Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
uw brief van

uw kenmerk

ons kenmerk
DL. 2003/541
datum
14-02-2003

onderwerp
Kamervraag 2020306910 naheffingsaanslagen MINAS-plichtige veehouders TRC 2003/1036

bijlagen
1

Geachte Voorzitter,

Naar aanleiding van de vraag van het lid Van den Brink (LPF) over naheffingsaanslagen MINAS-plichtige veehouders bericht ik u het volgende.

datum
14-02-2003

kenmerk
DL. 2003/541

bijlage

1
Ja.

2
Ja.

3
Op 23 januari 2003 heeft Bureau Heffingen aan 302 bedrijven een naheffingsaanslag over 1999 verzonden. Het drukken en verzenden van naheffingsaanslagen is een volledig geautomatiseerd proces. Tijdens het drukken, inpakken en verzenden van naheffingsaanslagen over 1999 is een storing opgetreden. Achteraf is gebleken dat als gevolg van deze storing een aantal stukken in verkeerde enveloppen terecht is gekomen.

4
Als gevolg van het feit dat de fout een gevolg van een storing in een geautomatiseerd proces is, weet ik niet welke individuele bedrijven het betreft. Wel is bekend dat het gaat om enkele tientallen bedrijven in een groep van 302 bedrijven. Een aantal bedrijven heeft naheffingsaanslagen ontvangen die voor een ander bedrijf waren bestemd en een aantal bedrijven heeft ten onrechte niets ontvangen.

5
Om problemen te voorkomen heeft Bureau Heffingen, zodra de fout bekend werd, besloten om de gehele mailing opnieuw te versturen. Als gevolg hiervan is aan alle 302 bedrijven op 7 februari 2003 een nieuwe naheffingsaanslag verzonden met als dagtekening 8 februari 2003. Deze mailing bevatte tevens een brief met excuses voor het veroorzaakte ongemak.

6
Alle 302 bedrijven hebben een nieuwe naheffingsaanslag ontvangen met als dagtekening 8 februari 2003. Die dagtekening, gelegen na de dagtekening van de eerdere beslissing, is bepalend voor het tijdstip waarop de termijn om bezwaar te maken aanvangt. Bedrijven worden dus niet in hun mogelijkheden om bezwaar te maken geschaad door het feit dat ze een eerdere naheffingsaanslag niet hebben ontvangen.

7
Bureau Heffingen voldoet aan de eisen die worden gesteld in het kader van de Wet bescherming persoonsgegevens c.a. Dit biedt voldoende garanties ten aanzien van de privacy van alle bedrijven waarvan Bureau Heffingen gegevens heeft.

De staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer
en Visserij,

ir. B.J. Odink

datum

kenmerk

bijlage
Vragen

Vragen van het lid Van den Brink (LPF) aan de minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij over naheffingsaanslagen 1999 aan Minasplichtige veehouders. (Ingezonden 10 februari 2003)

1
Bent u op de hoogte van het feit, dat Bureau Heffingen onlangs aan Minasplichtige veehouders naheffingsaanslagen 1999 voor de stikstofheffing, de fosfaatheffing en de bestemmingsheffing heeft verzonden?

2
Bent u op de hoogte van het feit, dat meerdere veehouders een naheffingsaanslag hebben ontvangen, die voor een collega-veehouder bestemd was, terwijl deze naheffingsaanslag wel in een aan hen geadresseerde enveloppe zat?

3
Hoe hebben deze vergissingen kunnen plaatsvinden?

4
Weet u welke veehouders met deze vergissing geconfronteerd zijn? Zo neen, waarom niet? Zo ja, zijn de betrokken veehouders inmiddels door u ingelicht? Om hoeveel veehouders handelt het hier?

5
Welke actie heeft u ondernomen om de vergissing te corrigeren?

6
Wat zijn de gevolgen voor veehouders in het kader van de termijn van zes weken waarbinnen bezwaar gemaakt kan worden tegen de aanslag, als een aanslag wel door Bureau Heffingen is verzonden, maar niet door de desbetreffende veehouder is ontvangen?

7
Op welke wijze wordt de privacy van de veehouders bij Bureau Heffingen gewaarborgd?

up Reageren
Homepage

---