Openbaar Ministerie

Den Haag, 29 januari 2003

Verklaring College over gijzelingsactie Arnhem

Het College van procureurs-generaal heeft met afschuw kennis genomen van de gijzeling van een officier van justitie in Arnhem. Het gaat hier om een uiterst gewelddadige actie met dramatische afloop die niet in de Nederlandse verhoudingen lijkt te passen.
De officier van justitie is daarbij ernstig, maar naar het zich laat aanzien niet levensgevaarlijk gewond. De procureurs-generaal wensen hem daarbij een voorspoedig herstel toe.
Geconstateerd moet worden dat verdachten er steeds minder voor terugdeinzen om vertegenwoordigers van het Nederlandse strafrechtssysteem verbaal of fysiek persoonlijk aan te vallen. Dit valt niet te tolereren in een rechtsstaat waar de handhaving van de rechtsorde is opgedragen aan speciaal daartoe aangestelde functionarissen. Voor de goede werking van dit systeem is het belangrijk dat deze functionarissen ervan mogen uitgaan dat zij niet persoonlijk worden aangevallen als zij hun taken en bevoegdheden uitoefenen.
Het gijzelingsdrama in Arnhem en de tragische gebeurtenissen van heden in de rechtbank in Assen en de penitentiaire inrichting in Leeuwarden zijn ongetwijfeld aanleiding voor een nieuwe discussie over de beveiliging van paleizen van justitie en andere justitiële gebouwen. De beveiliging hiervan is een lokale verantwoordelijkheid, waarbij niet alleen een minimum-beveiligingsniveau wordt gehandhaafd, maar ook telkens wordt bekeken of bepaalde zaken extra risico's met zich meebrengen. De gebeurtenissen van heden zijn voor de lokale justitiële autoriteiten in het hele land aanleiding om de eigen veiligheidsmaatregelen kritisch door te lichten.

Deze verklaring is uitgegeven in verband met de gijzelinsgactie, waarover hierna volgend persbericht is uitgegeven door de politie:

Gijzeling in Paleis van Justitie Arnhem met dodelijke afloop

Bij een gijzelingsactie in het Arnhemse Paleis van Justitie is woensdagmiddag een 20-jarige man om het leven gekomen. Hij hield een officier van justitie in gijzeling. De officier van justitie is ernstig gewond geraakt, maar verkeert niet in levensgevaar.

De gijzeling begon even na het middaguur. Een verdachte van een roofoverval bleek in het bezit te zijn van een wapen. Onder bedreiging van dit wapen maakte de verdachte een in de zaal aanwezige parketwachter zijn dienstwapen afhandig. Vervolgens nam hij de officier van justitie in gijzeling. De rest van de aanwezigen wisten de rechtszaal te ontvluchten.
Direct hierna is onder leiding van de Hoofdofficier van justitie, dhr. Daverschot, het beleidsteam bij elkaar geroepen, bestaande uit waarnemend korpschef van politie Van Deursen, de burgemeester van Arnhem, mevrouw Krikke en Hoofdofficier van Justitie, dhr. Daverschot.

Zowel het paleis van justitie als de directe omgeving daarvan werden afgezet en het pand werd ontruimd.
Het inmiddels gearriveerde arrestatieteam van de politie heeft post gevat in het pand.
Door speciaal opgeleide politieonderhandelaars werd telefonisch contact gezocht met de gijzelnemer. In gebrekkig Engels wist de gijzelnemer zich verstaanbaar te maken. De situatie in de rechtszaal werd zeer bedreigend. Daarbij stond de man, bij zowel politie als justitie, in meerdere landen, als gewelddadig bekend.

De gijzelnemer eiste contact met een medeverdachte van hem, die momenteel vastzit in een Arnhems huis van bewaring. De gijzelnemer heeft gedreigd de gegijzelde te zullen doden, wanneer niet aan zijn eisen werd voldaan. Vervolgens heeft de hoofdofficier opdracht gegeven dat als er in de rechtszaal geschoten zou worden het arrestatieteam in moest grijpen.

Tijdens de onderhandeling viel er in de rechtszaal een schot, waarna direct het arrestatieteam een interventie heeft gepleegd. Hierbij vond een schotenwisseling plaats tussen de gijzelnemer en leden van het arrestatieteam. Tijdens deze actie liet de gijzelnemer het leven en raakte de officier van justitie ernstig gewond. Of de officier geraakt is door een kogel uit het wapen van de gijzelnemer wordt onderzocht. De officier van justitie verkeert inmiddels buiten levensgevaar. Onderzoek van de rijksrecherche zal uitsluitsel moeten geven over de gehele toedracht van de actie. Dit betreft een standaardprocedure. Hoe de verdachte in het bezit kon zijn van het eerste wapen wordt ook onderzocht.