Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801 2509 LV Den Haag der Staten-Generaal Anna van Hannoverstraat 4 Binnenhof 1a Telefoon (070) 333 44 44 Telefax (070) 333 40 33 2513 AA 's-GRAVENHAGE

Uw brief Ons kenmerk 24 januari 2003 SV/A&L/03/7786 nr. 2020306150

Onderwerp Datum Kamervragen van het lid Noorman- 27 januari 2003 Den Uyl

./. Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het lid mevrouw Noorman-den Uyl over het al dan niet invoeren van een beroepsrisico in de arbeidsongeschiktheidsverzekeringen.

De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,

(mr. A.J. de Geus)



Vraag 1
Heeft u het interview1 dat u gaf over de invoering van een beroepsrisico, geautoriseerd?

Antwoord 1
Ja

Vraag 2
Is het onderscheid in de hoogte van een uitkering of verzekering, naar gelang de oorzaak van de arbeidsongeschiktheid door of vanwege het werk is, hetzelfde als het onderscheid dat risque professionnel en risque social heet?

Antwoord 2
Arbeidsongeschiktheid die onomstotelijk het gevolg is van een bedrijfsongeval of een beroeps- ziekte betreft het risque professionnel.

Vraag 3
Bent u inmiddels voorstander van de invoering van een onderscheid in de hoogte en de aard van de rechten op een arbeidsongeschiktheidsuitkering of -verzekering, zoals in het genoemde interview te lezen is?

Antwoord 3
Nee, de beleidsvoorbereiding op dit punt is nog niet afgerond. In het Algemeen Overleg van 17 december 2002, alsmede in de brieven van 17 december 2002 en 8 januari 2003 heb ik aangegeven dat een onderdeel van de algehele stelselwijziging op het terrein van de arbeidsongeschiktheid een toets op de internationale bestendigheid is. In dat kader is de vraag aan de orde of en zo ja hoe internationale verdragen een extra garantieregeling vereisen met betrekking tot de in het Strategisch Akkoord beschreven voornemens. Indien de toets op de internationale bestendigheid een dergelijke garantieregeling als uitkomst kent, zal deze garantieregeling een onderdeel moeten uitmaken van de algehele stelselherziening. Zoals ik in mijn brief van 8 januari 2003 heb aangegeven, heb ik om een onderzoeksnotitie gevraagd om de internationale bestendigheid met externe experts te kunnen toetsen. Na afronding van dit onderzoek zal ik conclusies trekken en die in het algehele kader van de WAO- herziening bespreken in de ministerraad. Pas daarna zal ik mijn definitieve oordeel opmaken.

Vraag 4
Zo ja, wanneer bent u daarvan een voorstander geworden? Klopt de in het artikel genoemde datum van 20 september 2002? Hebt u op die datum in het overleg met uw topambtenaren ingestemd met het principe van het risque professionnel?

Antwoord 4
Zoals uit antwoord 3 blijkt, is de beleidsvoorbereiding nog niet afgerond. Wij bevinden ons in de fase van interne verkenning; de genoemde datum betrof een van deze gesprekken. De noodzaak voor deze verkenning heb ik spoedig na mijn aantreden onderkend.


1 Trouw, 17 januari 2003







2

Vraag 5
Heeft u sinds 20 september 2002 met andere collega's uit het kabinet gesproken in de ministerraad, de onderraad van de ministerraad, de SEC, de zeshoek of de sociaal-economische driehoek aan de hand van ambtelijke nota's (niet zijnde het conceptwetsvoorstel) over de invoering van een risque professionnel?

Vraag 6
Zo ja, is daarover in een van deze geledingen een standpunt ingenomen? Zo ja, wanneer en welk?

Antwoord 5 en 6
In de nota naar aanleiding van het verslag op het wetsvoorstel verlenging loondoorbetalingsverplichting bij ziekte is op pagina 3 aangegeven dat een van de relevante punten voor de uitwerking van het nieuwe stelsel de toetsing aan de internationale bestendigheid betreft. Deze nota is door de Ministerraad vastgesteld en door uw Kamer ontvangen d.d. 12 november 2002. Overigens is in de ministerraad niet apart stilgestaan bij risque professionnel. Ook in de andere door u genoemde gremia is dit niet aan de orde geweest.

Vraag 7
Is naar uw opvatting een onderscheid in verzekerd inkomen gerechtvaardigd tussen mensen die arbeidsongeschikt zijn vanwege het werk en mensen die een ernstige ziekte hebben, of in het weekend een ernstig ongeluk hebben gehad dat niet met het werk gerelateerd is, en daardoor gedeeltelijk arbeidsongeschikt zijn?

Antwoord 7
Kernpunt van de algehele stelselherziening was, is en blijft dat iedereen verzekerd is tegen het risico van arbeidsongeschiktheid. Om welke reden iemand dan ook arbeidsongeschikt raakt, zal geen verschil maken indien in de toetredingsvoorwaarden. Wel dient ermee rekening gehouden te worden dat internationale verdragen extra eisen stellen aan de inkomensbescherming bij arbeidsongeschiktheid als gevolg van een bedrijfsongeval of beroepsziekte. Nederland heeft deze verdragen volmondig geratificeerd. Een stelselwijziging dient hiermee dus rekening te houden.

Vraag 8
Is het waar dat er bij het schrappen van de partnertoets in de IOAW geen noodzaak is vanwege internationale regelgeving om het risque professionnel in te voeren?

Antwoord 8
De vraag of het stelsel van arbeidsongeschiktheidsregelingen voldoet aan internationale verdragen is afhankelijk van tal van factoren. Ik heb dat in het interview ook aangegeven. Al deze factoren zullen in de toets worden meegenomen. Het al dan niet achterwege laten van een partnerinkomenstoets is een van deze factoren.

Vraag 9
Kunt u precies uitleggen wat internationale bestendigheid is? Wat verstaat u daaronder en welke maatregelen zijn van toepassing?




3
Antwoord 9
Onder internationale bestendigheid versta ik dat de Nederlandse regelgeving voldoet aan de eisen die in de internationale verdragen die Nederland heeft geratificeerd, zijn opgenomen. Dit betreft in dit kader derhalve het totale stelsel van arbeidsongeschiktheidsregelingen.

Vraag 10
Hoe verklaart u, na in het verslag van het overleg2 over risque professionnel heeft gezegd dat het slechts gaat om een onderzoek naar internationale bestendigheid, u dat u in het genoemde interview erkent "dat u hiermee breekt met het ijzeren principe dat bij arbeidsongeschiktheid geen onderscheid wordt gemaakt tussen het beroepsrisico en het sociale risico" ook al zoekt u naar een andere naam?

Antwoord 10
Ik heb in het interview aangegeven dat, indien uit de toets blijkt dat een extra garantieregeling noodzakelijk is, een dergelijke regeling dient te worden ingevoerd. Iedereen blijft verzekerd tegen het risico van arbeidsongeschiktheid. Voor werknemers die als gevolg van een bedrijfs- ongeval of beroepsziekte arbeidsongeschikt zijn geworden, dient het uitkeringsregime te voldoen aan de eisen die daarover voortvloeien uit internationale verdragen; dit kan met zich brengen dat voor hen een extra garantieregeling aan de orde is.

Vraag 11
Vindt u zelf dat u op 17 december de Kamer juist geïnformeerd heeft?

Antwoord 11
Ja

Vraag 12
Wilt u deze vragen voor 28 januari beantwoorden?

Antwoord 12
Bij deze.


2 AO over risque professionnel op 17 december 2002