Ministerie van Justitie


http://www.justitie.nl

MINJUST: brief Minister Nawijn inzake ama campus

Postadres: Postbus 20301, 2500 EH Den Haag

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG Bezoekadres
Schedeldoekshaven 100
2511 EX Den Haag
Telefoon (070) 3 70 79 11
Fax (070) 3 70 79 00
Www.justitie.nl
Onderdeel Directie Jeugd en Criminaliteitspreventie Directie Vreemdelingenbeleid
Datum 04 februari 2003
Ons kenmerk 5207946/03/DVB
Uw kenmerk 2020305970
Bijlage(n) 1
Onderwerp Verzoek om brief, alsmede beantwoording Kamervragen Halsema (GL) over ama-campus te Vught

In antwoord op uw brief van 21 januari 2003, nr. 2020305970 deel ik u, mede namens de Minister van Justitie, mee dat de vragen van het lid Halsema over afgewezen alleenstaande minderjarige asielzoekers en de AMA-campus, worden beantwoord zoals aangegeven in de bijlage bij deze brief.
Bijgevoegd zijn voldoende kopieën van het antwoord ten behoeve van de vragensteller en de afdeling voorlichting van uw Kamer.

Naar aanleiding van het verzoek van Uw Kamer tijdens de regeling van werkzaamheden op 30 januari jl. kan ik u nog het volgende meedelen.

Op 1 mei 2001 heeft het vorige Kabinet een brief gezonden over het beleid ten aanzien van alleenstaande minderjarige asielzoekers. De brief bevat een uitwerking van de beleidsnota van 24 maart 2000, alsmede in aanvulling daarop nieuw ontwikkeld beleid en maatregelen ter nadere uitwerking daarvan. Tijdens het Algemeen Overleg met uw Kamer op 12 juni 2001 is Kamerbreed ingestemd met de inhoud en de hieruit voortvloeiende maatregelen gericht op het bevorderen van de terugkeer en het beperken van de instroom van ama s.

Uitgangspunt van het beleid is dat alleenstaande minderjarige asielzoekers van wie de aanvraag om een verblijfsvergunning asiel is afgewezen, moeten terugkeren naar het land van herkomst of een ander land waar zij redelijkerwijs naar toe kunnen gaan. Dit is ook in het belang van het kind zelf. Slechts weinig kinderen die ontworteld of ontheemd raken, hebben uiteindelijk baat bij scheiding van ouders en hun omgeving. Het belang van het kind vraagt in beginsel om herstel van de relatie met ouders, familie en/of sociale omgeving. Bovenstaand uitgangspunt in aanmerking genomen, heeft ertoe geleid dat één van de maatregelen het realiseren betreft van gescheiden opvangmodaliteiten, te weten een terugkeervariant en een integratievariant.

Aan het COA is gevraagd de ontwikkeling van een opvangmodaliteit in de zgn. terugkeervariant ter hand te willen nemen. Dit heeft geleid tot de inrichting van een zogenaamde campusstructuur, welke zich kenmerkt door een intensief intern georganiseerd dagprogramma, gericht op de voorbereiding van de terugkeer naar de landen van herkomst en vermijding van integratie in de Nederlandse samenleving. Dubbele boodschappen worden gedurende de (tijdelijke) periode dat ama's in Nederland blijven, zoveel mogelijk vermeden.
Over de uitgangspunten voor de opvang- en de begeleidingsmethodiek heb ik Uw Kamer bij brief van 18 november 2002, nr. 5196532 geïnformeerd. De campus kent een besloten karakter, maar van vrijheidsbeneming als in een gesloten model, waarvoor ook een wettelijke grondslag is vereist, is geen sprake. Dat neemt niet weg dat er evenmin sprake is van een vrijblijvende setting, mede gezien de zorgplicht en de te bieden bescherming.
Kort na de opening van de ama-campus in Vught heeft uw Vaste Commissie voor Justitie een werkbezoek aan de ama-campus gebracht waar uitvoerig op de werkwijze is ingegaan. In het Algemeen Overleg met uw Kamer op 27 november 2002 heb ik een nadere toelichting gegeven en uw vragen beantwoord. Uw Kamer is naar aanleiding daarvan akkoord gegaan met de uitwerking van de pilot.
Zoals ik reeds in genoemd overleg heb aangegeven, kent de methodiek de mogelijkheid tot persoonlijke trajecten en wordt nadrukkelijk aangesloten op persoonlijke groeimogelijkheden. Het thema ontwikkeling van de jongere acht ik dermate van belang dat het onderdeel is van de monitoring en daartoe is dit thema, in overleg met het COA en de voogdij-instelling Nidos, geoperationaliseerd in meetpunten, die zowel het ontwikkelingsniveau als het welbevinden uitdrukken. In aanvulling hierop voeren het COA, de medische opvang, het onderwijs en voogdij-instelling Nidos structureel overleg over de ontwikkeling en het welbevinden van de ama's en worden signalen zo nodig direct vertaald naar inhoud en intensiteit van het programma.

Naar aanleiding van de weigering van een deel van de populatie van de ama-campus te Vught om aan het dagprogramma deel te nemen, zijn inmiddels door het COA zowel op het terrein van de bedrijfsvoering als op het terrein van de toepassing van de methodiek maatregelen genomen. Tevens wordt in overleg tussen betrokken jongeren en het campusmanagement bezien of en in hoeverre het dagprogramma bijstelling behoeft.
Nog deze week zal ik een overleg plannen tussen ondergetekende en de besturen van het COA en de stichting Nidos, teneinde voor de gerezen problemen een oplossing te vinden.

Los van het bovenstaande wijs ik er echter op dat - behalve de relatief korte periode dat het model is beproefd en de daarmee gepaard gaande aanloopproblemen - de voorbereiding op de terugkeer gepaard gaat met teleurstellingen van betrokken ama's.
Juist in de eerste fase van het verblijf in Nederland zullen de ama's teleurgesteld zijn omdat de verwachtingen, uitzicht op een permanent verblijf in de Nederlandse samenleving niet uit blijken te komen. Uitingen van ontevredenheid in deze fase zijn inherent aan het beleid.

De Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie, Antwoorden van de Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie op vragen van het lid Halsema (GL) over afgewezen alleenstaande minderjarige asielzoekers en de AMA-campus.
(Ingezonden op 21 januari 2003, 2020305970)

Vraag 1.
Kent u het bericht over de behandeling van AMA's op de AMA-campus te Vught? Klopt het dat asielverzoeken van de geïnterviewde jongeren in de AC-procedure zijn afgedaan? Bent u niet van mening dat de 48-uursprocedure in het AC totaal ongeschikt is voor het nemen van een beslissing op asielverzoeken van minderjarige asielzoekers?

Antwoord 1.
Ja, het betreffende NRC-artikel is mij bekend. Alvorens specifiek op de gestelde vragen in te gaan hecht ik eraan om op te merken dat het betreffende artikel op meerdere onderdelen een onjuiste voorstelling van zaken geeft over het werkelijk functioneren van de ama-campus. Voorts hecht ik eraan erop te wijzen dat de ama-campus de directe uitwerking is van het Kabinets- en Kamerbreed onderschreven beleid ten aanzien van alleenstaande minderjarige asielzoekers zoals verwoord in de brief van 1 mei 2001 (Kamerstukken II, 2000-2001, 27062, nr. 14). Overeenkomstig het gestelde in de ama-nota aan uw Kamer (Kamerstukken II, 1999-2000, 27062 nr. 2) wordt, indien op verantwoorde en zorgvuldige wijze binnen de 48-uursprocedure kan worden vastgesteld dat de asielaanvraag kan worden afgewezen, in het AC een beslissing genomen.

Vraag 2.
Hoeveel ama's zijn er momenteel ondergebracht op de AMA-campus? Hoeveel ama's zijn er tot nu toe weggelopen? Heeft u zicht op het lot van deze weggelopen ama's?

Antwoord 2.
Per 27 januari 2003 verblijven 59 ama's in de ama-campus. Sinds de opening per 11 november 2002 zijn in totaal twaalf jongeren met onbekende bestemming vertrokken.
Uit ervaring is bekend dat ama's in de regel onderdak vinden bij familieleden, terugkeren of doormigreren. Vanuit de voogdij-instelling is het overigens wel de inzet om de verbinding met de jongere te blijven houden.
De voogd spreekt, als wettelijke vertegenwoordiger in elk geval af, dat de ama zich op een nader af te spreken tijdstip meldt cq anderszins van zich laat horen.

Vraag 3.
Wat zijn de criteria voor het toekennen van strafpunten? Vindt u dat ook aan ama's vrijheid van meningsuiting toekomt en dat het dus onbestaanbaar is dat ama's strafpunten toegekend krijgen als ze zich beklagen over hun behandeling of uiting geven aan hun gevoelens in een gedicht? Klopt het dat ama's verplicht naar oorlogsfilms moeten kijken terwijl ze zelf uit oorlogsgebieden komen? Krijgen de ama's strafpunten als ze niet willen kijken naar dergelijke films? Klopt het dat ama's niet buiten de campus mogen eten? Hoe verhoudt zich dat tot uw toezeggingen dat de AMA-campus geen gesloten karakter zou krijgen?

Antwoord 3.
Nee, er worden geen strafpunten toegekend in de omschreven situaties. Vanzelfsprekend komt aan ama's vrijheid van meningsuiting toe en in het
Algemeen Overleg d.d. 27 november 2002 heb ik Uw Kamer aangegeven op welke wijze gewerkt wordt aan de persoonlijke ontwikkeling. Het is verder onjuist dat jongeren worden verplicht tot het bekijken van welke film dan ook, laat staan oorlogsfilms. Ter bescherming van betrokkenen en ter voorkoming van dubbele boodschappen is er geen sprake van vrij in- en uitlopen, doch van een besloten opvangsetting.

Vraag 4.
Geeft het dagprogramma van de AMA-campus voldoende ruimte voor persoonlijke ontwikkeling van ama's? Kunnen ama's iets naar eigen inzicht bepalen op de AMA-campus? Welke mogelijkheden zijn er voor privacy? Wat verstaat u onder voldoende nachtrust voor minderjarigen? Vertrouwt u erop dat ama's op de AMA-campus voldoende nachtrust krijgen? Zo ja, waarop baseert u dat ?

Antwoord 4.
Binnen het programma is er voldoende ruimte voor privacy en rust. De ama's in de ama-campus zijn vijftien jaar of ouder en kunnen een nachtrust genieten van acht uur. Naar aanleiding van de weigering van een deel van de populatie van de campus om aan het dagprogramma deel te nemen wordt momenteel bezien of en in hoeverre het dagprogramma bijstelling behoeft.
Zoals ik reeds in het genoemde overleg d.d. 27 november 2002 heb aangegeven, kent de methodiek de mogelijkheid tot persoonlijke trajecten en wordt nadrukkelijk aangesloten op persoonlijke groeimogelijkheden. De Kamer heeft in meerderheid met het pilot-project ingestemd.

04 feb 03 11:47