Ingezonden persbericht


Zicht op taakuitvoering politie

Persbericht Algemene Rekenkamer, 13 februari 2003

Zicht op taakuitvoering politie onvoldoende

Niet aangetoond dat Nederland veiliger is geworden

Het regeerakkoord van 1998 meldde dat Nederland in 2002 aantoonbaar veiliger moest zijn. Het is niet te zeggen of dat is gelukt. Ondanks vooruitgang is de informatie over de prestaties en resultaten van de politiekorpsen zowel bij de korpsen zelf als op landelijk niveau te onvolledig en onbetrouwbaar. Bovendien wordt er bij de inzet van de politie nog te weinig rekening gehouden met waar en wat voor soort criminaliteit er plaatsvindt. Dat meldt het rapport Zicht op taakuitvoering politie, dat de Algemene Rekenkamer vandaag publiceert. Het onderzoek vond niet alleen plaats bij de departementen van Justitie en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) in Den Haag. Er zijn ook medewerkers geïnterviewd van zes van de 25 politieregio's en de bijbehorende arrondissementen van het OM.

Informatie korpsen onvolledig en onbetrouwbaar
De informatie over de prestaties van de politie is vaak niet volledig. De korpsen zijn bijvoorbeeld niet in staat om het aantal met succes afgesloten zaken te noemen. Verder worden preventieve werkzaamheden, zoals het voorkomen van woninginbraken, niet geregistreerd. De informatie over het werk van de politie is soms ook onbetrouwbaar. Alle zes bezochte korpsen vinden het systeem waarin de werkzaamheden worden verantwoord gebruiksonvriendelijk. Dat maakt dat er fouten worden gemaakt bij de invoer van gegevens. Volgens één korps zou opschoning van de gegevens de criminaliteitscijfers met 10% doen dalen, althans op papier.

Informatie op ministeries ook onder de maat
De ministeries van BZK en Justitie zijn onvoldoende geïnformeerd over de taakuitvoering van de politie. De ministers hebben een model gemaakt waarin de politiekorpsen moeten melden welke prestaties zij hebben geleverd. Dit model betreft echter alleen vijf landelijk vastgestelde beleidsthema's: jeugdcriminaliteit, verkeersveiligheid, geweld op straat, zware en georganiseerde criminaliteit, milieucriminaliteit. Op deze terreinen moest aantoonbaar vooruitgang worden geboekt, zonder dat op andere terreinen negatieve effecten zouden optreden. Over dit laatste wordt geen informatie verzameld. Bovendien kunnen de departementen de gegevens die de korpsen in 2000 en 2001 verstrekten, niet goed vergelijken. Op de achtergrond speelt hier de vraag in hoeverre de ministeries de korpsen beleidsmatig aan kunnen sturen. 'Worden hier opdrachten gegeven door de minister of zijn het beleefde oproepen?', aldus een brief van het Korpsbeheerderberaad aan BZK.

Analyse van criminaliteit te weinig leidraad voor inzet politie Bij het bepalen waar en waarvoor er politie wordt ingezet, houden de regiokorpsen nog te weinig rekening met waar en wat voor soort criminaliteit er plaatsvindt. De Politiewet biedt geen scherp afgebakend takenpakket, waardoor het ene korps extra surveilleert langs woningen van vakantiegangers, en het andere korps die service niet biedt, zonder dat dit verschil is terug te voeren op onderliggende analyses. Zicht op de daadwerkelijke inzet van de politie is er trouwens ook onvoldoende. De Algemene Rekenkamer becijfert in dit onderzoek dat in 2001 gemiddeld bijna de helft van de personele capaciteit in een korps gemoeid is met bureauwerk, verlof, opleidingen of ziekte. Het gaat dan om al het personeel, inclusief het kwart dat administratief, technisch en ondersteunend werk verricht. Circa 10% van de capaciteit betreft recherche en de rest wordt besteed aan algemene politietaken variërend van noodhulp tot surveilleren in de wijk.

Ook ministers streven naar betere informatie
De ministers van BZK en Justitie zeggen in hun reactie dat ze het rapport in het algemeen onderschrijven. Zij melden dat er al veel in gang is gezet om de informatie over het werk van de politie te verbeteren. Zo komen er medio dit jaar convenanten over de bijdrage van elk korps aan de landelijke doelen voor een veiliger Nederland. Ook het Korpsbeheerdersberaad herkent een aantal bevindingen uit het rapport, maar heeft bezwaar tegen een landelijke eenheid in de taakuitvoering van de politie. De Algemene Rekenkamer is positief over de ambities en de toegezegde maatregelen. Wel roept ze in herinnering dat veel maatregelen al eerder zijn toegezegd, maar nog niet uitgevoerd. Verder geven de reacties van enerzijds de ministers en anderzijds de korpsen aan dat er nog steeds verschil van mening is over elkaars rol. De Algemene Rekenkamer onderzoekt inmiddels op verzoek van de Tweede Kamer C2000/GMS, het communicatiesysteem van hulpdiensten (afronding in juni) en de investeringen in ICT bij de politie (afronding in september).