---

College breidt funderingsonderzoek uit

Vincent Brinkhof
Het college van Burgemeester en Wethouders heeft besloten om bij in totaal 3000 panden te onderzoeken of funderingsherstel noodzakelijk is. Dat zijn 1650 panden meer dan verwacht. De kosten hiervoor worden door de gemeente opgebracht. Vooralsnog blijven Burgemeester en Wethouders daarmee binnen het budget dat de gemeenteraad in 2001 beschikbaar stelde. Over enige tijd zal duidelijk worden of dat budget voor de gehele aanpak toereikend zal blijken.

Waarvoor is geld gereserveerd
Het uitgangspunt van de gemeente is dat huiseigenaren zelf verantwoordelijk zijn voor hun woningen, inclusief de fundering en het herstel daarvan. De gemeente staat gedupeerden echter wel financieel bij. In april 2001 stemde de gemeenteraad in met de Stadsbrede funderingsaanpak en reserveerde ruim EUR 25 miljoen voor het aandachtsgebied. De gemeente zou dit bedrag uitgeven aan onderzoek naar de funderingen van 1350 woningen in combinatie met procesbegeleiding voor de bewoners met een problematische fundering. Daarnaast werd een bijdrage van EUR 6810 eenmalig en een lening tegen lage rente voor subsidieherstel beschikbaar gesteld. Vanuit de evaluatie wordt herstel van ruim 1000 funderingen verwacht. In november 2002 stemde het college ook in met EUR 150.000 extra voor onderzoek van de nog niet vervangen rioolbuizen in het aandachtsgebied. Daarnaast zijn al vanaf 2001 de funderingskrant en de funderingstelefoon in het leven geroepen en is er veelvuldig overleg met de Belangenvereniging Funderingsproblematiek.

In december 2002 bleek uit het evaluatierapport ` Stadsbrede aanpak funderingen' dat er bij 3000 woningen funderingsonderzoek nodig is; 1650 woningen meer dan verwacht. Tot op heden is 60% van deze 3000 woningen onderzocht. Op basis van de rapportage hierover is te zeggen dat bij ongeveer 35 procent funderingsherstel nodig is. Dat zijn ruim 1000 panden. Voor 54 procent van de panden heeft het onderzoek de kwaliteit van de funderingen, soms in combinatie met de stand van het grondwater, niet kunnen vaststellen. Door deze te vervolgen met monitoring worden in de loop van 1 tot 3 jaar aanvullende gegevens verkregen zodat een juiste beoordeling van de situatie mogelijk is.

Fasering in het onderzoek
Het funderingsonderzoek bestaat uit indicatief onderzoek naar het type fundering, definitief onderzoek naar de kwaliteit van de houten fundering en uit monitoring: het volgen van verzakking/ scheurvorming en/of de grondwatersituatie. In het huidige tempo is het funderingsonderzoek naar verwachting in de loop van 2004 afgerond, de monitoring uiterlijk in 2006.
In juli 2003 wordt de eerste ronde van het onderzoek naar de kwaliteit van de fundering van 2400 panden afgerond. De tweede onderzoeksronde zal 600 woningen betreffen, waarvan nog onduidelijk is welke fundering aanwezig is en of nader onderzoek gewenst is. De uitbreiding van het onderzoek zal duidelijkheid scheppen over het aantal panden met funderingsgebreken als gevolg van problemen met de houten palen en dus het te verwachten aantal subsidieaanvragen. Het indicatief onderzoek dat als eerste stap werd uitgevoerd, leidde minder snel tot duidelijkheid dan was verwacht. Van circa 350 van de 2700 onderzochte woningen kon geen uitsluitsel worden verkregen over de funderingssituatie.
Veel woningen moesten worden toegevoegd aan het -fors duurdere- bloksgewijze onderzoek (3000 panden in plaats van 1350). Dit onderzoek verbruikt daarom aanzienlijk meer geld van het funderingsbudget dan in maart 2001 was voorzien. Verder zal voor een aantal woningen in het Land van Valk, waar grondwaterbeheersing plaatsvindt, funderingsonderzoek worden uitgevoerd. De conclusies van het bloksgewijze onderzoek leveren in veel gevallen nog geen definitief uitsluitsel. In die gevallen wordt monitoring geadviseerd.

Monitoring
De monitoring levert gegevens op over de grondwaterstand op een wat langere termijn en over verzakking en/of scheurvorming van de woning bij palen van voldoende sterkte. Dit onderzoek richt zich op de funderingsproblemen vanwege andere oorzaken dan paalrot en bacteriële aantasting en de grondwatersituatie.
Indien wordt geconstateerd dat een fundering kwalitatief niet toereikend is om andere redenen dan paalrot of bacteriële aantasting dan komt de woning volgens de huidige subsidieverordening niet in aanmerking voor subsidie.

Toekomst
Op basis van de geprognosticeerde ruim 1000 funderingen die hersteld dienen te worden, lijken de in maart 2001 geraamde subsidiemiddelen voor herstel van 1350 woningen toereikend. Uitbreiding en monitoring zijn in de bijgestelde financiële prognose verwerkt. Het beschikbare budget komt hierdoor fors onder druk te staan.

In de komende tijd zal er meer duidelijkheid komen over een aantal (financiële) risico's, zoals

* Het aantal panden met funderingsgebreken als gevolg van paalrot en daarmee het aantal te verwachten subsidieaanvragen;
* Zicht op de omvang van funderingsproblemen vanwege allerlei andere oorzaken;

* Grondwaterbeheer om in de toekomst droogstand en daarmee verrotting te voorkomen.

Gezien de druk op het budget en de genoemde financiële risico's wordt thans geen voorstel gedaan om tot verhoging van de subsidie over te gaan. Eind 2003 wordt een volgende uitgebreide evaluatie opgesteld.