LTO Nederland

Meeste slepende conflicten door bemiddeling opgelost

LTO is tevreden met resultaten en aanbevelingen commissie Van Dijk

Maandag 17 februari 2003 - LTO Nederland is bijzonder tevreden met het rapport, dat de commissie Van Dijk vanmiddag in Den Haag heeft gepresenteerd over de riooloverstorten. De commissie is erin geslaagd om de meeste van een reeks slepende conflicten tussen veehouders en overheden op te lossen. Bovendien doet de commissie een aantal nuttige aanbevelingen om soortgelijke conflicten in de toekomst zoveel mogelijk te voorkomen.
LTO benadrukt echter wel dat waterschappen en gemeenten de komende jaren alles uit de kast moeten halen om alle risicovolle riooloverstorten voor 2005 te saneren. Als in het huidige tempo wordt doorgewerkt, zal deze doelstelling niet worden gehaald, zo ziet de commissie aankomen. Er is dus voortdurend druk op de politiek om de aanpassing in gang te houden.

Bij een riooloverstort komt als gevolg van hevige en langdurige regen ongezuiverd afvalwater terecht in het oppervlaktewater. Vee kan hiermee in aanraking komen door uit de sloot te drinken waar dat rioolwater in terecht kan komen. Alle conflicten waar de commissie naar gekeken heeft, hadden betrekking op langdurige geschillen over de gevolgen van riooloverstorten voor de diergezondheid. In 18 van 21 slepende kwesties kon de patstelling worden doorbroken en een regeling worden getroffen. In één geval kon het conflict niet worden opgelost en in een ander is dit slechts ten dele gelukt. De betrokken overheden verschuilen zich achter precedentwerking. De commissie vindt dit onterecht, omdat elk conflict en dus ook elke oplossing om maatwerk vraagt.

Bij elk conflict heeft de commissie gekeken of het wel aannemelijk is dat de specifieke diergezondheidsklachten (mede) door de specifieke overstort zijn ontstaan. Er is volgens de commissie vrijwel nooit een onomstotelijk verband te leggen tussen optredende dierziekten en naburige riooloverstorten. Op basis van 'circumstantial evidence' is wel een relatie te leggen. Als sprake is van een illegale of risicovolle overstort, moet volgens de commissie omkering van bewijslast mogelijk zijn. Dit houdt in dat de gemeente of het waterschap moet kunnen aantonen dat er geen verband bestaat.

LTO gaat ervan uit dat de aanbevelingen indringend met de betrokken overheden worden gecommuniceerd. Juist op de communicatie van de betrokken overheden heeft de commissie Van Dijk de nodige kritiek. Zo worden veehouders in het vergunningtraject, alsook bij storingen en feitelijke overstorten niet tijdig of rechtstreeks geïnformeerd. Overheden kiezen meestal voor een strikt formeel juridische opstelling. Ook zouden waterschappen, als onderdeel van de vergunning, een voorschrift moeten opnemen waarin een goed klachtenprotocol is vastgelegd, zo adviseert de commissie.
Van groot belang is volgens LTO ten slotte het advies van de commissie om het voorzorgprincipe te hanteren: dit betekent afhekken en voorzien in goed drinkwater. In de vergunning zou moeten komen te staan, dat in de nabijheid van een risicovolle overstort de bagger en hekkelspecie minimaal 250 meter aan weerszijden van de overstort moet worden verwijderd. LTO vindt dat dit eigenlijk voor alle overstorten zou moeten gelden.

Wilt u hierop reageren? Stuur dan uw e-mail naar: info@lto.nl

(Auteur: LTO Nederland)