Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 90801 2509 LV Den Haag Binnenhof 1a Anna van Hannoverstraat 4 2513 EA DEN HAAG Telefoon (070) 333 44 44 Telefax (070) 333 40 33

Uw brief Ons kenmerk d.d. 19 december 2002 SV/A&L/02/101001

Onderwerp Datum Pemba 28 januari 2003

De brief van 19 december jl. van de griffier van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid van uw Kamer heb ik in goede orde ontvangen. Hierbij wil ik ingaan op het in die brief gedane verzoek om te reageren op de brief van MKB-Nederland van 26 november jl.

Door MKB-Nederland is in de zojuist aangehaalde brief getwijfeld aan het hanteren van het rekenpercentage als uniform premiepercentage voor de bedrijven met een loonsom tot 25 maal de gemiddelde loonsom. MKB-Nederland vraagt naar een onderbouwing van dit percentage, alsmede een antwoord op de vraag waarom het voor het gehele bedrijfsleven geldende uniforme rekenpercentage als premiepercentage voor de kleine bedrijven wordt gehanteerd. Afrondend verzoekt MKB-Nederland u mij te vragen voor het premiejaar 2003 een premiepercentage voor kleine bedrijven vast te stellen dat niet hoger is dan strikt noodzakelijk en recht doet aan de schadelast voor de kleine bedrijven, waarbij de negatieve kostenconsequenties beperkt kunnen worden.

Zoals aangegeven in mijn brief aan u van 7 november jl. heeft het kabinet, gegeven de passages in het Strategisch Akkoord, de daarmee gewekte verwachtingen voor het midden- en kleinbedrijf en staande voor de afweging om de feitelijk afschaffing van de Pemba- premiedifferentiatie en de introductie van branchegewijze premiedifferentiatie al dan niet gelijktijdig in werking te laten treden, ertoe besloten aan te sturen op de feitelijke afschaffing van Pemba voor kleine bedrijven per 1-1-2003. Zo wordt op de kortst mogelijke termijn invulling gegeven aan het ­ ook in uw Kamer ­ breed gedeeld gevoel dat Pemba voor kleine bedrijven aanzienlijke nadelen met zich meebrengt. Het aansturen op de feitelijke afschaffing van de premiedifferentiatie per 1-1-2003 maakt dat niet gekozen is voor de weg van wetswijziging. Het onderscheiden van een rekenpercentage voor kleine en een voor grote bedrijven zou wetswijziging hebben gevergd, waarmee de zojuist gememoreerde feitelijke afschaffing niet per 1-1-2003 gerealiseerd had kunnen worden.



2

Voor MKB-Nederland geldt als uitgangspunt bij het vaststellen van de Pemba-premie dat de Pemba-lasten per categorie bedrijven worden gedragen en dat verschillende categorieën niet elkaars Pemba-lasten financieren. MKB-Nederland geeft expliciet aan te vermoeden dat de kleine bedrijven door het gekozen premiepercentage, i.c. het rekenpercentage, de WAO- instroom van de grote bedrijven meefinancieren.
Het rekenpercentage is gebaseerd op het gemiddelde werkgeversrisicopercentage. Dat percentage wordt bepaald aan de hand van de totale Pemba-lasten van alle bedrijven. Het feit dat het rekenpercentage als basis geldt voor de premiedifferentiatie, impliceert dat in het systeem van publieke premiedifferentiatie sprake is van enige verevening. Het kabinet heeft niet beoogd verandering aan te brengen in die verevening onder invloed van het feitelijk afschaffen van de premiedifferentiatie voor kleine bedrijven. Beoogd ­ en in het Besluit tot wijziging van het Besluit premiedifferentiatie WAO geregeld ­ is beperking van de forse financiële effecten van Pemba voor kleine bedrijven. Algemeen bekend is dat WAO- instroom met name plaatsvindt door werknemers van grote bedrijven. Die bedrijven ontvangen daarvoor onverminderd de rekening in de vorm van een verhoogde gedifferentieerde premie en betalen in dezelfde mate als voorheen hun eigen WAO-lasten. Daarnaast speelt ten aanzien hiervan ook een rol de financiering van Pemba-lasten in geval van bedrijfsbeëindiging. Het mag als bekend worden verondersteld dat bedrijfsbeëindigingen het meeste voorkomen onder kleine en middelgrote bedrijven. De Pemba-lasten van bedrijven die hun activiteiten beëindigen worden collectief gefinancierd.

In reactie op de voorkeur van MKB-Nederland voor introductie van branchegewijze premies vanaf het premiejaar 2004 verwijs ik naar het Strategisch Akkoord en de uitwerking die daaraan door het huidige kabinet is gegeven. Genoemde introductie is voorzien voor 1 januari 2004. Het is evenwel aan een nieuw kabinet hoe hiermee om te gaan.

Hoogachtend,
de Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,

(mr. A.J. de Geus)