---

Gemeente trekt lering uit rapporten werkwijze Bouw - en Woningtoezicht

Vincent Brinkhof

Het toezicht van de gemeente Dordrecht bij het project De Biezenlanden is onvoldoende effectief geweest. Dat concludert de Inspectie van VROM, nadat zij heeft onderzocht hoe de bouwvergunning tot stand is gekomen en op welke manier toezicht werd gehouden. Het college van B&W heeft dinsdag 4 februari over het VROM-rapport en het reeds eerder ingesteld eigen onderzoek gesproken. Burgemeester en wethouders onderschrijven de conclusies, maar plaatsen wel enkele kanttekeningen.

Conclusie VROM
De centrale vraag van de Inspectie-VROM was: Wat het effect van het handelen van de gemeente Dordrecht op het project Biezenlanden was. "Het blijkt dat een samenloop van omstandigheden de oorzaak is van het uit de hand lopen van het project", zo concludeert de Inspectie. Verder wordt geconstateerd dat Dordrecht niet anders heeft gehandeld dan gebruikelijk is in Nederland. De Inspectie meent echter dat het bouwplan niet in overeenstemming is met het bestemmingplan en de verleende bouwvergunning dus onrechtmatig.

In het rapport van de Inspectie-VROM staat: "Een groot deel van de problemen bij het bouwplan Biezenlanden is toe te schrijven aan het slecht functioneren van de aannemer en onderaannemers. Bouwpartners had bijvoorbeeld geen opzichter op het werk." Dat is wel gebruikelijk. Verder heeft de Inspectie-VROM kritiek op de handhaving door de gemeente. "Er werd gebouwd in afwijking van de verleende vergunning. Bouw - en Woningtoezicht heeft overwogen handhavend op te treden. Toch is hiertoe niet overgegaan, " zo staat in het rapport van VROM.

Standpunt College van B & W
Het college van Burgemeester en Wethouders heeft haar reactie op het rapport van de Inspectie in een brief naar de gemeenteraad van Dordrecht gestuurd. Het college is het niet eens met de conclusie dat de bouwvergunning niet voldeed aan de eisen van het Bouwbesluit. Ontbrekende gegevens werden namelijk in een later stadium aangeleverd. B & W zijn het ook niet eens met de stelling dat voor het tussentijds ingediende herstelplan weer een bouwvergunning nodig was, omdat het herstel volgens het college identieke woningen betrof.

Al veel gedaan
In de brief aan de raad geeft het college aan dat ze lering trekt uit de conclusies van het eigen rapport en dat van de Inspectie-VROM. B&W schrijven dat al een stevige aanzet is gegeven tot diverse verbeteringen, zoals het inhuren van specifieke deskundigheid bij bouw- en woningtoezichttaken bij risicovolle projecten en/of experimenten, zodat het toezicht inhoudelijk kan worden aangescherpt.

De werkwijze in het hele proces van vergunningverlening, toezicht en handhaving zijn nader uitgewerkt. Er is een duidelijker scheiding aangebracht tussen toezicht én handhaving en alle besluiten komen in dossiers. Voorbeelden van al ingevoerde verbeteringen zijn de invoering van een checklist vergunningaanvraag en een checklist inspectie / buitencontrole, de oprichting van een handhavingsteam en een procedure voor het stilleggen van bouwwerkzaamheden.

Belangen kopers
Vanaf het moment dat er problemen rond de bouw van het `Duurzaam Bouwen project' de Biezenlanden ontstonden, heeft het college de belangen van de kopers het zwaarst laten wegen. In de brief aan de raad gaat het college hier dan ook uitvoerig op in. Zo stelt het college onder meer:

"Bij het afwegen van de inzet van handhavinginstrumenten door de gemeente, zowel bestuurlijk als ambtelijk, hebben de belangen van de kopers steeds de belangrijkste rol gespeeld. Toen door de gemeente september 1999 overwogen werd om toch tot handhaving over te gaan, is met name ook met het oog op de belangen van de bewoners er op aandringen van betrokken partijen ingestemd met het uitvoeren van het eerste herstelplan. Het betrof op dat moment kopers die werden geconfronteerd met een aannemer die slecht werk leverde en failliet ging. De bouw van de woningen liep vertraging op. De woningen werden afgebouwd via een garantie-instituut aan de hand van een herstelplan. De kopers stonden op dat moment met de rug tegen de muur en faillissement dreigde voor enkelen. Alleen doorzetten van de afbouw van de woningen kon een en ander voorkomen."

B & W onderschrijven de algemene kritiekpunten van de inspectie en vertrouwen er op dat de reeds genomen maatregelen leiden tot een adequate invulling van de taken van bouw- en woningtoezicht. Het college benadrukt dat er grenzen zijn aan de rol die Bouw -en Woningtoezicht heeft. Die kunnen het toezicht op de bouwplaats - een verantwoordelijkheid van de aannemer - niet overnemen. Volgens het college was dat nu precies het moeilijkste punt tijdens de bouw. Stilleggen zou het faillissement van bewoners kunnen inhouden. In overleg met alle betrokkenen is toen besloten door te gaan met de bouw en het herstelplan. Een keuze die achteraf gezien niet het bedoelde resultaat heeft opgeleverd.