Openbaar Ministerie

Levenslang voor moorden uit 1984 De rechtbank in Amsterdam heeft woensdag een 47-jarige man conform de eis veroordeeld tot een levenslange gevangenisstraf wegens de moord op twee kinderen in maart 1984. Ook hun moeder, Corina Bolhaar, werd toen gedood. Het Openbaar Ministerie moest moord (met voorbedachte rade) bewijzen, omdat het misdrijf doodslag reeds was verjaard.

De officier van justitie achtte bewezen dat de verdachte de vrouw als eerste heeft gedood en daarna de kinderen heeft doodgestoken, vermoedelijk om latere herkenning te voorkomen. De officier sprak van 'weerzinwekkende en zinloze moorden'

In een tweede zaak waarvoor de 47-jarige man werd vervolgd - de dood in september 1985 van een 22-jarige Ierse vrouw - achtte de officier slechts doodslag bewezen. Omdat de verjaringstermijn hiervoor is verstreken heeft de officier de eigen niet-ontvankelijkheid bepleit.

De beide zaken werden vorig jaar opnieuw door een zogeheten cold caseteam opgepakt nadat er nieuwe informatie was binnengekomen. Die informatie, afkomstig van een ex-vriendin van de verdachte, wees op de 47-jarige verdachte. Die was in het onderzoek naar de gewelddadige dood van Corina Bolhaar en twee van haar kinderen (6 en 9 jaar) in 1984 ook in beeld geweest, maar toen waren er onvoldoende concrete aanwijzingen. Kort voor de verjaring van de zaken werd de zaak opgepakt en kon de verdachte worden aangehouden.

De officier zei in het requisitor in de zaak Corina-Bolhaar dat hij niet bewezen acht dat er sprake was van de voorbedachten rade die nodig is voor het delict 'moord'. De verjaringstermijn voor doodslag was al verstreken. Dat is, wat de officier betreft, anders bij de dood van de twee kinderen. De kinderen (6 en 9 jaar) zijn in de visie van de officier weloverwogen om het leven gebracht om latere herkenning te voorkomen.

De officier achtte bewezen dat de verdachte twee moorden heeft gepleegd: ,,Bewezen kan worden verklaard dat verdachte 2 moorden heeft gepleegd. Weerzinwekkende en zinloze moorden. Het verdriet dat hij de nabestaanden hiermee heeft aangedaan is niet weg te nemen. Tijdens de zittingsdagen is gebleken dat de nabestaanden nu na 18 jaar nog steeds door grote emoties worden overmand. En niet alleen zij hebben verdriet, iedereen die van deze zaak verneemt gruwt van wat hier voor een vreselijke wandaden hebben plaatsgevonden. Een gevangenisstraf is de enig passende straf, maar de vraag is hoe lang de duur daarvan moet zijn".

De officier vond dat het onherstelbare leed dat de verdachte bij nabestaanden heeft veroorzaakt zwaar moet wegen. ,,Niet alleen is hun leed groot vanwege het verlies van hun dierbaren, maar ook moet de weerzinwekkende wijze waarop hun dierbaren om het leven zijn gebracht onverteerbaar voor hen zijn. Welke straf er ook wordt opgelegd, dit verdriet zal nooit verbleken. Echter, een adequate bestraffing van de dader zal hun wel helpen deze dramatische gebeurtenis een plekje te kunnen geven in hun leven zodat zij kunnen berusten en hun eigen leven weer kunnen oppakken".

,,Verder moet meewegen dat de verdachte zich heeft getoond als een volstrekt gevoelsarme man die in de periode na de moord alsook gedurende het hele opsporingsonderzoek op geen enkel moment blijk heeft gegeven van enig vorm van medeleven, noch met betrekking tot zijn ex-vriendin Corina en haar 2 kinderen, noch betrekking tot de nabestaande B." ,,Er is maar 1 manier waarop recht gedaan kan worden aan deze gruwelijke feiten", aldus de officier. ,,Er is ook maar 1 manier waarop de maximale beveiliging van de maatschappij tegen misdaden van deze verdachte kan worden gegarandeerd. Dit kan alleen maar door verdachte te veroordelen tot de langste onvoorwaardelijke gevangenisstraf die het Wetboek van Strafrecht kent. Dit betekent dat ik een levenslange gevangenisstraf eis."

In de tweede zaak, de gewelddadige dood van de 22-jarige Ierse Joanne Wilson, in september 1985, achtte de officier 'moord' niet bewezen. Doodslag wel, maar ook hier was de verjaringstermijn reeds verstreken. De officier: ,,Zijn bovenstaande bewijsmiddelen in hun onderlinge samenhang en verband bezien voldoende om naar eer en geweten te concluderen tot een bewezenverklaring van doodslag met voorbedachten rade? Ik meen van niet. Er zijn naar mijn mening te veel witte plekken in de bewijsvoering om met volle overtuiging hiertoe te kunnen concluderen. Doodslag acht ik wel bewezen. Deze conclusie leidt er uiteraard toe dat ik niet anders kan dan requireren tot niet ontvankelijkheid van het OM gelet op de in de wet geldende verjaringstermijn voor dit feit." ,, Tot slot merk ik richting de familie van het slachtoffer het volgende op. De uitkomst van dit complexe en uitgebreide onderzoek zal de familie, naar ik aanneem, niet bevredigen. Echter, mijn ervaring in de strafrechtspraktijk is dat in sommige zaken de feiten nu eenmaal zijn zoals ze zijn. En zolang de verdachte geen opening van zaken geeft daar niets aan te veranderen is. Ik hoop in ieder geval te hebben laten zien hoe de laatste fase uit het leven van Joanne is verlopen waardoor misschien de verwerking van haar dood iets wordt verlicht. Ik wens de familie veel sterkte met de verwerking van dit immense verdriet", aldus de officier.