Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801 2509 LV Den Haag der Staten-Generaal Anna van Hannoverstraat 4 Binnenhof 1a Telefoon (070) 333 44 44 2513 AA DEN HAAG Telefax (070) 333 40 33

Uw brief Ons kenmerk 28 januari 2003, kenmerk 2020306290 ABG/DB/03/12846

Onderwerp Datum Beantwoording vragen van het lid Bussemaker 21 februari 2003 over het vervolg op het MKB-
minderhedenconvenant.

./. Hierbij doe ik u de antwoorden toekomen op de vragen die het lid Bussemaker (Partij van de Arbeid) heeft gesteld over onder meer het vervolg op het MKB-minderhedenconvenant.

De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,

(mr. A.J. de Geus)




---

Vraag 1
Kunt u in aanvulling op de reeds toegezegde informatie over het voortbestaan van de expertise bij de centra voor werk en inkomen om allochtonen te bemiddelen1, aangeven hoeveel (extra) formatie op landelijk niveau aanwezig is voor de instroom van etnische minderheden? Hoe verhoudt dit zich tot begin 2002 toen het convenant nog liep?

Antwoord
In het kader van het jaarplan 2003 zijn afspraken gemaakt met de CWI over inbedding in de reguliere werkwijze van de succesvolle op maatwerk gerichte 1-op-1 aanpak van allochtone fase- 1 cliënten en werkgevers, zoals ontwikkeld in het kader van het MKB-minderhedenconvenant.

Afgesproken is dat de CWI in 2003 extra dienstverlening biedt voor allochtone fase-1 werkzoekenden. Zo zal aan werkgevers die etnische minderheden willen aannemen intensieve dienstverlening worden geboden in de vorm van een aantal aanvullende werkprocessen zoals persoonlijke introductie bij de werkgever en inwerkbegeleiding. Richting etnische minderheden wordt vacaturegerichte ondersteuning gegeven en wordt zwaarder ingezet op frequentie en duur van de bemiddelingsactiviteiten. Per saldo wordt voor iedere allochtone werkzoekende voor ca. 2 uur aan extra diensten ingezet.

In het jaarplan CWI 2003, welke ik de Tweede Kamer op 20 december 2002 heb doen toekomen, zijn voornoemde afspraken verwoord.

De sturingsfilosofie die ik hanteer ten opzichte van zbo's gaat uit van een scheiding tussen beleid en uitvoering. De Raad van Bestuur van de CWI draagt zelf de verantwoordelijkheid voor de vormgeving van de uitvoeringsprocessen. Het ligt derhalve niet in de rede gedetailleerde informatie aan de CWI te vragen over uitvoeringsprocessen, waaronder de specifieke formatie die gemoeid is met de 1-op-1 aanpak. De Raad van Bestuur van de CWI heeft in het jaarplan de inspanningen aangaande de 1-op-1 aanpak gegarandeerd. De resultaten van de aanpak worden onder meer inzichtelijk gemaakt in de kwartaalrapportages van de CWI. Mochten de resultaten achterblijven dan vormt dit de aanleiding tot interventie van mijn kant. Vooralsnog is van het achterblijven van de resultaten echter geen sprake.
De registratie vindt in 2003 plaats via het Management Informatie Portal. Het CWI zal op basis van deze gegevens verantwoording afleggen.

Vraag 2
Klopt het dat de bedrijfsadviseurs minderheden (de zogenaamde bammers) per 1 januari 2003 zijn verdwenen? Hoe verhoudt dit zich tot eerdere toezeggingen door uw voorganger dat zij dezelfde taken zouden blijven vervullen? En hoe verhoudt het zich tot diverse evaluaties uit 1996 en 2001, waarin werd aanbevolen deze specifieke functie te behouden?

Antwoord
De Bedrijfsadviseurs Minderheden worden in 2003 ingezet als senior adviseur werk en inkomen met als specialisme bedrijfsadvies minderheden. Deze adviseurs onderhouden de contacten met

1 Handelingen Tweede Kamer, nr. 33, blz. 2410, vergaderjaar 2002-2003.




---

werkgevers met potentiële plaatsingsmogelijkheden voor etnische minderheden ter verbetering van de werving en vervulling van vacatures. Tevens verrichten zij de bemiddelende en ondersteunende activiteiten voor met name allochtone werkzoekenden. De adviseurs vervullen met hun specialisme zodoende een bijzondere rol bij de inbedding van de 1-op-1 aanpak zoals ontwikkeld in het kader van het MKB-minderhedenconvenant. Voorgaande laat onverlet dat een aantal van de adviseurs wordt ingezet ten behoeve van de interculturalisatie van de eigen CWI-organisatie en de activiteiten in het kader van de Wet SAMEN, zoals het analyseren van de jaarverslagen Wet SAMEN en het verstrekken van adviezen aangaande multicultureel personeelsbeleid.

Geenszins is dus sprake van het verdwijnen van de expertise. Door voornoemde positionering van de Bedrijfsadviseurs Minderheden komt de expertise die de afgelopen jaren is opgebouwd ten goede aan de hoofddoelstellingen van de CWI, te weten de vacaturematching voor werkgevers en het vervullen van de rol van poortwachter voor de WW, Abw en IOAW.

Vraag 3
Treft u thans ook al voorbereidingen ter afronding van het project Ruim Baan voor Minderheden en de Wet Samen, of bent u bereid naar mogelijkheden te kijken om te zoeken naar continuering?

Antwoord
In het kader van het Raamconvenant Grote Ondernemingen zijn met 110 bedrijven afspraken gemaakt aangaande de in- en doorstroom van etnische minderheden en het voeren van multicultureel personeelsbeleid. Bij de uitvoering van de afspraken worden de bedrijven ondersteund door Ruim Baan voor Minderheden. Onlangs heb ik het convenant, dat in beginsel een looptijd kende tot eind 2002, verlengd tot 1 juni 2004. Met de verlenging van het convenant worden de activiteiten van Ruim Baan voor Minderheden onverminderd voortgezet. De Wet SAMEN is op 1 januari 1998 als een tijdelijke wet, met een looptijd tot en met 2001, in het leven geroepen. In 2001 is, gelet op het structurele karakter van de achterblijvende arbeidsmarktpositie van etnische minderheden, gebruik gemaakt van de eenmalige mogelijkheid de wet met twee jaar te verlengen tot 1 januari 20042. Dit betekent dat ondernemingen die de wet samen dienen na te leven voor 1 juni 2003 het laatste jaarverslag (over 2002) moeten deponeren.

Begin 2003 is voorzien in een evaluatie van de wet. Op 28 november 2002 is het actieplan vereenvoudiging SZW-regelgeving naar de Tweede Kamer gezonden (TK,2002-2003, 28 600 XV, nr.24). Hierin is al aangegeven dat deregulering mogelijk is door het laten vallen van de Wet SAMEN. Gemeld is dat het kabinet een standpunt zal innemen met als inzet de vraag of en zo ja hoe nog extra beleid gevoerd moet worden om werkgevers te stimuleren om multicultureel personeelsbeleid te voeren en daarmee te bereiken dat de in- en doorstroom van etnische minderheden wordt bevorderd en de uitstroom wordt tegengegaan. Daarbij hoeft niet voor regelgeving gekozen te worden. Ook de ervaringen die zijn opgedaan met andere instrumenten gericht op de vraagkant van de arbeidsmarkt, zoals het Raamconvenant Grote Ondernemingen en het project Krachtig Ondernemen met Minderheden (.KOM), zullen bij de evaluatie en het voorbereiden van het kabinetsstandpunt worden meegenomen.

2 Staatsblad, 2001, nr. 513




---

Vraag 4
Vindt u dat al deze maatregelen passen in een beleid waarin integratie van etnische minderheden een belangrijke prioriteit heeft? Verwacht u dat de slechte economische vooruitzichten zullen helpen het verschil in werkloosheid tussen allochtonen en autochtonen te verkleinen, dan wel deze eerder zal vergroten?

Antwoord
Het is de komende jaren economisch gezien absoluut noodzakelijk en sociaal gezien zeer gewenst om ook de arbeidsparticipatie van etnische minderheden te vergroten. Het belang hiervan wordt onderstreept indien de vergrijzing en ontgroening van onze samenleving in ogenschouw worden genomen evenals de relatief sterke groei van de allochtone bevolking en de belangrijke rol van arbeid bij integratie. Ik heb dan ook als doel gesteld de arbeidsparticipatie van etnische minderheden met jaarlijks met ¾ procentpunt te verhogen tot 54 procent in 2005. Wat betreft de werkloosheid moet er minimaal voor gezorgd worden dat de winst die de afgelopen jaren is behaald wordt vastgehouden; etnische minderheden mogen niet onevenredig getroffen worden door de verslechtering van de arbeidsmarkt.

Om voorgaande doelstelling te realiseren zet ik de intensivering van het arbeidsmarktbeleid voor etnische minderheden, zoals in 2000 is aangekondigd en in gang gezet3 vooralsnog onverminderd voort. Zoals gezegd heb ik nog onlangs besloten tot verlenging van het Raamconvenant Grote Ondernemingen tot 1 juli 2004 en is de succesvolle 1-op-1 aanpak van het MKB- minderhedenconvenant ingebed in de regulier werkwijze van de CWI. Mede in het kader van de evaluatie van de Wet SAMEN wil ik in de komende periode met betrokken partijen nagaan op welke wijze werkgevers in de nabije toekomst kunnen worden gestimuleerd tot het realiseren van in- en doorstroom van allochtonen en tot het voeren van multicultureel personeelsbeleid.

Vraag 5
Hoe denkt u in de toekomst discriminatie op de arbeidsmarkt te bestrijden en drempels voor instroom op de arbeidsmarkt te beslechten?

Antwoord
Op basis van artikel 22 Wet Structuur Uitvoeringsorganisatie Werk en Inkomen (SUWI) heeft CWI een non-discriminatiecode vastgesteld, waarin aandacht wordt besteed aan discriminatie wegens ras, etnische afstamming, sekse, seksuele geaardheid, leeftijd en handicap. Verder verwijs ik naar mijn antwoord op vraag 4.

3 TK, 1999-2000, 27 223, nr. 1