den Haag

Datum

28 januari 2003

Auteur

M.Th. Crucq

Kenmerk

DIE-35/03

Telefoon

070 348 48 76

Blad


1/6


Fax

070 348 40 86

Bijlage(n)

3

E-mail

die-in@minbuza.nl

Betreft

Informatievoorziening aan de Eerste Kamer over nieuwe Commissievoorstellen

C.c.

Zeer Geachte Voorzitter,

Overeenkomstig de bestaande afspraken heb ik de eer u hierbij drie fiches aan te bieden die werden opgesteld door de Werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC):


1. Voorstel voor een richtlijn van de Raad betreffende de schadeloosstelling van slachtoffers van misdrijven'.


2. Voorstel voor een verordening van de Raad ter voorkoming van verlegging van het handelsverkeer in bepaalde belangrijke geneesmiddelen naar de Europese Unie


3. Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement: nucleaire veiligheid in het kader van de Europese Unie.
De Staatssecretaris voor Europese Zaken

Atzo Nicolaï

Fiche 1: Richtlijn schadeloosstelling slachtoffers misdrijven

Titel:

Voorstel voor een richtlijn van de Raad betreffende de schadeloosstelling van slachtoffers van misdrijven'.

Datum Raadsdocument: 21 oktober 2002

nr. Raadsdocument: 13349/02

nr. Commissiedocument: COM(2002)562 def.

Eerstverantwoordelijke ministerie: JUST i.o.m. BZ, FIN

Behandelingstraject in Brussel: Comité Burgerlijk Recht, JBZ-Raad.

Consequenties voor EG-begroting in EURO (per jaar): geen.

Korte inhoud en doelstelling van het voorstel:

Achtergrond

De Europese Raad van Tampere van 15-16 oktober 1999 heeft de Commissie opgeroepen tot het opstellen van minimumnormen inzake de bescherming van slachtoffers van misdrijven, in het bijzonder de toegang van slachtoffers van misdrijven tot de rechter en hun recht op schadevergoeding, met inbegrip van de proceskosten. Het voorstel is voorafgegaan door het groenboek schadeloosstelling van slachtoffers van misdrijven van 28 september 2001 . Op 15 maart 2001 heeft de Raad een kaderbesluit aangenomen inzake de status van het slachtoffer in de strafprocedure, waarin de mogelijkheid om een beslissing inzake schadeloosstelling te verkrijgen van de dader is geregeld. De ontwerp-richtlijn is een aanvulling op dit kaderbesluit.

Inhoud en doelstelling

Doelstelling is te waarborgen dat alle EU-onderdanen en allen die er legaal verblijven vergoeding van de door hen geleden schade krijgen wanneer zij binnen de EU het slachtoffer van een misdrijf worden. Dit als bijdrage aan de verwezenlijking van een ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid en het doel het vrije verkeer van personen binnen de EU te waarborgen. Het voorstel vormt tevens onderdeel van het antwoord van de EU ‑met het oog op de dreiging van terroristische aanslagen‑ dat slachtoffers van terrorisme aanspraak kunnen maken op voldoende schadeloosstelling, ongeacht waar de aanslag binnen de EU heeft plaatsgevonden.

De specifieke doelstellingen zijn:

· door het stellen van minimumnormen te waarborgen dat in alle EU-lidstaten de mogelijkheid van een passende schadeloosstelling door de staat wordt ingevoerd; en

· het verbeteren van de toegang tot deze schadeloosstelling in grensoverschrijdende situaties door het creëren van een systeem van samenwerking tussen de lidstaten.

Rechtsbasis van het voorstel: artikel 308 EG-verdrag (unanimiteitsbesluitvorming)

Comitologie: n.v.t.

Subsidiariteit, proportionaliteit, deregulering:

Subsidiariteit: Positief. Hoewel er grote bedenkingen bestaan tegen het voorstel, zoals hieronder onder het kopje 'proportionaliteit' wordt toegelicht, kan Nederland wel het uitgangspunt onderschrijven dat door de grote ongelijkheid binnen de EU van de schadeloosstelling van slachtoffers aanpassing van de wetgeving van de lidstaten en van de mechanismen bij grensoverschrijdende situaties nodig is.

Proportionaliteit: Negatief vanwege de volgende aspecten:

· de overheid dient de schade niet, zoals in het voorstel staat, te dekken maar zich te beperken tot het behulpzaam zijn bij de incasso van de door de rechter opgelegde schadevergoeding. De overheid kan wel in geval van een opzettelijk gepleegd ernstig geweldsdelict, bij wijze van 'vangnet' een tegemoetkoming verstrekken. Het voorstel doet afbreuk aan het beginsel dat burgers een eigen verantwoordelijkheid hebben, zoals het zich voorzichtig gedragen of het afsluiten van een passende (reis- en ongevallen-) verzekering. Tevens bevordert het voorstel een claimcultuur;

· het voorstel voorziet in een schadevergoeding aan slachtoffers van terrorisme. Hoewel een terroristische daad zonder enige twijfel valt te kwalificeren als een strafbaar feit gaat het ‑evenals bij andere rampen het geval is‑ om uitzonderlijke situaties die naar aard en omvang sterk afwijken van de 'gewone' vormen van criminaliteit. Dergelijke rampen vragen om een daarbij passende benadering en maatregelen. In financieel opzicht kan de voorgestelde regeling vérgaande consequenties hebben.

Nederlandse belangen:

Nederlanders die in een andere lidstaat slachtoffer worden van een geweldsmisdrijf zullen (een deel van) hun schade op een zo eenvoudig mogelijke wijze vergoed kunnen krijgen. Het zal organisatorisch niet langer verschil uitmaken in welke lidstaat hij of zij slachtoffer is geworden.

Consequenties voor nationale regelgeving/beleid c.q. decentrale overheden (betrokkenheid IPO/VNG):

Wetswijziging is noodzakelijk indien de richtlijn zou worden ingevoerd.

Rol EP in de besluitvormingsprocedure: Raadplegingsprocedure (artikel 308 EG-verdrag)

Fiche 2: Verordening geneesmiddelen

Titel:

Voorstel voor een verordening van de Raad ter voorkoming van verlegging van het handelsverkeer in bepaalde belangrijke geneesmiddelen naar de Europese Unie

Datum Raadsdocument: 12 november 2002

nr. Raadsdocument: 14113/02 Devgen 160

nr. Commissiedocument: COM(2002)592 def

Eerstverantwoordelijke ministerie: EZ in nauw overleg met VWS, i.o.m. FIN, BZ

Behandelingstraject in Brussel:

Raadswerkgroep Douane-unie; groep handelsvraagstukken; Raad voor Concurrentievermogen.

Consequenties voor EG-begroting in EURO (per jaar): Nihil

Korte inhoud en doelstelling van het voorstel:

Het voorstel beoogt een rechtsbasis te geven om bepaalde geneesmiddelen uit de handel te nemen, die op de markt van de Gemeenschap worden ingevoerd en eerder tegen verlaagde prijzen waren uitgevoerd. Het voorstel heeft tot doel te voorkomen dat bepaalde medicijnen voor HIV/AIDS, malaria en tuberculose die door fabrikanten en handelaren tegen verlaagde prijzen aan ontwikkelingslanden worden geleverd (zgn 'tiered pricing schemes') weer in de Gemeenschap worden teruggebracht, waarbij geconcurreerd wordt met de hogere prijzen die op de markt van de Gemeenschap gelden. In de meeste ontwikkelde landen zijn weliswaar regels aanwezig om deze handelsverlegging te voorkomen, maar deze instrumenten nemen volgens de verordening in effectiviteit af. De oorzaak hiervan zou liggen in de toename van 'tiered pricing schemes' en de daaraan gekoppelde grote frauduleuze interesse in handelsverlegging.

Rechtsbasis van het voorstel:

Artikel 133 van het EG-verdrag (besluitvorming met gekwalificeerde meerderheid)

Comitologie: Geen

Subsidiariteit, proportionaliteit, deregulering:

Subsidiariteit: Positief.

Proportionaliteit: Twijfelachtig. Nederland vraagt zich af of er bij octrooigerechtigde medicijnen niet reeds voldoende middelen aanwezig zijn om handelsverlegging aan te pakken en vraagt zich derhalve af wat de directe toegevoegde waarde van de verordening is. Bovendien is het voorgestelde systeem niet waterdicht. Daarnaast dient te worden gewezen op de eigen verantwoordelijkheid van de octrooihouder om bijv. d.m.v. duidelijke etikettering, pilvorm of kleur de mogelijkheden voor verlegging van tiered-priced medicijnen te verhinderen of te bemoeilijken.

Nederlandse belangen:

NL hecht groot belang aan de aanpak van handelsverlegging. Zowel in TRIPS verband, als met betrekking tot de specifieke 'tiered pricing schemes', wenst Nederland voldoende waarborgen om enerzijds de farmaceutische industrie niet de dupe te laten worden van haar eigen hulpprogramma's en anderzijds de betreffende ontwikkelingslanden ook daadwerkelijk van de zeer noodzakelijke medicijnen gebruik te kunnen laten maken.

Consequenties voor nationale regelgeving/beleid c.q. decentrale overheden (betrokkenheid IPO/VNG)

Implementatie dient vermoedelijk te geschieden via de In- en uitvoerwet, middels het aanwijzen van een bevoegde autoriteit, vermoedelijk de Inspectie voor de Gezondheidszorg en het eventueel opnemen van sanctiebepalingen.

Rol EP in de besluitvormingsprocedure: Het EP wordt geïnformeerd (cfm art 133 EG-verdrag)

Fiche 3: Mededeling / richtlijnen / besluit nucleaire veiligheid


1) Titel:


Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement: nucleaire veiligheid in het kader van de Europese Unie.

Inhoudende voorstellen voor:

A) Een kaderrichtlijn waarin de fundamentele verplichtingen en algemene beginselen op het gebied van de veiligheid van nucleaire installaties, die in de uitgebreide Unie in bedrijf zijn of worden ontmanteld, zijn vastgelegd, om te zijner tijd gemeenschappelijke veiligheidsnormen en controlemechanismen in te voeren die moeten waarborgen dat in de gehele uitgebreide Unie gemeenschappelijke methodes en criteria worden toegepast.

B) een richtlijn inzake radioactief afval

Alleen van het hierna genoemde ontwerpbesluit is een formeel Commissiedocument beschikbaar.

C) ontwerp voor van een besluit van de Raad waarbij de Commissie wordt gemachtigd om te onderhandelen over een samenwerkingsovereenkomst tussen Euratom en de Russische Federatie op het gebied van de handel in nucleair materiaal.

Datum Raadsdocument: (mededeling) 20 december 2002

Nr. Raadsdocument: (mededeling) 15875/02 ATO 154

(C) 14035/02 ATO 132

Nr. Commissiedocument (mededeling) COM (2002)605

(C) SEC(2002) 1216 final

Van de twee ontwerprichtlijnen is slechts een concepttekst beschikbaar en nog geen formeel Commissiedocument.

Eerstverantwoordelijke ministerie: ad A + B: VROM; ad C: EZ

Behandelingstraject in Brussel:


- ad A en B: Commissie art. 31 Euratom, Economisch en Sociaal Comité, Raadswerkgroep Atoomvraagstukken, Raad

- ad C: Raadswerkgroep Atoomvraagstuken, Raad

Consequenties voor EG-begroting in EURO (per jaar):

ad A: ca. ¤ 600.000/jr; ad B: ca. ¤ 75.000/jr, ad C: geen

Korte inhoud en doelstelling van de Mededeling:

In het vervolg wordt informatie gegeven over de Mededeling. Voor zover beschikbaar, wordt informatie toegevoegd over de onderdelen (richtlijnvoorstellen A en B, besluit C) van het pakket maatregelen, dat in de mededeling wordt aangekondigd.

Doelstelling van de voorgestelde Communautaire aanpak inzake de nucleaire veiligheid is het garanderen van de uniforme toepassing van wettelijk vastgelegde standaarden voor nucleaire veiligheid binnen de gehele Europese Unie.

De belangrijkste inhoudelijke punten van de voorgestelde communautaire aanpak zijn de volgende: ad A:


- per 1 jan 2004 treedt een communautair systeem van verplichte veiligheidsnormen in werking tezamen met een Europees systeem van toezicht op nakoming van de veiligheidsnormen;

- voor de ontmanteling van kerncentrales dienen fondsen van voldoende omvang te worden opgebouwd. De beheerssystemen voor deze fondsen dienen aan betrouwbaarheidseisen te voldoen;
ad B:

per 2008 dienen EU-lidstaten een besluit te hebben genomen over de eindberging van het nucleair afval. Deze eindberging dient uiterlijk in 2018 te zijn gerealiseerd;

ad C:

het verlenen van een mandaat aan de Commissie voor het aangaan van onderhandelingen inzake een nucleaire handelsovereenkomst tussen Euratom en de Russische Federatie om de aanvoer van brandstof voor m.n. Oost-Europese kerncentrales te verzekeren.

Rechtsbasis van het voorstel:

ad A en B: de Commissie stelt artikel 30 van het Euratom verdrag voor. Dit artikel is gericht op 'de bescherming van de gezondheid van de bevolking en werknemers tegen de aan ioniserende straling verbonden gevaren'. In een arrest van 10 december 2002 verklaart het Europese Hof Euratom op grond van dit artikel bevoegd op het terrein van de veiligheid van kerncentrales. Tot nog toe was de gangbare interpretatie van het Euratom verdrag, dat deze bevoegdheid bij de lidstaten berust. De implicaties van het arrest voor de voorstellen A en B worden op dit moment onderzocht.

ad C: art. 101 van het Euratom verdrag.

Comitologie: n.v.t.

Subsidiariteit, proportionaliteit, deregulering:

Ad A en B: Wordt naar aanleiding van het onder 10 b) genoemde arrest nog onderzocht;

Ad C: Subsidiariteittoets is positief; op grond van art. 101 van het Euratom verdrag is de Commissie bevoegd tot het sluiten van akkoorden met derde landen inzake de handel in nucleaire materialen. Hiervoor zijn precedenten.

Nederlandse belangen:

Ad A: De mogelijkheid bestaat dat de voorstellen conflicterend zijn met de Nederlandse wetgeving, regels en/of verantwoordelijkheden. Zeker gesteld moet worden, dat dergelijke bindende gemeenschappelijke normen bijdragen aan de nucleaire veiligheid en niet leiden tot verwarring en onduidelijkheid. Bovendien is de toegevoegde waarde van de Commissievoorstellen onduidelijk. De Commissie laat na om de relatie met het enige systeem van internationaal aanvaarde veiligheids-normen helder te maken. Nederland heeft de internationale IAEA normen geadopteerd en is voorstander van koppeling met deze normen.

Ad B: De voorstellen inzake eindberging van nucleair afval conflicteren met het Nederlandse beleid om dergelijk afval voor langere tijd bij COVRA bovengronds in tussenopslag te houden. Voor deze tussenopslag zijn en worden grote investeringen gedaan.

Ad C: Het belang van het verrijkingsbedrijf URENCO in Almelo. Voorkomen moet worden dat de Russische Federatie verrijkt uranium tegen dumpprijzen in de EU kan aanbieden aangezien dergelijke oneigenlijke concurrentie het voortbestaan van URENCO in gevaar kan brengen.

Consequenties voor nationale regelgeving/beleid c.q. decentrale overheden (betrokkenheid IPO/VNG)

Ad A en B: mogelijke consequenties zijn nog niet te overzien.

Ad C: geen consequenties

Rol EP in de besluitvormingsprocedure: Adviesrecht ingevolge van het Euratom verdrag.

Het standpunt van de Nederlandse regering over dit groenboek werd op 6 februari 2002 aan de Tweede Kamer gezonden (TK 2001-2002, 22 112, nr. 220).

===