Erasmus Universiteit Rotterdam

5 februari 2003

Pilpauze achilleshiel bij lichte anticonceptiepil

Sinds de introductie van de anticonceptiepil, nu ruim veertig jaar geleden, heeft een aantal veranderingen in aard en samenstelling van de pil geleid tot een vermindering van bijwerkingen en afname van risicos tijdens gebruik. De geleidelijke verlaging van het oestrogenengehalte zorgde weliswaar voor een drastische daling van het tromboserisico, maar tegelijkertijd is de kans op zwangerschap toegenomen door deze vermindering van het oestrogeengehalte. Tot deze conclusie komt Arne van Heusden in zijn proefschrift Resterende ovarium activiteit tijdens orale anticonceptie. Hij promoveert woensdag 5 februari 2003 aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.

Hoewel dosering, samenstelling en zelfs de onderlinge verhouding van hormonen in de anticonceptiepil veranderde, bleef het schema hetzelfde: drie weken aansluitend een pil per dag gevolgd door een week pilpauze. Van oorsprong is deze pilpauze bedoeld om een menstruatiebloeding te veroorzaken om zo veel mogelijk de normale menstruele cyclus te imiteren. Vanuit oogpunt van betrouwbaarheid (bescherming tegen ongewenste zwangerschap) heeft de pilpauze eerder nadelen dan voordelen. Immers, tijdens de pilpauze valt de onderdrukking van de pil-hormonen weg en kunnen de eigen hormonen uit de hypofyse de eierstokken weer aanzetten tot het laten groeien van eiblaasjes. Deze ontwikkeling moet dan juist in het begin van de volgende strip weer worden onderdrukt om te voorkomen dan een eisprong, en dus een kans op zwangerschap, optreedt.

Met de geleidelijke vermindering van het hormoongehalte van de anticonceptiepil blijkt nu juist dat deze pilpauze de achilleshiel wordt voor betrouwbaarheid.

In de studie van Van Heusden waarbij drie verschillende anticonceptiepillen worden vergeleken blijkt dat pillen met een laag oestrogeengehalte ( de zogenaamde sub-30 pillen) meer herstel van de hypofyse-eierstok activiteit geven dan een hoger gedoseerde. Juist vrouwen die een dergelijk laaggedoseerde pil gebruiken, kunnen de pil beter niet vergeten. De keuze van een anticonceptiepil zal niet zozeer door de leeftijd van de gebruikster moeten worden bepaald (gebruikelijk is hoe jonger, hoe lager), maar door de verwachte therapietrouw (Een lage pil voor wie m niet vergeten wil).

Van Heusden ontwikkelde een nieuw studiemodel dat aan de hand van eenvoudige metingen tijdens de pilpauze en het begin van een volgende pilstrip informatie kan verschaffen over (onderlinge) betrouwbaarheid ( versus het traditioneel meten van zwangerschappen tijdens gebruik).

De promovendus verrichtte tevens onderzoek om de combinatie van een progestageen-alleen pil met een maandelijkse toevoeging van een anti-progesteron te beoordelen als een nieuwe vorm van anticonceptie. De volgens Van Heusden ten onrechte weinig populaire progestageen-alleen pil ( vroeger ook wel mini-pil genoemd) kent in de nieuwste vorm een goede betrouwbaarheid, doch een beduidend minder goede voorspelbaarheid van het bloedingspatroon (van helemaal geen menstruatie tot frequent onregelmatig bloedverlies). Maandelijkse toevoeging van het anti-progesteron blijkt een drastische verbetering te geven van dit bloedingpatroon wat helaas ten koste gaat van de betrouwbaarheid en derhalve in de bestudeerde combinatie niet in aanmerking komt voor verdere ontwikkeling.

Promotor: prof.dr. B.C.J.M. Fauser, Gynaecologische endocrinologie

Noot voor de pers
Promotie: woensdag 5 februari 2003
Plaats: Erasmus MC, faculteitsgebouw, collegezaal 7 Tijd: 15.45 uur
Info: afdeling Communicatie,
tel. (010) 408 1216/1777
e-mail: persberichten@daz.eur.nl

pixel.gif] r1pixg.gif]