---

Kamervragen en antwoorden
---

De opheffing van het 299e squadron van de Koninklijke luchtmacht

04-02-2003

Bijgaand bied ik u aan de antwoorden op de kamervragen van de leden Slob, Van den Doek, Van der Staaij, Timmermans, Herben en Teeven over de opheffing van het 299e squadron van de Koninklijke luchtmacht (2020305920 d.d. 17 januari 2003)

DE MINISTER VAN DEFENSIE,

H.G.J. Kamp

1. Herinnert u zich de door de Kamer aangenomen motie Slob c.s. met betrekking tot het 299e squadron lichte helikopters te Gilze-Rijen?

2. Zo ja, hoe verhoudt de uitspraak van de Kamer zich met de feitelijke opheffing van dit squadron, d.d. 13 januari jl.?

3. Is het gevraagde onderzoek, zoals verwoord in de motie, reeds uitgevoerd?

4. Zo ja, wat zijn de bevindingen van dit onderzoek geweest?

5. Zo neen, bent u bereid de motie alsnog uit te voeren en, bij een positief resultaat van het onderzoek, het 299e squadron alsnog om te vormen tot een opleidingssquadron?

In de Najaarsbrief van 8 november wordt het opheffen van het Bölkow-helikoptersquadron in 2003 aangekondigd als onvermijdelijke maatregel om de bezuinigingen te behalen. Hierbij is ook een afweging gemaakt over het in eigen behoefte voorzien van de basisopleidingen voor helikoptervliegers. Naar aanleiding van de motie Slob (ChristenUnie) c.s. (28 600X, nr. 34), waarin verzocht wordt de mogelijkheden te onderzoeken het squadron om te zetten in een opleidingseenheid, is door de Koninklijke luchtmacht naar de kosten daarvan nader onderzoek uitgevoerd. Dit onderzoek leidde tot de conclusie dat het om financiële en operationele redenen niet verstandig is het Bölkow-helikoptersquadron om te zetten in een opleidingssquadron. Derhalve is besloten de bezuinigingsmaatregel uit te voeren. Het squadron lichte helikopters werd 13 januari jl. opgeheven. Een deel van het ondersteunend personeel en de vliegers kan worden omgeschoold en elders bij de Koninklijke luchtmacht aan het werk.

Een nadeel van Bölkow-helikopters is dat dit toestel alleen gebruikt kan worden voor de basisopleiding van de helikopterpiloten en niet voor de typegerichte vervolgopleidingen. Door de kosten van het uitbesteden van de basisopleidingen voor helikoptervliegers af te zetten tegen het in eigen beheer uitvoeren ervan is vastgesteld dat het uitbesteden van de opleiding in de Verenigde Staten aanzienlijk goedkoper is dan het aanhouden van de Bölkow-helikopters voor dit doel. Dit heeft te maken met hoge exploitatiekosten en investeringen in infrastructuur en lesmaterialen, zoals vliegsimulators. Op termijn moet voorts opnieuw geïnvesteerd worden om de levensduur van de helikopters te verlengen. Ten slotte is in Nederland de weersgesteldheid voor opleidingen niet altijd optimaal, waardoor opleidingscapaciteit verloren gaat.

Vijf of zes Bölkows worden tot eind 2003 in bedrijf gehouden, omdat ze als verkennings- en ´light utility´-capaciteit benodigd zijn voor het vaststellen van de Operationele Gereedheidsstatus (OGS) van de Air Manoeuvre Brigade. Deze helikopters blijven gestationeerd op vliegbasis Gilze-Rijen. De meeruitgaven voor het aanhouden van deze helikopters bedragen ongeveer 0,9 miljoen euro. Een en ander wordt budgettair verwerkt in de 1e Suppletore begroting en komt ten laste van het beleidsartikel van de Koninklijke landmacht.

Nieuws Ministerie van Defensie