ALGEMEEN VERBOND BOUWBEDRIJF
AVBB stuurt brief aan kabinetsinformateur
Met het oog op de vorming van het nieuwe kabinet heeft het AVBB een
brief gezonden naar de kabinetsinformateur. In de brief wordt gepleit
voor snelheid bij de vorming van een kabinet, zodat maatschappelijke
knelpunten daadkrachtig en voortvarend kunnen worden aangepakt.
De brief gaat over de volgende elementen:
- Economische groei en kostenmatiging
- Vermindering bureaucratie
- Mobiliteit en bereikbaarheid
- Investeringen in infrastructuur
- Alternatieve) financieringsmogelijkheden
- Meer nieuwbouwwoningen
- Bevordering stedelijke herstructurering
- Ruimtelijke ordening
Hieronder de gehele tekst van de brief.
Economische groei en kostenmatiging
Voor de oplossing van de grote problemen in ons land is een gezond
economisch klimaat een eerste vereiste. De werkgelegenheid in
bedrijven kan alleen op peil blijven door kostenmatiging en meer
ruimte om te ondernemen. Dat geldt zeker voor onze,
arbeidsintensieve sector, waar de bouwproductie fors aan het
teruglopen is. Dat geldt voor de woning- en utiliteitsbouw, maar zeker
ook voor de grond-, weg- en waterbouw. Daar is sprake van stagnerende
besluitvorming over projecten die na de Betuwelijn en de HSL aan de
orde komen.
Het nieuwe kabinet zal een vervolg moeten geven aan het éénjarig
Centraal Akkoord tussen sociale partners en het vorige kabinet. In een
meerjarig akkoord moeten afspraken worden gemaakt over onder meer
loonkostenmatiging, lastenverlichting voor werkgevers, terugdringing
van ziekteverzuim, de WAO, een nieuw ziektekostenstelsel, een
spaarloon-/levensloopregeling en de pensioenen.
Vermindering bureaucratie
Minder tijd voor overbodige regels en administratieve handelingen
betekent meer tijd voor ondernemen. De overheid zou zich meer moeten
concentreren op wetgeving op hoofdlijnen. Aan sectoren en
maatschappelijke organisaties kan vervolgens de opdracht worden
gegeven om tot nadere invulling te komen. De overheid moet afspraken
toetsen en erop toezien dat ze worden nagekomen.
In de verantwoordelijkheidsverdeling tussen sociale partners en
overheid dient wetgeving op het terrein van zorgverlof, deeltijdwerk,
zondagsarbeid, het in dienst nemen van allochtonen en allerlei
verlofregelingen achterwege te blijven of ingetrokken te worden. Deze
onderwerpen horen thuis in de onderhandelingen tussen werkgever en
werknemer of hun organisaties.
Bij wetgeving op het gebied van bouwen en ruimtelijke ordening moet
worden voorkomen dat deze te eenzijdig gericht is op het beschermen
van deelbelangen, zoals het wonen, werken, recreëren en natuurbehoud.
Beter is een integratie en onderlinge afstemming van die verschillende
deelbelangen.
In onze sector heeft de bureaucratie op veel gebieden geleid tot
toename van beperkingen en belemmeringen. Onoverzichtelijke en
onsamenhangende regels en procedures maken het voor regionale en
lokale overheden en betrokken bouwondernemingen steeds moeilijker om
plannen te maken. Mede hierdoor is er minder ruimte gekomen voor de
bouw om bij te dragen aan de oplossing van maatschappelijke
knelpunten, zoals het tekort aan nieuwbouwwoningen en het dagelijks
fileleed.
Wij roepen een nieuw kabinet op om de doorgeschoten bureaucratie om te
smeden tot een eenvoudiger, samenhangender en voor uitvoerende
partijen werkbaarder geheel.
Mobiliteit en bereikbaarheid
De files en de (on)bereikbaarheid van de steden vormen voor burgers en
bedrijven iedere dag weer grote obstakels. Ze werken remmend op de
economische bedrijvigheid. De planvorming met betrekking tot
mobiliteit en bereikbaarheid is aan vernieuwing toe. Niet langer moet
de discussie gaan over het gebruik van auto, trein of bus, maar over
de bereikbaarheid van de bestemming vanuit de invalshoek van de
gebruikers.
Voor effectieve aanpak van files pleit ik voor praktische uitwerking
van het concept van de doorstroomroutes. Enkel aanpassing van
knelpunten leidt tot verplaatsing van de opstoppingen.
De bereikbaarheid van centra van stedelijke gebieden vergt meer
aandacht voor het secundaire wegennet. Een betere afstemming tussen
hoofdwegennet, lokale wegennet, parkeerfaciliteiten en transferia is
noodzakelijk.
Investeringen in infrastructuur
De werkelijke investeringen in infrastructuur lopen ver achter bij de
behoefte. Op rijksniveau geven de cijfers uit het Meerjarenprogramma
Infrastructuur en Transport van het ministerie van Verkeer en
Waterstaat aan dat sprake is van een tekort van 1,9 miljard euro (32
procent van de totale projectkosten). De behoefte bedraagt 5.728
miljoen euro, terwijl de productie 'slechts' 3.870 miljoen euro
bedraagt.
Financieringsmogelijkheden
Om de gesignaleerde knelpunten op te lossen, zijn extra investeringen
nodig. Hiervoor moet het nieuwe kabinet (alternatieve)
financieringsmogelijkheden zien aan te boren. Wij doen daarvoor graag
de volgende suggesties:
1. gebruik van het 'kwartje van Kok';
2. meer gebruik maken van PPS-constructies;
3. de kapitaaldienst.
Hieronder zijn deze mogelijkheden kort nader aangeduid.
1. Het 'kwartje van Kok'
Het 'kwartje van Kok' betreft extra inkomsten van circa 500 miljoen
euro op jaarbasis die nu naar de algemene middelen van het Rijk
vloeien. Daar deze specifiek door weggebruikers worden opgebracht, is
het niet meer dan logisch de opbrengst te 'oormerken' voor
infrastructuurinvesteringen om zo de bereikbaarheidsproblemen aan te
pakken waarmee zij dagelijks worden geconfronteerd.
2. Publiek-private samenwerking
De kwaliteit van de publieke dienstverlening moet beter; het publieke
rendement van voorzieningen moet omhoog. Alle partijen zijn het
hierover eens. De vraag is alleen hoe? Meer overheid, of juist meer
markt?
Evaluaties en een rapport van de Rekenkamer hebben duidelijk gemaakt
dat publiek-private samenwerking (PPS) meerwaarde kan bieden ten
opzichte van traditionele uitvoeringsvarianten.
Een aantal voorbeelden geeft aan dat het kan: lagere kosten of meer
kwaliteit voor hetzelfde geld. Te noemen zijn de HSL Infraprovider,
het Waterzuiveringsproject Haagse regio en de A59 Rosmalen-Geffen.
PPS verdient meer steun en daarmee een grotere vlucht. De voorstellen
die de demissionair minister van Financiën op 20 december jl. heeft
gedaan, bieden hiervoor een goede basis.
3. Kapitaaldienst
Infrastructurele werken van enige omvang kosten miljarden. Dergelijke
bedragen passen niet in een jaarbudget van een ministerie. Voorbeelden
zijn: de bereikbaarheid van de Zuid-as A10 bij Amsterdam, de rail- en
wegverbindingen tussen Schiphol en Almere, de verbindingen naar het
Noorden en de doorstroomroute A4.
Daarom stellen wij voor dit soort projecten een ander begrotingsregiem
voor: de kapitaaldienst. Zo kunnen de kosten over een langere periode
worden uitgesmeerd.
Meer nieuwbouwwoningen
Om de kwaliteit van de woningmarkt te verbeteren, zijn jaarlijkse
100.000 nieuwbouwwoningen nodig. De feitelijke woningproductie ligt
hier met 60.000 tot 70.000 beduidend onder. Ook bij sloop en
uitbreiding ligt de productie onder de behoefte.
De structureel lagere nieuwbouwproductie in de afgelopen jaren heeft
medio 2001, op initiatief van toenmalig staatssecretaris Remkes,
geleid tot de instelling van een breed samengestelde Taskforce
woningbouwproductie. Deze heeft een analyse gemaakt van de
achtergronden van de productiestagnatie. Stroperige procedures, steeds
complexere regelgeving, weinig slagvaardige en transparante publieke
besluitvorming en een ondoelmatige taakverdeling tussen overheid en
marktpartijen blijken de belangrijkste
obstakels te zijn.
De Taskforce heeft begin 2002 een breed gedragen pakket maatregelen en
aanbevelingen gepresenteerd om de nieuwbouw van woningen weer op het
gewenste niveau te brengen. Het nieuwe kabinet moet de uitwerking van
die maatregelen nu voortvarend ter hand nemen.
Bevordering stedelijke herstructurering
De stedelijke herstructurering loopt stroef. Het proces is tijdrovend
en verloopt moeizaam op een (te) hoog abstractieniveau. Burgers in
probleemwijken willen snel een duidelijk resultaat zien, zonder
toeters en bellen. Het gaat er om dat de straat wordt opgeknapt, de
rommel wordt opgeruimd en woningen worden verbeterd. Veel initiatieven
op dat vlak zullen moeten komen van de over het algemeen financieel
sterke corporaties.
De betreffende wijken kennen evenwel ook veel individueel particulier
woningbezit met aanzienlijke onderhouds- en kwaliteitsachterstanden.
Verbetering van deze woningen is van groot belang om te voorkomen dat
er straks na grote investeringen 'rotte plekken' in de opgeknapte
wijken resteren.
Een financiële prikkel in de vorm van een fiscale aftrek voor
eigenaar-bewoners in herstructureringswijken kan daarvoor een
belangrijk instrument zijn. Hiervoor kunnen de middelen worden benut
die zijn ingeboekt voor de afschaffing van de onroerend-zaak
belasting.
Via een relatief beperkte overheidsbijdrage wordt zo een
kwaliteitsverbetering van onderaf (dicht bij de burger) gestimuleerd.
Immers, als een aantal mensen in de wijk hun huis gaat verbeteren,
volgen er meer.
Verder zou voor een aantal verbeteringen geen vergunning meer nodig
moeten zijn.
Ruimtelijke ordening
De ruimte in Nederland is beperkt. Mobiliteit en bereikbaarheid,
wonen, bedrijvigheid, natuur en recreatie en water 'strijden' om
voldoende ruimte. Een goede balans is nodig.
De overheid heeft hierin een taak, maar kan in de uitvoering een paar
passen terug doen. Bij de concrete planuitwerking kan en moet de
overheid een minder eenzijdig bepalende rol gaan spelen. Op alle
bestuursniveaus dienen burgers, maatschappelijke organisaties en
marktpartijen veel eerder en krachtiger betrokken te worden bij de
ontwikkeling van plannen voor gebiedsgerichte ruimtelijke ontwikkeling
(het concept van de zogeheten ontwikkelingsplanologie).
Deze cruciale omslag in het denken over de positie van de overheid
heeft nog veel te weinig aandacht gekregen.