Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Amicon

Sponsoring voetbalshirtjes door zorgverzekeraar Amicon

De Voorzitter van de Tweede
Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag

DBO-K-U-2345042

30 januari 2003

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Kant (SP) over sponsoring van de sponsering van de voetbalshirtjes van FC Twente door Amicon (2020304780).

De Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,

mr. A.J. de Geus

Sponsoring voetbalshirtjes door zorgverzekeraar Amicon 1. Sponsoring voetbalshirtjes door zorgverzekeraar Amicon

Antwoorden op kamervragen van het Kamerlid Kant over sponsoring van de voetbalshirtjes van FC Twente door Amicon (2020304780).

---

Vraag 1.

Wat is uw reactie op de uitspraak van de Raad van State dat de voetbalshirtjes van FC Twente, van 1997 tot en met 1999 gesponsord door zorgverzekeraar Amicon, uiteindelijk grotendeels betaald gaan worden door de ziekenfondsverzekerden van Amicon?

Vraag 2.

Op welke gronden was de Raad van State het niet eens met het CTZ om de kosten gelijkelijk over de drie onderdelen van het verzekeringsbedrijf te verdelen?

Antwoord

In geding was het besluit op bezwaar van het College van toezicht op de zorgverzekeringen (CTZ), om de kosten van sponsoring van de voetbalshirts van FC Twente, gemaakt in de pe- riode van 1997 tot en met 1999, als niet verantwoorde beheerskosten van het OWM Amicon Zorgverzekeraar Ziekenfonds ua, aan te merken.
OWM Amicon Zorgverzekeraar Ziekenfonds ua heette destijds nog OWM Oostnederland Zorg- verzekeraar Ziekenfonds ua en maakte deel uit van de Stichting Oostnederland Verzekeringen. Dit concern bestond verder uit een aantal andere rechtspersonen, waaronder een particuliere ziektekostenverzekeraar genaamd OWM Oostnederland Zorgverzekeraar Particulier ua, een schadeverzekeraar genaamd Oostnederland Schadeverzekeringen NV en een assurantiebemid- delingsbedrijf genaamd, Varla-assurantiebemiddelingsbedrijf Oostnederland BV. Op een gege- ven moment is de naam `Oostnederland' veranderd in `Amicon'. Het CTZ vond dat de spon- sorkosten gelijkelijk verdeeld dienden te worden over alle rechtspersonen die onderdeel uit- maakten van het concern. Het CTZ constateerde dat van de 13 rechtspersonen in het con- cern, 4 rechtspersonen zich actief met verzekeringsactiviteiten op de markt begaven. Op grond daarvan meende het CTZ dat niet meer dan een vierde deel van de kosten ten laste van de ziekenfondsverzekering zou mogen komen, tenzij Amicon, dat had aangegeven dat het he- le concern belang had bij vergroting van de naamsbekendheid, zou kunnen onderbouwen dat het belang van het ziekenfonds groter was dan dat van de andere rechtspersonen.

Als richtlijn geldt dat beheerskosten verantwoord zijn, indien deze maatschappelijk aanvaard- baar zijn. Er moet een rechtstreekse relatie zijn tussen de kosten en de uitvoering van de ziek- tekostenverzekering. Het CTZ vindt dat dit ook kan gelden voor sportsponsoring. Het CTZ hanteert blijft als uitgangspunt voor de toerekening van de beheerskosten, dat kosten op grond van de integrale benadering moeten worden toegerekend. De integrale benadering houdt in dat bij de toedeling van beheerskosten binnen een concern of een samenwerkings- verband van een ziekfonds met andere rechtspersonen, alle kosten bij de toedeling moeten worden betrokken en die kosten zo veel mogelijk direct dienen te worden toegerekend aan de rechtspersoon ten behoeve waarvan de kosten zijn gemaakt. Indien sprake is van gemeen- schappelijke kosten, dient de verdeling van kosten plaats te vinden aan de hand van een transparante en gemotiveerde verdeelsleutel, die per kostensoort verschillend kan zijn. Bij de bepaling van de te hanteren verdeelsleutels geldt naar het oordeel van het CTZ het principe dat de rechtspersoon die profijt zal hebben van de activiteit, ook een daarmee overeenkomstig deel van de kosten draagt.

2

Naar aanleiding van de uitspraak van de Raad van State, afdeling Bestuursrechtspraak en in aanvulling op de informatie die al bij het CTZ bekend was, heeft het CTZ nadere informatie in- gewonnen onder meer ten aanzien van de beoogde doelstelling van de sponsoring en de be- sluitvorming daarover.
Uit die informatie is inmiddels in voldoende mate aannemelijk geworden dat de sponsoring met name gericht is geweest op vergroting van de naamsbekendheid van de bedrijfsonderde- len op het gebeid van de zorgverzekering. Het betreft zowel het ziekfonds met inbegrip van de aanvullende ziekenfondsverzekering als de particuliere ziektekostenverzekering. De door Amicon gehanteerde verdeelsleutel op grond waarvan, overeenkomstig het doel van de spon- soring, het grootste deel van de sponsorkosten wordt toegerekend aan deze bedrijfsonderde- len en vervolgens rekening wordt gehouden met de omvang van hun bedrijfsactiviteiten, vol- doet aan het uitgangspunt van de integrale kostentoerekening.

Inmiddels heeft het CTZ een nieuw besluit genomen. Hierin gaat het CTZ er mee akkoord dat het grootste gedeelte van de sponsorkosten aan de zorgverzekeraars wordt toegerekend, en vervolgens tussen hen verder wordt toebedeeld op basis van de omvang van hun bedrijfsac- tiviteiten.
Dit nieuwe besluit leidt er toe dat de door OWM Amicon Zorgverzekeraar Ziekenfonds ua ge- maakte sponsorkosten door het CTZ als verantwoorde beheerskosten worden beschouwd en op basis van de Ziekenfondswet kunnen worden gefinancierd. Er is volgens het CTZ geen reden meer om een gedeelte van deze kosten als niet verantwoorde beheerskosten aan te merken.

Vraag 3.

Komen deze kosten ten laste van de middelen die het ziekenfonds in de vorm van een vast- gesteld budget ten behoeve van beheer ter beschikking heeft, zoals in antwoord op eerdere Kamervragen gesteld?

Antwoord

Ja.

Vraag 4.

Wordt het nu geen tijd aangezien deze uitspraak ook consequenties heeft voor alle andere zorgverzekeringen, om paal en perk te stellen aan de sponsoring van onder meer voetbalclubs door zorgverzekeraars, zeker nu de tekorten in de ziekenfondskas opgevangen moeten wor- den door verhoging van de nominale premies?

Antwoord

Neen. De kosten van sportsponsoring kunnen ten laste van de ziekenfondsverzekering komen, tenzij het CTZ de kosten als niet-verantwoord aanmerkt. Het beleid van het CTZ staat hier- voor aangegeven. Ik kan mij hierin vinden. De Ziekenfondswet biedt ziekenfondsen de moge- lijkheid om onderling te concurreren. Ik wil deze concurrentie op de verzekeringsmarkt nadruk- kelijk stimuleren. Concurrentie moet leiden tot meer efficiëntie en tot een betere prijs/kwali- teitsverhouding. Naamsbekendheid is een aspect dat bij concurrentie een rol speelt. Mocht een ziekenfonds omwille van de sponsoringuitgaven haar nominale premie verhogen, dan staat het een verzekerde uiteraard vrij om van ziekenfonds te wisselen. Ik zie op dit moment geen aanleiding om regels te stellen over de sponsoring van sportclubs door ziekenfondsen.