Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Brief van de minister van Justitie inzake activiteiten van
fundamentalistische moslimorganisatie Takfir Wal Hijra
---
27925 Bestrijding internationaal terrorisme
Nr. 86 Brief van de minister van Justitie
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 februari 2003
Tijdens het ordedebat van 4 februari 2003 heeft kamerlid Eurlings (CDA)
gevraagd om een brief van mij, mijn ambtgenoten van Binnenlandse Zaken en
koninkrijkrelaties en Buitenlandse zaken over de activiteiten van de
fundamentalistische moslimorganisatie Takfir Wal Hijra (hierna "TWH") in
Nederland, zoals gebleken tijdens de uitzending van NOVA op 3 februari 2003.
Met deze brief voldoe ik, mede namens mijn bovengenoemde ambtgenoten, aan
dit verzoek.
Tijdens de uitzending van NOVA werden de achtergronden van TWH belicht,
waarbij werd gesteld dat aanhangers van dit gedachtegoed sedert vele jaren
betrokken zijn bij de uitvoering en ondersteuning van terroristische
aanslagen. Ook zouden zij zich schuldig maken aan vele vormen van kleine en
zwaardere criminaliteit, waarbij de opbrengst ten dele ten goede komst van
de gewapende strijd tegen alle vijanden van de islam (het Westen, maar ook
Arabische regimes en gematigde moslims).
In reactie op de uitzending heeft de AIVD de volgende korte verklaring
afgelegd:
De AIVD bevestigt dat ook in Nederland enkele tientallen aanhangers van de
TWH-beweging actief zijn die zich inlaten met criminaliteit, mede als
ondersteuning van terrorisme.
De voor de nationale veiligheid en de integratie van etnische minderheden
bijzonder schadelijke activiteiten van deze kleine groep radicale moslims
worden scherp in de gaten gehouden en waar mogelijk een halt toegeroepen.
Wegens het grensoverschrijdende karakter van de activiteiten van de
TWH-beweging gebeurt dit reeds geruime tijd in nauw en voortdurend overleg
met andere veiligheidsdiensten in Europa.
Daarnaast is na overleg tussen de AIVD en de landelijk officier van Justitie
terrorismebestrijding besloten NOVA in het bezit te stellen van een
ongerubriceerd ambtsbericht van de dienst, waarin de algemene achtergronden
van de Takfir-ideologie uiteengezet worden. Het ambtsbericht is als bijlage
bij deze brief gevoegd 1).
Zoals blijkt uit het bijgevoegd ambtsbericht heeft TWH geen
organisatiestructuren naar westerse begrippen. Het gaat in de kern om een
ideologie, die op sekteachtige wijze aanhangers werft en krijgt. TWH
aanhangers maken zich niet als zodanig bekend. De aanhang bestaat voor een
belangrijk deel uit illegalen van Noord-Afrikaanse origine (hoofdzakelijk
Algerijnen), die zich door het plegen van criminaliteit in leven houden.
Deze criminaliteit is doorgaans niet direct in verband te brengen met
terrorisme. Via de religieus gefundeerde verplichte afdracht van een deel
van de buit aan de islamitische strijd leveren TWH aanhangers echter wel het
sprokkelhout dat gebuikt wordt voor de grotere terroristische acties
(bijvoorbeeld valse paspoorten, creditcards etc.). Bijzondere aandacht voor,
op het oog lichtere vormen van, criminaliteit onder met name Noord-Afrikanen
is dan ook gewenst. Diverse keren in de afgelopen jaren heeft het Openbaar
ministerie op basis van AIVD informatie TWH aanhangers aangehouden of hun
activiteiten verstoord.
In de uitzending maakte de heer Bruggeman van Europol melding van problemen
bij de internationale informatie-uitwisseling en aanpak van informatie over
terrorisme. De wijze waarop bij terrorisme betrokken TWH aanhangers in de
afgelopen jaren via goed internationaal overleg tussen veiligheidsdiensten
en politie / justitie zijn aangepakt laat echter zien dat constructieve
samenwerking wel degelijk bestaat en zijn vruchten afwerpt. Hiervan zijn
verschillende voorbeelden te noemen. De in de uitzending aangehaalde
arrestatie en uitlevering aan België van een bij de moord op de Afghaanse
leider Massud betrokken TWH - aanhanger uit Eindhoven is zo'n voorbeeld.
Zowel het openbaar Ministerie als de AIVD zullen ook in de toekomst
bijzondere aandacht besteden aan de activiteiten van TWH aanhangers in
Nederland en trachten in goede internationale samenwerking hun activiteiten
af te stoppen.
Nederland zal waar mogelijk gebruik maken van de mogelijkheden van
EU-maatregelen, waaronder met name de Verordening 2580/01, die de Lidstaten
van de EU verplicht tegoeden van terroristische organisaties en personen te
bevriezen. De organisatie Al Takfir wal Hijra staat sinds 12 december 2002
op de lijst behorend bij deze verordening evenals 20 leden van deze
organisatie. Onderzoek heeft uitgewezen dat noch de organisatie noch de 20
personen in Nederland tegoeden bezitten. Nederland zal echter de
mogelijkheden van de verordening ten volle benutten om financiële stromen
naar deze organisatie en personen te belemmeren.
Ik vertrouw erop u hiermee in voldoende mate te hebben geïnformeerd.
De minister van Justitie
J.P.H. Donner
1) Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer
---
© Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties -