Uitspraak Rechtbank Amsterdam in zaak AF3617 Zaaknr: 13/067277-02
Bron: Rechtbank Amsterdam
Datum uitspraak: 28-01-2003
Datum publicatie: 30-01-2003
Soort zaak: straf -
Soort procedure: eerste aanleg - meervoudig
RECHTBANK AMSTERDAM
Parketnummer: 13/067277-02
Datum uitspraak: 28 januari 2003
op tegenspraak
VERKORT VONNIS
van de rechtbank Amsterdam, in de strafzaak tegen:
geboren te ,
zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland,
gedetineerd in het Huis van Bewaring
De rechtbank heeft beraadslaagd naar aanleiding van het onderzoek op
de terechtzittingen van 13 januari 2003 en 14 januari 2003
1. Telastelegging
Aan verdachte is telastegelegd hetgeen staat omschreven in de
dagvaarding zoals ter terechtzitting gewijzigd. Van de dagvaarding en
de vordering wijziging telastelegging zijn kopieën als bijlagen 1 en 2
aan dit vonnis gehecht. De gewijzigde telastelegging geldt als hier
ingevoegd.
De wijziging telastelegging houdt mede in dat feit 2 is komen te
vervallen. De rechtbank hernummert gelet daarop de overige feiten als
hierna aangegeven onder 3.2.
2. Voorvragen
---
3. Waardering van het bewijs
3.1. De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen
onder 3 en 4 is telastegelegd, zodat verdachte daarvan dient te worden
vrijgesproken.
3.2. De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte ten
aanzien van het onder 1 telastegelegde:
op 21 mei 2002 te Kortenhoef, gemeente Wijdemeren, tezamen en in
vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke
toeëigening heeft weggenomen geldcassettes, toebehorende aan de
ABN/AMRO (bankfiliaal Dodaarslaan 2-A), waarbij verdachte en één van
zijn mededaders zich de toegang tot de plaats van het misdrijf (de
beveiligde personeelsafdeling van die bank) hebben verschaft en die
geldcassetes onder hun bereik hebben gebracht door een ruit uit die
bank te verwijderen en vervolgens door het aldus ontstane gat die bank
binnen te stappen,
welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en gevolgd van bedreiging
met geweld tegen en en
en en en [slachtoffer
7] gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en
gemakkelijk te maken en om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en
aan andere deelnemers aan voormeld misdrijf de vlucht mogelijk te
maken en het bezit van het gestolene te verzekeren, welke bedreigingen
met geweld hierin bestonden, dat hij verdachte en/of zijn mededaders
een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, op die
en die en die en die
en die hebben gericht en gericht
hebben gehouden en daarbij dreigend de woorden hebben geschreeuwd
"liggen allemaal" en "liggen dit is een overval, geld", en vervolgens
op die zijn toegelopen en vervolgens een vuurwapen,
althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, op die [slachtoffer
1] hebben gericht en gericht hebben gehouden en daarbij dreigend tegen
die de woorden hebben geschreeuwd: "maak die kluis
open" en "geld of ik schiet je kop eraf" en daarbij een vuurwapen,
althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp tegen het hoofd van
die hebben gezet en hebben gehouden en daarbij
dreigend de woorden hebben geroepen: "knal hem neer, schiet zijn kop
eraf" en
dat hij, verdachte en/of zijn mededaders vervolgens dreigend een
vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp op die
en hebben gericht en gericht hebben
gehouden en daarbij die en dreigend de
woorden hebben toegevoegd: "Wapen weg, wapen weg";
ten aanzien van het onder 2 telastegelegde:
op 21 mei 2002 te 's-Gravenland, gemeente Wijdemeren, tezamen en in
vereniging met een ander met het oogmerk om zich en een ander
wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld [slachtoffer
8] en heeft gedwongen tot de afgifte van een
personenauto (merk Volkswagen, type Golf, donkerblauw van kleur en
gekentekend , toebehorende aan een ander dan aan verdachte en
zijn mededader,
welke bedreiging met geweld hierin bestond, dat hij, verdachte, en/of
zijn mededader, terwijl hij, verdachte en/of zijn mededader een
vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp in hun
handen hielden, een stopteken aan die hebben gegeven
en vervolgens een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, op de voorruit
van die personenauto hebben gericht en gericht hebben gehouden en
daarbij dreigend tegen die het woord hebben geroepen:
"stoppen!", en vervolgens naar die personenauto zijn gelopen en
vervolgens een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, op korte afstand
op die en die hebben gericht en
gericht hebben gehouden en daarbij dreigend tegen die
en die de woorden hebben geschreeuwd: "oprotten" en
"opschieten, hier met die auto, uitstappen of ik schiet"
Voorzover in de telastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen,
zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in zijn verdediging
geschaad.
4. Het bewijs
Uit de bewijsmiddelen volgt dat verdachte een van de twee personen is
die uit de Volkswagen Golf ( is gestapt nadat deze tot
stilstand was gekomen achter de slagbomen van de geopende vechtbrug te
Vreeland. Deze Volkswagen Golf was vlak daarvoor in 's-Graveland
afgeperst door twee mannen die kwamen aangerend vanuit een tuin aan de
Emmaweg, waarin de auto werd aangetroffen waarmee de 4 daders bij de
overval op een ABN/AMRO bank in Kortenhoef waren weggevlucht. Vlak na
de overval heeft de politie de achtervolging ingezet van deze
vluchtauto die uiteindelijk, net als de politieauto in die tuin is
beland.
Ten aanzien van de vluchtroute van de afgeperste Golf blijkt nog het
volgende. Vlak nadat er twee mannen de tuin uit waren gerend kwamen er
nog twee mannen die tuin uitgerend, die vervolgens een Volkswagen
Variant ( hebben afgeperst. De afgeperste Golf is,
gevolgd door de Variant weggereden over het Zuidereind in de richting
van de Vreelandseweg. Op de Vreelandseweg vlak na de kruising met het
Zuidereind werd een naar links afslaande auto met hoge snelheid links
ingehaald door een Golf en direct daarna op dezelfde wijze door de
Variant. Nabij de afslag Nederhorst den Berg is de Variant op de
Vreelandseweg bij een snelheidscontrole geflitst (133 km per uur).
Vanaf de afslag Nederhorst den Berg is de Variant achtervolgd door de
politie tot aan de vechtbrug. Nadat de Variant de slagbomen van de
geopende vechtbrug had geramd, ramde de Golf de slagbomen en kwam de
Golf daarachter tot stilstand.
De rechtbank is van oordeel dat op basis van deze feiten, gelet ook op
de korte periode waarin het een en ander zich heeft afgespeeld (14.35
uur melding van de overval, 14.39 uur melding verbalisanten van het
inzetten achtervolging vluchtauto, 14.43 uur melding verbalisanten van
uit de bocht vliegen en kaping Variant, 14.47 uur snelheidscontrole,
14.55 uur aanhouding verdachte) de betrokkenheid van verdachte bij de
hem tenlastegelegde feiten vast staat.
Voorts acht de rechtbank op grond van het bovenstaande het uitgesloten
dat er, zoals door de verdediging is aangevoerd, sprake kan zijn van
een persoonsverwisseling.
De rechtbank grondt haar beslissing dat verdachte het bewezen geachte
heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen
zijn vervat.
5. De strafbaarheid van de feiten
De bewezen geachte feiten zijn volgens de wet strafbaar. Het bestaan
van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.
6. De strafbaarheid van verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van
verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.
7. Motivering van de straffen en maatregelen
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst
van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en
de persoon van verdachte, zoals van een en ander ter terechtzitting is
gebleken.
De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een
vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in
het bijzonder laten meewegen dat verdachte samen met drie anderen op
klaarlichte dag een gewapende overval heeft gepleegd op een
bankfiliaal, gelegen in het winkelcentrum in Kortenhoef waar winkelend
publiek aanwezig was. Deze overval was geruime tijd tevoren voorbereid
onder meer door eerder de glaslatten uit het raam los te maken. Twee
van hen zijn met bivakmutsen de bank binnengedrongen en hebben het
personeel en de klanten met vuurwapens bedreigd. De directeur van het
bankfiliaal kreeg daarbij een pistool op het hoofd gezet terwijl werd
geroepen: "knal hem neer, schiet zijn kop eraf". Buiten de bank hield
een ander met een masker op met een vuurwapen het publiek op afstand.
De verdachte en zijn mededaders zijn vervolgens met medeneming van
geldcassettes per auto met zeer hoge snelheid weggevlucht waarbij
andere weggebruikers ernstig in gevaar zijn gebracht. Nadat verdachte
en zijn mededaders met de auto uit de bocht waren gevlogen heeft ten
minste een van hen een van hen achtervolgende politieagenten met een
vuurwapen bedreigd. Daarna heeft verdachte samen met een ander om de
vlucht voort te kunnen zetten onder bedreiging van een vuurwapen een
auto van twee niets vermoedende inzittenden afgeperst.
Verdachte en zijn mededaders zijn op nietsontziende gewelddadige wijze
te werk gegaan en hebben om uit handen van de politie te blijven met
volstrekte veronachtzaming van de belangen van anderen gehandeld,
waarbij ook aanzienlijke schade is aangericht. Door dit soort feiten
wordt de rechtsorde geschokt en worden de onveiligheidsgevoelens in de
maatschappij op ernstige wijze versterkt. De rechtbank rekent het
verdachte aan dat hij en zijn mededaders verschillende slachtoffers
hebben bedreigd met een vuurwapen. Te verwachten valt dat de
slachtoffers nog gedurende lange tijd de psychische gevolgen zullen
ondervinden van hetgeen hen is aangedaan. Verdachte heeft ter
terechtzitting geen enkele blijk gegeven van inzicht in de
laakbaarheid van zijn handelen.
Tenslotte neemt de rechtbank in ogenschouw dat verdachte blijkens het
hem betreffende uittreksel uit het Algemeen Documentatieregister d.d.
24 mei 2002, reeds eerder is veroordeeld tot een gevangenisstraf van
vier jaren ter zake van onder meer een vermogensdelict, hetgeen hem er
kennelijk niet van heeft weerhouden zich wederom schuldig te maken aan
dergelijke strafbare feiten.
Ten aanzien van de benadeelde partij Unilease B.V.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de vordering van de benadeelde partij Unilease B.V., niet van zo eenvoudige aard is dat deze zich leent voor de behandeling in dit strafgeding. Uit het voegingsformulier en de bijgevoegde stukken rijst het vermoeden dat, zoals ook door de raadsman van verdachte is aangevoerd, dat Unilease bij of via "De Drie Steden B.V." is verzekerd tegen de ontstane schade. Niet kan dan ook worden uitgesloten dat de schade reeds door een verzekeringsmaatschappij is vergoed en Unilease derhalve geen schade lijdt. De rechtbank zal dan ook bepalen dat de benadeelde partij in de vordering niet-ontvankelijk is. De benadeelde partij kan de vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Ten aanzien van de benadeelde partij
Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat een deel van de
vordering van de benadeelde partij , van zo
eenvoudige aard is dat dit zich leent voor de behandeling in dit
strafgeding. Tevens is komen vast te staan dat de benadeelde partij
als gevolg van het hiervoor onder 1 bewezen geachte feit, rechtstreeks
schade heeft geleden.
De rechtbank waardeert de immateriële schade op een bedrag van EUR
350,- (driehonderd-envijftig euro). De vordering kan dan ook tot dat
bedrag worden toegewezen.
Voorts dient de verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de
benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de
tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken.
Het overige deel van de vordering van de benadeelde partij is niet zo
eenvoudig van aard dat dit zich leent voor behandeling in dit
strafgeding. Gelet hierop zal de rechtbank bepalen dat de benadeelde
partij in dat deel van de vordering niet-ontvankelijk is. De
benadeelde partij kan dat deel van de vordering slechts bij de
burgerlijke rechter aanbrengen.
In het belang van voornoemd wordt, als extra waarborg
voor betaling aan laatstgenoemde, de maatregel van artikel 36f van het
Wetboek van Strafrecht aan verdachte opgelegd, waarbij rekening zal
worden gehouden met de aan medeverdachten opgelegde
schadevergoedingsmaatregel.
Ten aanzien van de benadeelde partij
Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat een deel van de
vordering van de benadeelde partij , van zo eenvoudige
aard is dat dit zich leent voor de behandeling in dit strafgeding.
Tevens is komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van
het hiervoor onder 1 bewezen geachte feit, rechtstreeks schade heeft
geleden. De rechtbank waardeert de immateriële schade op een bedrag
van EUR 350,- (driehonderdenvijftig euro).
De vordering kan dan ook tot dat bedrag worden toegewezen.
Voorts dient de verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken.
Het overige deel van de vordering van de benadeelde partij is niet zo
eenvoudig van aard dat dit zich leent voor behandeling in dit
strafgeding. Gelet hierop zal de rechtbank bepalen dat de benadeelde
partij in dat deel van de vordering niet-ontvankelijk is. De
benadeelde partij kan dat deel van de vordering slechts bij de
burgerlijke rechter aanbrengen.
In het belang van voornoemd wordt, als extra waarborg
voor betaling aan laatstgenoemde, de maatregel van artikel 36f van het
Wetboek van Strafrecht aan verdachte opgelegd, waarbij rekening zal
worden gehouden met de aan medeverdachten opgelegde
schadevergoedingsmaatregel.
8. Toepasselijke wettelijke voorschriften
De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 36f, 47, 57, 312 en
317 van het Wetboek van Strafrecht.
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende
beslissing.
9. Beslissing
Verklaart het onder 3 en 4 telastegelegde niet bewezen en spreekt
verdachte daarvan vrij.
Verklaart bewezen dat verdachte het onder 1 en 2 telastegelegde heeft
begaan zoals hiervoor in rubriek 3 is aangegeven.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is
telastegelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte
daarvan vrij.
Het bewezenverklaarde levert op:
ten aanzien van het onder 1 bewezenverklaarde:
Diefstal, voorafgegaan, vergezeld en gevolgd van bedreiging van geweld
tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te
bereiden, gemakkelijk te maken en om bij betrapping op heterdaad aan
zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf de vlucht mogelijk te
maken en het bezit van het gestolene te verzekeren, terwijl het feit
is begaan door twee of meer verenigde personen.
ten aanzien van het onder 2 bewezenverklaarde:
Medeplegen van afpersing.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte, , daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van ZES
JAAR.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging
van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is
doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering
gebracht zal worden.
Bepaalt dat de benadeelde partij Unilease B.V., niet-ontvankelijk in
haar vordering is.
Wijst de vordering van de benadeelde partij , wonende
op het adres toe tot een bedrag van EUR 350,-
(driehonderdenvijftig euro). Veroordeelt verdachte aan
voornoemd, het toegewezen bedrag te betalen, behoudens voorzover deze
vordering reeds door of namens een ander/anderen is betaald.
Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij
gemaakt en ten behoeve van de
tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden
begroot op nihil.
Legt aan verdachte de verplichting op, aan de Staat, ten behoeve van
het slachtoffer
, te betalen de som van EUR 87,50 (zevenentachtig euro
en vijftig cent), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen
door hechtenis voor de duur van 1 dag, met dien verstande dat de
toepassing van die hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet
opheft.
Bepaalt dat, indien en voorzover verdachte heeft voldaan aan een van
voornoemde betalingsverplichtingen, daarmee de andere is vervallen.
Bepaalt dat de benadeelde partij voor het overige niet
ontvankelijk is in zijn vordering.
Wijst de vordering van de benadeelde partij , wonende
op het adres toe tot een bedrag van EUR 350,-
(driehonderdenvijftig euro). Veroordeelt verdachte aan
voornoemd, het toegewezen bedrag te betalen, behoudens voorzover deze
vordering reeds door of namens een ander/anderen is betaald.
Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Legt aan verdachte de verplichting op, aan de Staat, ten behoeve van
het slachtoffer
, te betalen de som van EUR 87,50 (zevenentachtig euro
en vijftig cent), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen
door hechtenis voor de duur van 1 dag, met dien verstande dat de
toepassing van die hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet
opheft.
Bepaalt dat, indien en voorzover verdachte heeft voldaan aan een van
voornoemde betalingsverplichtingen, daarmee de andere is vervallen.
Bepaalt dat de benadeelde partij voor het overige niet
ontvankelijk is in zijn vordering.
Gelast de teruggave aan verdachte van:
- een spijkerbloes blauw merk Armani (I-8)
- een spijkerbroek blauw merk Armani (I9)
- een grijs t-shirt (I-10)
- een paar witte sokken (I-11)
- een paar witte Nike Air sportschoenen (I-12)
Dit vonnis is gewezen door
mr. A.A.M. van Oosten, voorzitter,
mrs. M.J.E. Geradts en J.M. van Hall, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. H.L. van Loon, griffier
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van
28 januari 2003.