Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801 2509 LV Den Haag der Staten-Generaal Anna van Hannoverstraat 4 Binnenhof 1a Telefoon (070) 333 44 44 2513 AA `s-GRAVENHAGE Telefax (070) 333 40 33
Uw brief Ons kenmerk
15 januari 2003 SV/03/3889
nr. 2020305660
Onderwerp Datum
Kamervragen van het lid Verburg (CDA) over 3 februari 2003
de export van Wajong-uitkeringen
Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het lid Verburg (CDA) over de export van
Wajong-uitkeringen.
De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,
(mr. A.J. de Geus)
Vragen van het lid Verburg (CDA) aan de staatssecretaris van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid, dhr. Rutte, over de export van Wajong-uitkeringen (ingezonden 14
januari 2003)
Vraag 1
Wat is precies de reden dat in de Wet BEU geen export van de Wajong (meer) mogelijk is en
waarom wordt de overgangstermijn voor de export van de Wajong niet verlengd?
Antwoord 1
In de Wet BEU is geregeld dat de sociale verzekeringen ZW, WAO, WAZ, AOW, Anw en
AKW alleen worden geëxporteerd naar landen waarmee een Verdrag is gesloten. Gezien de aard
en de doelstelling van de Wajong is zij bij de totstandkoming van de BEU niet onder het
toepassingsbereik van de Wet BEU gebracht. De Wajong is een uit de algemene middelen
gefinancierde arbeidsongeschiktheidsvoorziening en is als zodanig niet aan te merken als een
sociale verzekering. De Wajong beoogt in Nederland wonende jonggehandicapten, die niet
voldoende eigen inkomsten kunnen verwerven, een uitkering te geven waardoor ze in staat zijn tot
zelfontplooiing te komen. Voorzieningen zijn alleen beschikbaar in Nederland. In verband hiermee
is in de Wajong een absoluut exportverbod opgenomen.
Uit het voorgaande volgt dat de verlenging van de overgangstermijn van de Wet BEU geen
betrekking kan hebben op de Wajong.
Vraag 2
Wat waren de argumenten van het Landelijk instituut sociale verzekeringen (Lisv, thans onderdeel
van het UWV) om de export van Wajong-uitkeringen wel mogelijk te houden/maken?
Antwoord 2
In de uitvoeringstoets bij het wetsvoorstel hardheidsclausule Wajong heeft het Lisv, thans
opgegaan in het UWV, enkele internationaalrechtelijke gevolgen van de hardheidsclausule Wajong
onder de aandacht gebracht. In deze uitvoeringstoets heeft het Lisv echter geen argumenten
aangedragen voor het mogelijk houden/maken van de export van Wajong-uitkeringen. Ook
overigens zijn ons geen argumenten van het Lisv bekend. Wel hebben wij een brief van de
Gehandicaptenraad ontvangen, waarin hij de gevolgen van de Wet BEU voor het overgangsrecht
Wajong aan de orde stelde. Wajong-gerechtigden in het buitenland zouden door de Wet BEU
vanaf 1 januari 2003 het recht op hun uitkering verliezen. De Gehandicaptenraad stelde voor de
exporteerbaarheid van de Wajong voor personen die reeds op 31 december 1999 met een
Wajong-uitkering in het buitenland verbleven, ook na 1 januari 2003 te handhaven. Deze wijziging
hebben wij opgenomen in de Wet herziening vrijwillige verzekering AOW en ANW (Wet van 26
april 2001, Stb. 2001, 212) met dien verstande dat de exporteerbaarheid van de Wajong wordt
gehandhaafd voor personen die voor 1 januari 1998 in het buitenland verbleven.
Vraag 3
Hoe hebt u bij uw voornemen, zoals verwoord in eerder genoemde brief, de opvattingen van het
Lisv meegewogen?
Antwoord 3
Zie het antwoord op vraag 2.
---
Vraag 4
Deelt u de mening dat er een onderscheid gemaakt dient te worden tussen de risico's van
oneigenlijk gebruik door hen die reeds jaren een beroep moeten doen op een Wajong-uitkering en
hen die een uitkering aanvragen en kort daarna emigreren?
Antwoord 4
Tijdens de behandeling van het voorstel tot Wijziging van de Wet
arbeidsongeschiktheidsvoorziening jongehandicapten, houdende een verbeterde formulering van de
hardheidsclausule inzake de export van het recht op arbeidsongeschiktheidsuitkering naar het
buitenland, op 13 december 2001 heeft Staatssecretaris Hoogervorst toegezegd te onderzoeken
of de Wajong met invoeging van referte-eisen exportabel kon worden gemaakt. Op deze wijze zou
oneigenlijk gebruik van de Wajong worden tegengegaan.
In de op 27 maart 2002 aan de Kamer gezonden notitie `Referte-eis in de Wajong' is uiteengezet
dat in het licht van het Europese recht teveel risico's kleven aan de invoeging van een referte-eis in
de Wajong. Ik heb mede naar aanleiding van deze notitie tijdens het A.O. van 4 december 2002
toegezegd nog één informele consultatieronde te houden bij `deskundigen' over dit onderwerp en
over de uitkomst hiervan de Kamer te informeren.
Vraag 5
Deelt u tevens de opvatting dat mensen met een Wajong-uitkering die, mede met het oog op hun
gezondheid, besluiten al dan niet tijdelijk in een ander land te gaan wonen, hun Wajong-uitkering
moeten kunnen behouden, ook al omdat frauderen voor hen vrijwel onmogelijk is?
Antwoord 5
Een hardheidsclausule wordt slechts in een regeling opgenomen indien er aanleiding is om te
verwachten dat, gelet op het doel en de strekking van de regeling, de toepassing van de regeling
kan leiden tot onbillijkheden van overwegende aard in niet precies te voorziene gevallen. Een
hardheidsclausule kenmerkt zich door het feit, dat bij de toepassing van de wet feiten en
omstandigheden van het individuele geval aan een nadere beschouwing worden onderworpen.
Deze feiten en omstandigheden laten zich niet in algemene regels vastleggen. Het UWV zal deze
afweging voor de toepassing van de hardheidsclausule Wajong moeten maken.
Ook voor de beschreven situatie geldt dat door het UWV naar de feiten en omstandigheden van
het individuele geval gekeken dient te worden en dat ik daarover geen uitsluitsel kan geven.
Wel blijkt uit de Memorie van Toelichting bij het voorstel tot `Wijziging van de Wet
arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten, houdende een verbeterde formulering van
de hardheidsclausule inzake de export van het recht op arbeidsongeschiktheidsuitkering naar het
buitenland' dat de regering van mening is dat van kennelijk hardheid sprake kan zijn wanneer een
Wajong-gerechtigde om dringende medische redenen genoodzaakt is buiten Nederland te gaan
wonen.
Vraag 6
Bent u bereid om alsnog de uitkering van deze Wajong-ers die reeds enige tijd tevergeefs beroep
doen op een uitkering, wellicht middels de hardheidsclausule exporteerbaar te maken?
Antwoord 6
Zie het antwoord op vraag 5.