Aan de Voorzitter van de TweedeKamerderStaten-Generaal

Binnenhof4

Den Haag

Directie Economische Samenwerking

Interregionale en regionale organisaties

Bezuidenhoutseweg 67

Postbus 20061

2500 EB Den Haag

Datum

29 januari 2003

Behandeld

mr. drs. I.R. Kist

Kenmerk

DES/IR-25/03

Telefoon

070 - 348 53 81

Blad

1

Fax

070 - 348 63 86

Bijlage(n)

1

E-Mail

ir.kist@minbuza.nl

Betreft

Adviesaanvraag aan de Adviesraad Internationale Vraagstukken t.b.v. Raad van Europa

Hierbij stuur ik u ter informatie de adviesaanvraag aan de Adviesraad Internationale Vraagstukken in het licht van het Nederlandse voorzitterschap van de Raad van Europa van november 2003 tot mei 2004.

De Minister van Buitenlandse Zaken

Mr. J.G. de Hoop Scheffer

Aan de voorzitter van de Adviesraad Internationale Vraagstukken

Mr. F. Korthals Altes

Postbus 20061

2500 EB DEN HAAG

Den Haag, 7 januari 2003

Hierbij stuur ik u een adviesaanvraag in het licht van het Nederlandse voorzitterschap van de Raad van Europa van november 2003 tot mei 2004.

Met de oprichting van de Raad van Europa in 1949 is een Europese organisatie in het leven geroepen die zich richt op alle belangrijke vraagstukken van de Europese samenleving, met uitzondering van defensie. Waren aanvankelijk alleen de West-Europese landen lid, thans zijn nagenoeg alle Midden- en Oost-Europese landen lid van deze organisatie.

De Raad van Europa is met name bekend vanwege de activiteiten op het gebied van mensenrechten en de ontwikkeling van de rechtsstaat. Op deze terreinen zijn talrijke conventies en verdragen tot stand gekomen zoals het Europese Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden.

De Raad van Europa zet zich daarnaast actief in op terreinen als migratie; sociale cohesie en sociale ontwikkeling; minderheden en hun talen; volksgezondheid, onderwijs, cultuur, media, sport, jeugd en milieu. Ook op deze terreinen zijn talrijke verdragen tot stand gekomen. Door een permanente uitwisseling van ervaringen en nieuwe opvattingen tussen deskundigen uit de hoofdsteden vindt een intergouvernementele samenwerking plaats die, vanwege de opgebouwde expertise en het vrijwel pan-Europese karakter van het overleg, op veel terreinen het voorportaal vormt van standpuntontwikkeling binnen de Europese Unie.

Naast de normstelling en de vorming van beleid monitort de Raad van Europa de implementatie van toetredingscriteria door nieuw toegetreden lidstaten en de naleving van het acquis door de oude lidstaten.

De Raad van Europa, de EU en de OVSE zijn deels werkzaam op dezelfde beleidsterreinen, te weten democratie, de rechten van de mens, en goed bestuur. De uitbreiding van de Europese Unie en de EU-discussie over institutionele vraagstukken laten de Raad van Europa dan ook niet onberoerd. Voorkomen moet worden dat met een uitgebreide EU binnen Europa een nieuwe scheidslijn tussen EU-lidstaten en niet EU-lidstaten ontstaat. In het licht van bovengenoemde ontwikkelingen alsook in het licht van het Nederlands voorzitterschap van de Raad van Europa, rijst de volgende vraag.

Wat is de specifieke kracht en toegevoegde waarde van de Raad van Europa ten opzichte van de OVSE en EU?

Een tweede ­ bredere ­ vraag in dit verband luidt: heeft de Raad van Europa binnen of buiten de Europese Unie een verbindende rol en/ of is er voor de Raad van Europa een nieuwe rol weggelegd voorbij de huidige grenzen van 'Wider Europe'?

Ik zie uw advies over bovengenoemde vragen met belangstelling tegemoet. Bovendien zou ik het op prijs stellen indien het advies over de eerste vraag binnen een periode van zes maanden beschikbaar zou kunnen zijn opdat het meegenomen

kan worden in de voorbereidingen van het Nederlandse voorzitterschap van de Raad van Europa dat in november 2003 van start zal gaan.

mr. J.G. de Hoop Scheffer

===