Ingezonden persbericht


Centrum voor wadden en Noordzee, Texel

PERSBERICHT

Texel, 17 februari 2003

Olievervuiling op zee treft grote aantallen vogels

In de vogelopvang van EcoMare worden op dit moment ongeveer 30 vogels verzorgd die het slachtoffer zijn geworden van olievervuiling op zee. In het algemeen sterft ongeveer 90% van de zeevogels die in aanraking komen met olie al op zee en spoelt niet aan. Het overgrote deel van de olieslachtoffers is dus onzichtbaar voor ons.

In de afgelopen maanden zijn er weer drie schepen gezonken in de zeeën van West-Europa, waarbij olieverlies is opgetreden: de olietanker Prestige bij Spanje, het vrachtschip Tricolor in het Kanaal bij België en het vrachtschip Assi Eurolink bij Terschelling. Uit alledrie de schepen lekt olie en dit heeft een verwoestende uitwerking op het zeeleven. Niet alleen het bodemleven aan de kust, maar ook grote groepen overwinterende zeevogels op volle zee worden bedreigd. Op dit moment zijn alleen al in België en Nederland ruim 5.500 vogels aangespoeld. Dit zou dus kunnen betekenen dat er op zee nog eens 50.000 vogels zijn gestorven.

In verschillende vogelasielen wordt met man en macht gewerkt om aangespoelde vogels die nog leven te redden. De coördinatie in Nederland is in handen van Gerry Dorrestein en Koos van der Donk van de koepelorganisatie van Nederlandse Kustasielen. EcoMare heeft aangeboden 100 vogels uit het Belgische en Zeeuwse gebied op te vangen.

In EcoMare zijn er nu vooral zeekoeten in de opvang, maar ook enkele jan van genten, alken en een zwarte zee-eend. Als een vogel besmeurd is met olie raakt hij 'lek'. Het verenpak is dan niet meer waterdicht en het koude water komt op de huid. Hierdoor raken olieslachtoffers onderkoeld. Ook vergiftigen ze zichzelf met de olie die zij van hun veren proberen te poetsen. Van de vogels die besmeurd met olie naar de opvang worden gebracht, overleeft uiteindelijk maar een klein deel. Ze worden daarom eerst gewogen. Heel lichte dieren zijn te verzwakt om nog te kunnen herstellen na het hele schoonmaakproces. Dan is het beter om ze uit hun lijden te verlossen.

De eerste twee weken krijgen de vogels de tijd om aan te sterken. Ze blijven in een droog hok en krijgen zoveel vis als ze willen. Pas na deze periode worden ze gewassen in een vogelwasmachine, die speciaal is gemaakt voor het reinigen van olieslachtoffers. De vogel wordt in de trommel vastgezet, met zijn kop erbuiten. Zeep en water sproeien uit ronddraaiende koppen door de veren. De vogel zelf draait niet rond. Onderzoek heeft uitgewezen dat het apparaat niet alleen heel goed functioneert, maar ook veel minder stress oplevert voor de dieren dan met de hand wassen. Na de wasbeurt gaan de vogels in een 'droogkast' met warme lucht. Hier blijven ze een dag in zitten, zodat hun veren goed kunnen drogen. Aangezien de zeep niet alleen de olie verwijdert, maar ook alle natuurlijke vetten die het verenpak waterdicht maken, zitten de vogels in de weken die op de wasbeurt volgen continu te poetsen om de veren weer in structuur te brengen en in te vetten. Pas als zij weer constant aan het zwemmen zijn, weten de dierverzorgers dat de tijd gekomen is om ze vrij te laten. Herstelde vogels worden geringd en mee gegeven aan de Phoca, het toezichtschip van het ministerie van Natuurbeheer. Vijf mijl uit de kust krijgen zij hun vrijheid terug.


---

Nadere informatie: EcoMare, Renée Smal, Ruijslaan 92, 1796 AZ De Koog, Texel tel 0222-317741, fax 0222-317744, marketing&pr@ecomare.nl, www.ecomare.nl